N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Michel Houellebecq In Vernietigen, de roman die deze week in Nederlandse vertaling verschijnt, probeert de Franse schrijver iets nieuws: menselijke relaties uitdiepen. Maar er valt vooral wat te genieten als de vroege Houellebecq zich laat gelden.
‘Ik denk na over de beste manier om mijzelf in diskrediet te brengen”, schijnt Michel Houellebecq een tijdje geleden tegen een vriend gezegd te hebben. Als dat waar is, dan is het aardig gelukt. De afgelopen weken deden Franse media hoofdschuddend verslag van het kort geding dat Frankrijks bekendste schrijver en zijn vrouw Qianyum Lysis Li aanspanden tegen het Nederlandse kunstcollectief Kirac, waarmee hij onlangs met wederzijdse instemming (én contract) een „artistieke” pornofilm opnam.
Het was de echtgenote van Houellebecq, zo bleek tijdens de behandeling van zaak, die haar man uit zijn aanhoudende depressie wilde halen door hem voor de camera en onder haar toezicht te laten seksen met vrouwelijke bewonderaars. Zij was het ook, volgens de Franse krant Libération, die in paniek raakte toen de trailer online verscheen. Nadat in Frankrijk bakzeil werd gehaald, werd in Nederland een kort geding aangespannen om verspreiding van de film te voorkomen. De uitspraak is op 14 maart.
Weer een provocatie
In Frankrijk wordt vooral gelaten op de kwestie gereageerd: wat nú weer? De provocaties van Houellebecq maken tegenwoordig minder los dan voorheen, zoals bij het verschijnen van Platform (2001), dat over sekstoerisme ging, en Onderworpen (2015), waarin een gematigde islamitische partij in Frankrijk aan de macht komt. Jonge Franse lezers die ik spreek, kennen Houellebecq wel, maar hebben zelden iets van hem gelezen. Nog altijd is hij een grote naam, maar vooral voor een generatie die ontnuchterd of boos vraagtekens zette bij de liberale dogma’s van de jaren zestig en zeventig.
De ironie wil dat hij, zeker na het verschijnen van zijn laatste, vuistdikke roman Anéantir (deze week verschijnt de Nederlandse vertaling Vernietigen) gebalsemd dreigde te worden door het establishment. Van president Macron kreeg hij een Légion d’Honneur opgespeld. Steeds vaker ook werd hij „nobélisable” genoemd, gedoodverfd kandidaat voor de Nobelprijs voor Literatuur.
Lees ook de recensie die Margot Dijkgraaf schreef over Anéantir
Maar het was de radicaallinkse Annie Ernaux, in alles het tegenovergestelde van Houellebecq, aan wie de Nobelprijs werd toegekend. Vernietigen verkocht in Frankrijk nog altijd een kleine driehonderdduizend exemplaren, maar dat was toch een stuk minder dan de achthonderdduizend van Onderworpen.
En toen was er de pornokwestie.
Waarom wilde Houellebecq dit? Was het inderdaad vooral de behoefte aan „se discréditer”, zichzelf onderuit te halen? Even daarvoor was er ophef vanwege het tweegesprek met de intellectuele dikdoener Michel Onfray in zijn blad Front Populaire, waarin de schrijver te midden van veel Franse borreltafelpraat (Houellebecq is tegen martelen, maar twijfelt nog over de doodstraf; vóór genetische manipulatie, maar fel tegen euthanasie) achteloos vaststelde dat de extreemrechtse theorie van de „omvolking” geen theorie was, maar gewoon een feit. Dat hij daaraan toevoegde dat hij weinig moeite had met de bijbehorende etnische diversiteit, eerder met de komst van andere religies, verdween in het tumult dat volgde. Ook stelde hij in het interview dat moslims zich in Frankrijk van hem helemaal niet hoefden te integreren, dat deden de Chinezen in het 13de arrondissement van Parijs, waarin hij zo lang had gewoond, immers ook niet. De autochtone Fransen wilden gewoon dat ze ophielden „hen te bestelen en aan te vallen”. Als ze zich keurig aan de wet hielden en niet zo agressief deden, was er weinig aan de hand. Of, voegde hij eraan toe, een andere „mooie oplossing”: ze konden ook gewoon vertrekken.
