Ze heet Manel Naher, meer hoef je niet weten over deze stripheldin

Recensie

Strips

Graphic novel ‘De grote leegte’ is een duizelingwekkende graphic novel over identiteit en de angst om niet gezien en gehoord te worden. Iedereen schreeuwt om aandacht: alleen dan overleef je de anonimiteit van de grote stad.

Manel Naher is een heel succesvolle zangeres. Haar naam prijkt op de voorpagina van alle kranten. Ze heeft net een gouden plaat gekregen voor haar hit ‘Mijn naam op ieders lippen’. Leuk voor haar, maar geldt dat ook voor Manel Naher, de stuurse hoofdpersoon uit De grote leegte, die toevallig dezelfde naam heeft? Zelf vindt die het compleet oninteressant, maar daarin staat ze vrijwel alleen. In de dystopische wereld waarin het verhaal zich afspeelt is hoe je heet namelijk letterlijk van levensbelang.

Het is zelfs nog vreemder. Iedereen in de grote stad is afhankelijk van Aanwezigheid. Kort gezegd: aan iemand denken is hem of haar Aanwezigheid geven. Dat ene woord, met die hoofdletter, is waar het om draait. Iedereen is alleen nog maar bezig met aandacht, met opvallen, opdringen, overschreeuwen en onsterfelijk worden. Alleen dan houd je het vol; faal je, dan wacht de grote leegte – wat dat dan ook is.

Ronduit onhandig dus dat Manel Naher, niet de zangeres, het liefst in een boekhandel rondhangt en poëzie leest. Ze is wars van status, gedoe, aandacht. Wij hebben tenminste nog onze waardigheid, zegt ze tegen haar vriendin Ali. Maar toch gaat het mis. Haar aanwezigheid is niet sterk genoeg, zo erg dat ze er doodziek van wordt. Dan gooit ze het roer radicaal om.

Spektakelstuk

De grote leegte is het knetterende debuut van de Franse stripmaker Léa Murawiec (1994). Met ongelooflijke vaart vertelt ze het duizelingwekkende verhaal over de cultuur van uiterlijkheden en roem, over identiteit en de angst om niet gezien en gehoord te worden. In dikke blauwe lijnen, op pagina’s zonder inkleuring, laat ze de lezer duizelen. Haar gewoonte om steeds net iets te veel in te zoomen versterkt dat nog: alles komt heel dichtbij. Het levert een driftige, onwerkelijke dynamiek op. Bijna epileptisch zijn de panoramische pagina’s, waarin de stad vanuit de wildste perspectieven wordt uitgebeeld, in tinten blauw en rood. Overal schreeuwen honderden namen om aandacht: op uithangborden, ramen en abri’s. Om gek van te worden.

Léa Murawiec (28) tekent en vertelt in een stijl die veel verschillende invloeden kent. Haar vloeiende pagina-indeling lijkt op die van popart-stripklassiekers als Iris van Thé Tjong-Khing en Guy Peellaerts Pravda. In de met ironie doorspekte dialogen schemert de gekte van het Russisch absurdisme van Daniil Charms en Aleksandr Vvedenski door. In haar koortsdromen zien we het grillige mangawerk van Yuichi Yokoyama. Het is modern en oud, psychedelisch en poëtisch. Het levert een hypothetisch spektakelstuk op waarin ze speelt met allerlei tekortkomingen van de hedendaagse maatschappij.

Het is verleidelijk om het verhaal te zien als een metafoor voor onze sociale onlinecultuur van volgers, fans en de vluchtige aandacht van onbekenden die het leven zogenaamd kleur geven. Het lijkt op de getuigenissen van jonge mensen die sociale media de rug toekeerden, nadat ze het gevoel kregen door algoritmes, views en likes te worden geleefd. Murawiec laat die optie open; er wordt niets geconcludeerd. Terecht laat ze Manel uiteindelijk nadenken over de vraag of de grote leegte wel zo erg is – en wie we pas echt beklagenswaardig vinden.