N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Modelstudie Zo’n 150 van de 380 gemeenten had niet meteen in lockdown gehoeven aan het begin van de pandemie, blijkt uit nieuw onderzoek naar de coronabeperkingen.
De corona-epidemie in Nederland had met minder nationale maatregelen even effectief kunnen worden bestreden. Een regionale bestrijding per gemeente, gebaseerd op lokale cijfers over besmettingen, had, achteraf bezien, maatregelen zoals een landelijke lockdown overbodig kunnen maken.
Dat stelt een groep Nederlandse onderzoekers in een deze dinsdag verschenen artikel in het wetenschappelijk tijdschrift eLife. Op basis van uitgebreide modellering en berekeningen schatten de onderzoekers dat bij het begin van de uitbraak van corona, drie jaar geleden, ongeveer 150 van de 380 Nederlandse gemeenten niet onmiddellijk in een lockdown hadden hoeven gaan. Vijf weken later zouden nog altijd ongeveer vijftien gemeenten vrij van maatregelen hebben kunnen blijven, vooral in het oosten van het land. De auteurs hebben twee jaar gesleuteld aan een model waarin de Universiteit Utrecht, het Erasmus MC in Rotterdam en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hebben samengewerkt.
De onderzoekers willen niet de indruk wekken dat de coronacrisis door Nederland verkeerd is bestreden. Lang niet alles over de bestrijding was destijds bekend, zegt in een toelichting Sake de Vlas, hoogleraar infectieziektemodellering aan het Erasmus MC in Rotterdam en een van de auteurs van het onderzoek. „Met dit model rekenen kon drie jaar geleden niet. Het heeft dus ook heel weinig zin om heel streng te kijken hoe het destijds is aangepakt.”
Bovendien is het aan de politiek en niet aan de epidemiologen om besluiten over de bestrijding van een pandemie te nemen. „Daar heb ik alle begrip voor”, aldus De Vlas. „Onze berekeningen zijn een onderdeel van beslissingen die door politici worden genomen.”
Nauwelijks effect van sluiting scholen
Uit de berekeningen blijkt dat de thuiswerkmaatregel veel effect heeft gehad; daardoor kon de ziekte zich moeilijker verspreiden. Anderzijds was het effect van de sluiting van scholen op het aantal ziekenhuisopnamen volgens de onderzoekers vrijwel nihil. Verklaring is volgens de onderzoekers dat deze maatregel vrij laat tijdens de eerste golf is gestart en dat bezoekers van scholen doorgaans uit de eigen gemeente komen.
De uitkomsten van het model kunnen volgens de onderzoekers in de toekomst aanleiding zijn voor een meer regionale aanpak, bijvoorbeeld als een onbekend virus op één bepaalde plaats opduikt. De Vlas: „Is dat in Amsterdam of ergens in het noorden of oosten van het land? Dat maakt verschil. En gaan we dan die regio sluiten of gaat dan meteen het hele land plat?”
Dichtbevolkt land
Het onderzoek „geeft aan wat de potentie van een regionale aanpak is”, zegt hoofdonderzoeker Mark Dekker van de Universiteit Utrecht, nu werkzaam bij het Planbureau voor de Leefomgeving. Ook het buitenland kan er z’n voordeel mee doen. „We hebben laten zien dat zelfs in een klein en dichtbevolkt land met een intense mobiliteit zo’n regionale aanpak zin kan hebben. Dat was voor ons zelf een grote verrassing.”
Lees ook: Epidemiologen: met meer coronamodellen kan kwaliteit van voorspellingen verbeteren
Na het uitbreken van de epidemie drie jaar geleden, in het zuiden van het land na het massaal vieren van carnaval, kondigde het kabinet nationale maatregelen af, zoals het advies om thuis te werken, handen te wassen en afstand te houden. Later volgde de mondkapjesplicht en de sluiting van scholen en cafés.
De Vlas: „Toen al waren er vragen uit Friesland en Groningen over het nut van deze maatregelen, aangezien die regio’s nog vrijwel geen infecties hadden. Naar die vraag hebben wij met terugwerkende kracht gekeken.”
Gedachtenexperiment
In een „gedachtenexperiment” zijn de onderzoekers nagegaan wat er zou zijn gebeurd als niet het kabinet maar gemeenten het mandaat zouden hebben gehad om op basis van eigen infectiecijfers maatregelen te nemen.
Hoofdonderzoeker Dekker: „Dan blijkt dat als gemeenten dezelfde maatregelen zouden hebben genomen als het kabinet, er toch heel wat gemeenten dat niet hadden hoeven doen. Zonder dat daardoor het aantal ziekenhuisopnamen zou zijn gestegen.”
Voor het model zijn geanonimiseerde data van mobiele telefoons gebruikt, alsmede mobiliteitsrapporten van Google, en gegevens van het CBS over de samenstelling van de bevolking. Op basis van deze cijfers konden de onderzoekers patronen van bewegingen analyseren.