Vervang stikstofrechten door stikstofplichten

Stikstofcrisis Rekening houden met anderen is een plicht. De dominee begrijpt dat beter dan de koopman, betoogt .

Stikstofprotest bij een boerderij in Waarder.
Stikstofprotest bij een boerderij in Waarder.

Foto Robin Utrecht / ANP

Na Schiphol, verschillende projectontwikkelaars en bepaalde provincies, hebben nu ook festivalorganisatoren zich op de markt van de stikstofrechten begeven. Wie volgt? Blijkbaar kan iedereen met ruimtelijke plannen stikstofrechten opkopen. Of, correctie, iedereen met ruimtelijke plannen en voldoende geld kan in Nederland stikstofrechten opkopen. Waar komen die stikstofrechten eigenlijk vandaan? Wat kosten ze? Wie bepaalt de prijs? En wie koppelt vraag en aanbod?

De overheid deelt in eerste instantie gratis rechten uit aan nationale stikstofuitstoters, merendeels boeren en zware industrie. Daar gaan hele berekeningen aan vooraf die aan voortschrijdend inzicht en gelobby onderhevig zijn. Een deel van die stikstofrechten wordt vervolgens te koop aangeboden, meestal via adviesbureaus die bemiddelen tussen vraag en aanbod en voor die bemiddeling uiteraard een vergoeding rekenen. Commerciële partijen met ruimtelijke plannen – of soms zelfs onze eigen overheid – geven dus geld uit om gratis rechten over te nemen. Over hoeveel geld dat gaat, is niet duidelijk. De prijs van stikstofrechten fluctueert en wordt niet openbaar gemaakt. Wat de plannenmaker ervoor biedt of wat de rechteneigenaar ervoor vraagt, mogen we aannemen. Kortom, stikstofrechten zijn geruisloos in een markt van vraag en aanbod beland, de fosfaatrechten achterna.

In deze stikstofcrisis maken we een opmerkelijke terminologische fout: we hebben het over stikstof-rechten. Rechten zijn er om gedrag in goede banen te leiden zodat anderen geen schade wordt berokkend. Het is intussen duidelijk dat de hoge stikstofuitstoot in Nederland (en daarbuiten) allerlei schade veroorzaakt. De soortenrijkdom in onze natuur staat zwaar onder druk, zowel op het land als in onze wateren. Onze bodem verliest zienderogen vruchtbaarheid en veerkracht. De waterkwaliteit in sloten en rivieren dendert achteruit. Luchtvervuiling veroorzaakt gezondheidsproblemen.

Merkwaardig verdienmodel

Je kunt moeilijk spreken van een ‘recht’ om stikstof uit te stoten als die uitstoot zoveel soorten en systemen beschadigt. Het kan niet een recht zijn om moedwillig levende wezens uit te roeien, de bodem onder de nationale voedselproductie te verpesten, je landgenoten infecties te bezorgen of het drinkwater van je kleinkinderen te vergiftigen. Het kan al helemaal niet de bedoeling zijn om dat recht vrolijk door te verkopen en te verdienen aan de vernieling van je leefomgeving. We moeten deze misleidende term en de onachtzaamheid die eruit voortvloeit per direct afschaffen.


Lees ook: Een volle festivalweide dankzij een lege koeienstal: festivalorganisaties kopen stikstofruimte op

We kunnen beter gratis stikstofplichten uitdelen. De plicht om minder uit te stoten, de plicht om je bedrijfsvoering zo aan te passen dat je geen schade toebrengt aan alle levende wezens in je omgeving. De plicht om simpelweg rekening te houden met anderen, al hebben ze een andere levensvorm of verblijven ze in een ander tijdvak. In het armoedigste geval, de plicht om de rekening te betalen voor de schade van anderen. Zulke plichten zijn bedrijven waarschijnlijk liever kwijt dan rijk, maar doorverkopen zal bijzonder lastig zijn.

Tot nu toe domineert in Nederland de koopman de stikstofcrisis, met een merkwaardig verdienmodel gebaseerd op gratis giften dat de hulp- en voedselbronnen van toekomstige generaties en andere levende wezens ondermijnt. Het is tijd om in deze stikstofcrisis de zelfzuchtige koopman van de kansel te halen en te vervangen door de plichtsbewuste dominee.