Moskee van Parijs
Verschillende moslimorganisaties deden aangifte. Net als bij het pornoproject bedacht Houellebecq zich. Deemoedig ging hij in gesprek met de rector van de Grote Moskee van Parijs, waarin hij stelde dat hij de islamitische gemeenschap geenszins kwaad had willen berokkenen. Hij had het allemaal niet zo bedoeld.
Lees ook dit profiel van Michel Houellebecq: De schrijver die op zijn personages is gaan lijken
Hoe het dan wél bedoeld was, is de vraag. Het is lastig om consistentie in de opinies van Michel Houellebecq te ontdekken, of liever gezegd onmogelijk. Hij stelt genoeg pregnante vragen, maar wanneer het op antwoorden aankomt, wordt het vaak tegenstrijdig of halfhartig. In zijn beeld van de samenleving lijkt hij nog het meest op een man die verteerd wordt door angst en woede door wat hij allemaal aan geweld en sociale neergang op televisie ziet (volgens het profiel in Libération bezit hij een reusachtige televisie en kijkt hij vaak uren achtereen naar de Franse nieuwszenders) en dan weer helemaal smelt als hij in het dagelijks leven vriendelijk wordt bejegend door iemand uit de minderheden die volgens hem de onvermijdelijke ondergang van Frankrijk en de Westerse wereld op hun geweten hebben.
In Vernietigen wordt bijvoorbeeld de zwarte verpleegster Maryse zo clichématig engelachtig beschreven dat het lijkt alsof de auteur iets goed te maken heeft. En dan de tandarts die de hoofdpersoon Paul Raison van zijn kiespijn probeert te verlossen: ‘Hij zag er niet uit als een Noord-Afrikaan, eerder als een Syriër of een Irakees, in elk geval was er niets aan hem wat de indruk gaf dat hij een islamist of zelf ook maar een moslim was […] Er bestond nog altijd een succesvolle immigratie in Frankrijk, dacht Paul, al was die eerder uitzondering dan regel geworden, en Al Nazri was er duidelijk een voorbeeld van.’
Ontheemde eenlingen
Het is de observatie van een man wiens blik op anderen bepaald wordt door zijn eigen aannames vooraf. De opmerking over de tandarts past ook niet echt bij de hoofdpersoon van Vernietigen, een gematigde, wat vlakke figuur, politiek assistent van de Franse minister van Economische Zaken – het lijkt vooral een oprisping van de schrijver zelf.
Het past trouwens ook niet bij de algemene toon van Vernietigen, die opvallend gelaten en intiem is. In zijn vroege werk waren de personages van Houellebecq radicaal ontheemde eenlingen, die zich gemangeld zagen in een samenleving waarin iedere bedding koudbloedig was weggesaneerd. De hegemonie van het liberalisme heeft ervoor gezorgd dat het individu volledig op zichzelf teruggeworpen wordt, in een samenleving die beheerst wordt door ‘markt en strijd’, op sociaal, economisch en seksueel gebied. Er heerst een gierend gevoel van marxistische ‘vervreemding’ in een door en door vermarkte samenleving, maar er is ook de vervreemding die wordt veroorzaakt door het verdwijnen van transcendente verbanden, de verbinding van traditie en gemeenschap. Liefde en kunst bieden geen weermiddel meer tegen de vergankelijkheid, ook zij zijn onderdeel van markt en strijd geworden. Het is vooral de man die zich in de moderne wereld verstoten weet, die tijdens zijn onstuitbare fysieke aftakeling nergens meer troost of houvast vindt.
Aan het einde van De kaart en het gebied (2010), een van Houellebecqs beste romans, gaat de steenrijke kunstenaar Jed Martin in Zürich op zoek naar de euthanasiekliniek waar zijn vader tot zijn ontzetting een zachte dood heeft besteld. Hij vergist zich in het straatnummer en komt eerst in een luxe bordeel terecht. Seks en dood zijn louter transactie geworden.
Euthanasie is voor Houellebecq bij uitstek een symptoom van hedendaags nihilisme. Na zijn gesprek met het bestuur van de Grote Moskee van Parijs, vroeg de schrijver steun voor zijn strijd tegen een wet die euthanasie mogelijk moet maken. Want: „Ne pas souffrir, c’est risquer de ne plus vivre.” Wie niet lijdt, riskeert niet meer te leven.
