N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Woningmarkt Volgens een CBS-raming stegen de huizenprijzen tussen 2013 en 2019 in de Randstad het sterkst. De drie jaar daarop was de sterkste stijging juist te zien in grote delen van Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland.
De prijzen in het noordelijke deel van de Randstad stegen tussen eind 2013 en het derde kwartaal van 2022 met zo’n 129 procent.
Foto Remko de Waal/ANP
Wie afgelopen zomer een huis kocht in de regio Haarlem, de Zaanstreek of de metropool Amsterdam, was meer dan het dubbele kwijt van wat kopers in dezelfde gebieden in 2013 betaalden. Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De huizenprijzen in de genoemde regio’s stegen tussen 2013 en 2022 gemiddeld namelijk met circa 129 procent (van bijvoorbeeld 200.000 naar bijna 460.000 euro), landelijk de grootste toename. In grote delen van Zeeland en Limburg stegen de prijzen in dezelfde periode procentueel het minst, ‘slechts’ tussen de 67 en 80 procent.
Wat de CBS-cijfers eens te meer duidelijk maken: de huizenprijzen gingen de afgelopen jaren in heel Nederland door het dak. De huizenprijsstijging ging tot en met het derde kwartaal van 2019 het hardst in de provincies Flevoland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Daar werden huizen in zes jaar tijd gemiddeld zo’n 40 procent duurder. Toen volgde een kantelpunt; huizenprijzen stegen vervolgens juist in gebieden buiten de Randstad het sterkst.
Vanaf dat derde kwartaal in 2019 schoten de huizenprijzen in de provincies Groningen, Friesland, Overijssel, Drenthe en Zeeland namelijk omhoog. Het meest extreme voorbeeld: regio Delfzijl. Daar stegen de huizenprijzen tussen 2019 en 2022 met bijna 54 procent, tegenover 21 procent in de zes jaren ervoor. In onder meer regio’s als Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Gelderland en de Veluwe was dezelfde ontwikkeling te zien, maar ging het om iets lagere prijsstijgingen van zo’n 50 procent. In de Randstad stegen de prijzen gemiddeld met zo’n 40 procent.
Sinds het vierde kwartaal van 2022 dalen de huizenprijzen in vrijwel het hele land weer. De gemiddelde verkoopprijs van bestaande koopwoningen lag in dat kwartaal landelijk 6,4 procent lager dan een jaar eerder.
In Syrië zijn sinds de val van het regime van Bashar al-Assad nog steeds chemische wapens opgeslagen op onbeveiligde locaties. Dat blijkt uit een inventarisatie door de OPCW, de VN-organisatie die zich inzet voor een verbod op chemische wapens, schreef The New York Times zondag.
De OPCW, met zijn hoofdkwartier in Den Haag, schat dat er nog meer dan honderd locaties zijn die verband houden met het Syrische chemischewapenprogramma. Het gaat om plaatsen waar onderzoek is gedaan naar sarin, mosterdgas en chloorgas, en om plaatsen waar deze gassen zijn geproduceerd en opgeslagen. Het aantal locaties is veel hoger dan de 27 waarover Assad in het verleden openheid heeft gegeven.
Vernietiging van wapenvoorraden
De afhandeling van Assads chemischewapenerfenis is een belangrijke toetssteen voor de internationale status van de Syrische overgangsregering onder leiding van president Ahmed al-Sharaa. Om voor een gedeeltelijke opheffing van sancties in aanmerking te komen, moet het nieuwe bewind aan een reeks voorwaarden voldoen, waaronder de vernietiging van alle resterende chemischewapenvoorraden. Eind maart meldde persbureau Reuters dat de Verenigde Staten zo’n lijst met voorwaarden aan Syrië hebben overhandigd.
Al-Sharaa’s rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham (HTS), die het bewind van Assad in december met een bliksemoffensief ten val bracht, wordt door de VS aangemerkt als terroristische organisatie, maar heeft haar banden met Al-Qaida afgezworen. De Syrische minister van buitenlandse zaken, Asaad al-Shaibani, beloofde in maart, tijdens een toespraak tot de OPCW-vergadering in Den Haag, „alle resten van het chemischewapenprogramma dat is ontwikkeld onder het Assad-regime [te] vernietigen” en zich voortaan aan het internationaal recht te houden.
Lees ook
Inzet chemische wapens Syrië is ook een militaire strategie
Zenuwgas
Het staat vast dat Assad chemische wapens heeft gebruikt, zowel in de strijd tegen opstandelingen na het begin van de burgeroorlog, in 2011, als tegen burgers. Bij een aanval in 2013 met sarin in Ghouta, ten oosten van Damascus, kwamen meer dan duizend mensen om het leven. Na die aanval werkte Assad mee aan vernietiging van chemische wapens door een VN-delegatie, die onder leiding stond van Sigrid Kaag. Een jaar eerder had de Amerikaanse president Obama gezegd dat inzet van chemische wapens door Syrië een „rode lijn” zou zijn, met „enorme gevolgen”. Obama suggereerde dat zijn land dan militair zou interveniëren. Toen het eenmaal zover was, gebeurde dat niet.
Van 2013 tot zeker 2018 zijn er aanvallen met strijdgassen gedocumenteerd. En Syrië is nooit gestopt met het importeren van grondstoffen die nodig zijn voor het produceren van deze wapens.
Luchtopnamen van een massagraf in de wijk Zamalka in Damascus, waar slachtoffers liggen van een sarin-aanval door troepen van Assad in 2013.
