Krijgt Brendan Fraser toch zijn comeback-Oscar?

Brendan Fraser als online schrijfleraar Charlie, die lijdt aan terminale obesitas in ‘The Whale’.

Interview

Brendan Fraser De acteur is genomineerd voor zijn rol als morbide obese leraar.

Hij was lange tijd de enige favoriet voor de Oscar voor beste mannelijke hoofdrol: acteur Brendan Fraser als online schrijfleraar Charlie, die lijdt aan terminale obesitas in The Whale. Nu, op de valreep, lijkt hij nek aan nek te gaan met Austin Butler van Elvis. Welk verhaal zien de leden van The Academy op 12 maart het liefst winnen op het Oscargala? De doorbraak van Austin Butler (31) of de comeback van Brendan Fraser (54)?

Beide films zijn gematigd positief ontvangen; Fraser telt zijn zegeningen al sinds de wereldpremière op het filmfestival van Venetië in september. We spreken hem de volgende morgen in een elegant hotel op het Lido. Fraser, die dan nog veel kilo’s overgewicht meetorst, schiet nu en dan bijna vol. Bij de première huilde hij tranen met tuiten bij zijn zes minuten staande ovatie.

The Whale krijgt dan al kritiek omdat het obesitas grotesk zou maken. Wat Fraser daarvan vindt? Voorzichtig: „Ik sta achter correcte representatie van alle lichaamstypes en seksualiteit en genderkeuze en levensstijl. The Whale gaat over iemand die mensen achteloos negeren en bespotten. Door zijn lichaam vergeten ze dat hij een persoon is met gevoelens die zich verstopt in een tweekamerappartement in Idaho. In het donker, alleen. Ik doe als acteur mijn uiterste best ervoor te zorgen dat u na tien minuten Charlie wel als een mens gaat zien.”

The Whale kreeg in januari drie Oscarnominaties: voor Fraser, tegenspeler Hong Chau, en voor haar en make-up. Dan gaat dat over Frasers ruim honderd kilo wegende, watergekoelde ‘fat suit’ – een woord dat nu taboe is. Fraser: „Vindt u het goed als ik het niet gebruik? Het is Charlies lichaam.” Tijdens de pandemie werd Frasers naakte lijf met een iPad gescand op de oprijlaan van zijn huis. „Op anderhalve meter, met mondkapje. Het was ijskoud, alle data gingen naar Adrien Morot om een 3D-model van mij te bouwen. Adrien is nu mijn homeboy, een heel grappige, leuke vent en net als ik Canadees. We raakten bevriend omdat ik elke ochtend twee uur lang in zijn stoel zat, met zijn assistent was hij als een pit crew in de Formule 1. Aanvankelijk kostte de make-up ons wel zes uur.”

Charlies lijf is log en onhandig. Fraser sprak patiënten die bedlegerig waren, jojo’den met hun gewicht, issues hadden met binge-eten, een maagband kregen. Van een therapeut van de Obesity Action Coalition leerde hij hoe te bewegen. De choreografie keek nauw. „Ook hoe Charlie valt, zoals in het begin, als hij een bijzettafel vernielt. Hoe is dan het gewicht verdeeld?” Er waren ook auditieve eisen: het kreunen, het hijgen, het gieren van Charlies adem. Regisseur Aronofsky probeerde eerst de ademhaling van een longpatiënt door Frasers stem te mixen, dat klonkt niet goed. „Dus leerde ik mezelf een piepje aan dat doet denken aan de hond Muttley uit een Hanna Barbara-cartoon.”

Bij de première van The Whale huilde Fraser tranen met tuiten bij zijn zes minuten staande ovatie

Frasers acteren wordt de hemel in geprezen. Een onverwachte comeback: in de 21ste eeuw leek hij in het niets te verdwijnen – GQ kopte in 2018 Whatever happened to Brendan Fraser? bij een profiel. Darren Aronofsky vond de acteur naar eigen zeggen bij toeval, toen hij de trailer van een louche Braziliaanse trailer uit 2006 zag, Journey into the Night. Zou het? De regisseur rukte eerder een gevallen ster uit de vergetelheid, toen hij Mickey Rourke in 2008 castte in The Wrestler.

Al kan het ook best zijn dat Fraser hem ontging, helemaal serieus werd Brendan Fraser in zijn hoogtijdagen niet genomen. In de jaren negentig castte Hollyhwood hem als atletische, argeloze kindman in familiefilms als The Mummy. Zijn open, wat oenige blik en vriendelijke glimlach waren ideaal voor George of the Jungle, een stuntel-Tarzan die telkens tegen boomstammen knalt. Maar ook in serieuze films als The Quiet American (2002) of Gods and Monsters (1998) speelde hij met wijd open ogen. In die laatste film wordt hij als brave tuinman doelwit van verknipte opzetjes van de homoseksuele horrorregisseur James Whale. Inderdaad ja: ook een Whale. Maar regisseur Aronofsky verzekert mij desgevraagd dat hij die film niet zag en associatie niet maakte.

Uiteraard hapte Fraser toe toen Aronofsky belde. „Dan stel je geen vragen.” Hij deed een scriptlezing met filmdochter Sadie Sink op 26 februari 2020 in East Village; Aronofsky twijfelde toen volgens Sink nog of The Whale er echt zou komen. Vermoedelijk hielp de pandemie: met één filmset en een kleine cast en crew leek het een ideaal lockdownproject. In oktober 2020 belde Aronofsky Fraser met het groene licht. Na weken repetities „met een klassieke striktheid die ik bewonder” – niemand mocht door de denkbeeldige huismuren lopen die met krijtstrepen op de vloer waren getekend, zelfs Aronofsky niet – „namen we The Whale op alsof we in een onderzeeër waren”: in de studio werd de ruimte bewust claustrofobisch gehouden.

En nu is Brendan Fraser terug. In GQ telt hij uit waarom hij indertijd van het toneel verdween. Een scheiding. Zorg voor drie zonen, één in het autismespectrum. De shock van een #MeToo-incident waarbij Philip Berk, de machtige voorzitter van de HFPA (Golden Globes) een vinger in zijn bilnaad stak. Operaties aan knie, ruggengraat en stembanden omdat Fraser te fanatiek was en stunts vaak zelf deed. „Ik had allerlei krakende scharnieren en het deurkozijn was ook aan een likje verf toe”, zegt hij. „Nu weet ik dat je niet hard moet werken, maar slim moet werken. Dan ga je langer mee.”