Ook in Vernietigen speelt het belang van het menselijk lijden een grote rol. De vader van hoofdpersoon Paul raakt na een hersenbloeding in coma. Juist wanneer hij tekenen van herstel vertoont, dreigt hij vermalen te worden in het onpersoonlijke Franse zorgsysteem. Een bestelde radicaalrechtse knokploeg ontvoert hem, met medeweten van de verpleegster Maryse, zodat hij in familiekring zijn laatste dagen kan slijten.
Menselijke relaties
Heel deze roman staat in het teken van het belang van menselijke relaties, van een onverwachte wedergeboorte van de liefde van van elkaar vervreemde mensen. Het vastgelopen huwelijk van Paul krijgt een onverwachte doorstart in een nieuwe tedere intimiteit. De tweede echtgenote van zijn vader, een vrouw uit een lagere klasse, toont onvoorwaardelijke liefde voor haar lijdende man. De chronisch ongelukkige broer van Paul probeert zich te ontworstelen aan zijn zuiver kwaadaardige echtgenote en vindt (tijdelijk) troost in de armen van, wie anders, de verpleegster Maryse.
Dit alles tegen een achtergrond van dood en verval, en van dreigende terreur en politiek cynisme. Waar het vertrouwde pessimisme van Houellebecq in Serotonine (2019) tot een nogal koket kunstje was verworden, probeert Houellebecq in Vernietigen iets nieuws. De personages zijn niet langer een springplank voor zijn grotere thema’s, het gaat hem nu om de mensen in wiens moeizame levens die thema’s doorwerken. Hij heeft een familieroman op z’n Houellebecqs willen schrijven.
In zijn eerste roman De wereld als markt en strijd (1994) legt Houellebecq zijn schrijvende verteller nog dit credo in de mond: ‘Het is niet mijn bedoeling je te verleiden met subtiele psychologische notities. […] Er zijn schrijvers die hun talent gebruiken om minutieus allerlei geestestoestanden, karaktertrekken enzovoort te beschrijven. Daar wil ik niet toe worden gerekend. Het doel dat ik me stel is veel filosofischer, en om het te bereiken zal ik juist moeten snoeien. Vereenvoudigen. Een hele hoop details een voor een vernietigen.’
Het was Houellebecqs eigen methode, het maakte zijn personages tot postmoderne Elckerlycs. In zijn dikste roman tot nu toe heeft Houellebecq dat geloofsartikel terzijde geschoven. Nu gaat het hem wel degelijk om het uitdiepen van menselijke relaties, ‘subtiele psychologische notities’. Dit is een roman over mensen die elkaar vinden in hun worsteling met hun vergankelijkheid, die zich leren overgeven aan de ander.
Psychologische roman?
Het probleem is dat Houellebecq daar gewoon niet zo goed in is. In zijn even omvangrijke familieroman Kruispunt (2021) maakt de Amerikaan Jonathan Franzen eveneens een grotere thematiek – het zoeken naar religieuze zin in een onttoverde wereld – ondergeschikt aan de psychologie van zijn personages, maar die komen stuk voor stuk in geraffineerd proza tot leven.
Dat kan van de personages in Vernietigen niet gezegd worden. De boosdoener in het verhaal, de ambitieuze, linksige journaliste Indy, komt niet verder dan één dimensie. Houellebecq lijkt er persoonlijk plezier in te scheppen haar iedere menselijkheid te ontzeggen. Oké, maar dan moet je geen psychologische roman willen schrijven.
Dit alles maakt Vernietigen tot een dikke, maar geen grote roman. Steeds gaat het over emoties en gevoel, maar je staat erbij en kijkt ernaar. Af en toe leeft het proza op, zeker, er valt heus wat te genieten, maar dan vooral in passages waar de vroege Houellebecq zich laat gelden, zoals in die over de aankomende Franse presidentsverkiezingen, met de cynische spindokter Solène Signal als hilarisch hoogtepunt. De plot op de achtergrond, de aanslagen van een wereldwijde terroristische organisatie, die een vernietiging van het verderfelijke menselijk ras voorstaat, krijgt niet echt greep op de personages. Het blijft decor.
Het getuigt van literaire moed dat Houellebecq aan zijn schurende ambivalenties, die zijn eerdere werk zo opwindend maakten, wil ontsnappen. Maar de antwoorden die hij in Vernietigen geeft zijn, op een enkele indrukwekkende passage na, vaak banaal en zelfs sentimenteel. Werkelijke intimiteit blijft op afstand. Vandaar wellicht die depressie, waaruit zijn vrouw hem liefdevol wilde verlossen met wat opbeurende porno.