N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Tefaf 2023 Op kunstbeurs Tefaf zijn dit jaar vooral dure sieraden in trek. „De inflatie gaat zo hard, dat mensen juist meer juwelen kopen.”
Zouden de Londense juweliers Symbolic & Chase dit jaar weer aanwezig zijn op de kunst- en antiekbeurs Tefaf Maastricht? Vorig jaar was de stand van deze juweliers de klos toen ze beroofd werden voor tientallen miljoenen. Ze zijn er dit jaar niet. Genoeg andere juweliers wel. In een klein hoekje van het congrescentrum MECC is het deel waar de kostbaarste voorwerpen verkocht worden, waarbij je niet moet opkijken van een sieraad van 30 miljoen.
Bij de Epoque Fine Jewels-stand is het gewoon druk op de eerste dag van Tefaf. De eerste twee dagen – waarbij 20.000 genodigden welkom zijn: collectioneurs en conservatoren van musea (en pers) – zijn het belangrijkst voor de galeries en standhouders. Voordat in het weekend de beurs opengaat voor iedereen weten zij al of hun aanwezigheid geslaagd is. „Mensen zijn bevrijd sinds corona. Dat bezoekers bang zouden zijn door wat er gebeurd is vorig jaar, daar merken we niets van”, vertellen ze bij Epoque Fine Jewels. Om de stands van de juweliers heen is wel verscherpte bewaking, maar die is door Tefaf zelf geregeld. Halverwege de middag loopt alles en iedereen door elkaar met een glas champagne in de ene hand, en een oester in de andere.
Tefaf is groot: 270 galeries hebben hun stands soms bijna tot een soort paleizen omgebouwd, waar kroonluchters, gouden kandelaars, marmeren tafels en manshoge beelden tussen dikke gordijnen staan. In een enkele stand is zelfs een verdieping gebouwd, en er zijn hoeken waar je je discreet kunt terugtrekken met een galeriehouder om te overleggen over de prijs. „Tefaf Maastricht is voor galeries de belangrijkste kunstbeurs ter wereld”, vertelt Sascha Mehringer van de gelijknamige Duitse galerie, die nissen in de muren heeft laten plaatsen voor Italiaanse middeleeuwse en barokke beelden.
Frans Hals van 5,6 miljoen
Mehringer heeft zo’n vijftig vaste klanten uitgenodigd en geeft minicolleges aan potentiële kopers bij de christelijke kunst. Prijzen staan er vaak niet bij, die zijn op aanvraag. Dat geldt ook voor een vroege Frans Hals en de schilderijen van Jusepa de Ribera die er hangen. Bij navraag: respectievelijk 5,6 miljoen en 3,6 miljoen euro.
Oude meesters, en iets minder oude meesters, ze zijn er allemaal. Het aantal galeries dat moderne kunst verkoopt, is iets toegenomen, en de liefhebber kan Kehinde Wiley kopen (prijs op aanvraag) of een David Hockney voor 550.000 euro meenemen.
Een wereld aan kunst – ook van alle continenten – en toch heeft de Tefaf iets wereldvreemds. Dat er inflatie is zou je niet zeggen als je er rondloopt. Ja, de prijzen voor de stands zijn weer omhooggegaan, maar dat is ook omdat er meer bewaking moest komen – welk bedrag hangt af van de stand. Er worden meer sieraden verkocht dan anders. „De inflatie gaat zo hard, dat mensen juist meer juwelen kopen”, merken de standhouders van Epoque Fine Jewels op. De reden: juwelen zijn waardevast.
Ook Emiel Aardewerk merkt op dat de inflatie geen impact heeft op het zilver dat hij verkoopt in de gelijknamige galerie. „We hebben een rare branche, of het nu slecht gaat of goed, de verkoop blijft een constante. Er zijn dit jaar alleen minder Russen. We mogen hun geld niet aannemen, dus als ze er al zijn, dan lopen ze alleen rond om te kijken.” Bij de Londense galerie Sydney L. Moss bevestigen ze dat de inflatie geen impact heeft: „De mensen die hier lopen, hebben daar geen last van.”
Ferenc Tóth van Tóth Ikonen, een stand vol Russische iconen, heeft een Russische verzamelaar opgemerkt, en zag dat die er verbitterd bij liep. Hij verwacht geen problemen met de verkoop van de Russische iconen in zijn galerie. „We hebben even extra beveiliging overwogen. Iemand kan zo een icoon van de muur trekken en kapot smijten omdat hij anti-Poetin is, maar eigenlijk weten alle klanten dat de twee los van elkaar staan.” Ook hij verkoopt niet aan Russische klanten, maar dat deed hij sowieso eigenlijk al niet. „Je kan enorm veel geld verdienen aan ze, maar er zijn oligarchen die hele rare eisen gaan stellen, daar begin ik niet aan.”
Roofkunst
Iconen, tribal art, oude meesters: bij alles is gecheckt hoe het zit met de herkomst en of er roofkunst bij zit. Dat is een taak van onderzoeksbureau Art Loss. Ook dit jaar werden een paar werken afgewezen voor de verkoop, omdat de herkomst dubieus was, maar specifieke details wil de organisatie niet geven. De galeriehouders die tribal art verkopen, merken wel dat klanten bewuster zijn bij het kopen van oude niet-westerse kunst. Er wordt vaker gevraagd naar de achtergrond, en er wordt ook behoorlijk wat verkocht. Bij de Belgische galerie Bernard de Grunne maken ze jaarlijks boekwerken waarin de hele herkomstgeschiedenis van een kunststuk is verwerkt en onderzoeken ze of de maker te achterhalen is. „Etnografica wordt nog steeds veel verkocht”, vertellen ze. „Ook omdat het nu nog kan en je niet weet hoe dat straks zal zijn.”
Bernard de Grunne is met die maatschappelijke discussie meer bezig dan veel andere galeries waar gewoon nog beelden en schilderijen worden verkocht met de titels als ‘vrouwelijke moor’ of ‘Turkse jongens’. Bij de laatste gaat het om beelden uit begin zeventiende eeuw van twee jongens die een grote staf vasthouden als een soort wachters. Prijs: 450.000 euro (voor de beide jongens).
Bij de Franse galerie Clavreuil verkopen ze oude reisboeken waarin afbeeldingen van staan van native Americans of de studietekeningen uit de negentiende eeuw van mannen van Papoea-Nieuw-Guinea. „Vragen daarover? Nee, die worden ons niet gesteld”, zegt de galeriehouder. „Ja, als iemand ernaar vraagt, zeggen we wel dat ze gemaakt zijn door witte tekenaars en dat het dus hun beeld is. We verkopen gewoon oude boeken, en deze zijn er ook.”
Lees ook de reconstructie over de Tefaf 2022: De grote gele diamant is nog altijd spoorloos