Foto Hussein Malla/AP
De jongste OPCW-schatting, opgesteld op basis van onderzoek door experts, ngo’s en informatie van lidstaten, is volgens The New York Times onlangs gedeeld met internationale experts op het gebied van non-proliferatie. Het zou deels gaan om bergplaatsen in grotten. „Er zijn veel locaties waarover we niets weten, omdat het regime [van Assad] tegen de OPCW loog”, citeert de krant Raed al-Saleh, hoofd van de Syrische hulporganisatie Witte Helmen.
Israëlische functionarissen hebben eerder gezegd dat Israël tijdens zijn luchtaanvallen in Syrië ook opslagplaatsen voor chemische wapens zou hebben getroffen. Waarnemers maken zich grote zorgen over de beveiliging van opgeslagen wapens, zeker nu er in Syrische kustprovincies opnieuw geweld is uitgebroken tussen gewapende groepen die de nieuwe regering steunen en alawieten, de bevolkingsgroep waartoe Assad behoort.
De Servische president Aleksandar Vucic heeft de politiek onervaren Djuro Macut zondag voorgedragen als premier. Dat melden internationale persbureaus op basis van een toespraak van Vucic. Als het parlement met de voordracht instemt, moet Macut, een hoogleraar geneeskunde, een nieuwe regering te vormen en Servië uit haar politieke crisis helpen.
Naar verwachting zal het parlement, waarin de Servische regering een meerderheid heeft, Macut steunen. Dan heeft de 62-jarige Macut tot uiterlijk 18 april om een nieuwe regering te vormen. Als dat niet gebeurt, volgen er deze zomer vervroegde parlementsverkiezingen. Hoewel hoogleraar geneeskunde Macut, die les geeft over endocrinologie, geen politieke ervaring heeft, steunde hij in het verleden wel de regerende partij van Vucic: de Servische Progressieve Partij (SNS).
De Servische oppositie vindt dat Macut slechts een boegbeeld voor Vucic zou zijn. „De aangewezen premier kan iedereen of niemand zijn, zolang Vucic maar staatshoofd blijft”, zei Pavle Grbovic, leider van de Beweging van Vrije Burgers. „Kennis over polycysteuze eierstokken is geen expertise die helpt bij het besturen van een regering”, zei Boris Tadic, de voormalige president en leider van de oppositiepartij: Sociaaldemocratische Partij (SDS).
Sinds november zijn er massale protesten in Servië nadat een dak van een treinstation instortte waarbij zestien mensen om het leven kwamen. Demonstranten stellen dat die ramp kwam door corruptie en incompetentie van de overheid, omdat het stationsgebouw net was gerenoveerd. Sindsdien gaan er wekelijks mensen de straat op die transparantie van hun overheid eisen over wat er is misgegaan bij de renovatie. Op 15 maart was met honderdduizend Serviërs een van de grootste demonstraties in de geschiedenis van het land.
Lees ook
In Servië houden de protesten aan: ‘We zien hier in Servië een langzaam oprukkende dictatuur’
De negatieve gevolgen van president Trumps invoerheffingen lijken al na enkele dagen over te slaan van de economie naar de politiek. Elon Musk, een van de naaste adviseurs van de president en zakenman met internationale handelsbelangen, heeft dit weekend op verschillende manieren laten blijken dat hij de heffingen niet ziet als het „medicijn dat je soms moet nemen om beter te worden” – zoals Trump het zondag formuleerde.
Zaterdag ging Musk in de tegenaanval, via een videoverbinding op een bijeenkomst van de radicaal-rechtse Italiaanse partij Lega Nord. „Ik hoop, ideaal gezien, dat Europa en de Verenigde Staten overgaan naar een situatie waarin ze elkaar helemaal geen heffingen opleggen, zodat je een vrijhandelszone krijgt.” President Trump heeft een en andermaal beweerd dat de Europese Unie „is opgericht om Amerika een poot uit te draaien”.
Musk, die op Trumps verzoek het project DOGE leidt om de federale overheid drastisch in omvang te reduceren, pleitte verder voor vrijer verkeer van werknemers tussen Europa en de VS. Ook dat staat haaks op een van de speerpunten van het presidentiële beleid, dat migratie hardhandig aan banden legt.
Diezelfde dag gaf Musk lucht aan zijn ergernis over een andere naaste medewerker van de president, Peter Navarro, de hoogste adviseur op het gebied van handel en industrie. De 75-jarige Navarro, die in Trump I al verantwoordelijk was voor het handelsbeleid, wordt gezien als een van de architecten van de heffingen. Onder een bericht op X – het sociale platform dat eigendom is van Musk – waarin de economische kennis van Navarro werd geprezen, schreef Musk: „Een doctorstitel in de economie behaald aan Harvard is iets slechts, niet iets goeds.” En in antwoord op een reactie die Navarro in bescherming nam, schreef Musk nog: „Hij heeft geen ruk gebouwd.”
Zondag bij een talkshow van FoxNews sloeg Navarro terug. Wat Musk volgens hem „niet begrijpt” is dat andere landen de VS in de handel „bedriegen”. Musk „verkoopt auto’s”, zei Navarro. „Hij probeert zijn eigen belangen te beschermen, zoals iedere zakenman zou doen.”
Scheiding der geesten
Zakennieuwszender CNBC becijferde onlangs dat Trumps heffingen de bedrijven van Musk bijna 31 miljard dollar (28 miljard euro) aan waarde hebben gekost. Voor andere tech-bazen geldt hetzelfde. Meta-baas Mark Zuckerberg verloor ruim 27 miljard dollar, Jeff Bezos van het Amazon-concern: 23,5 miljard.
Zo leggen de invoerheffingen een scheiding der geesten in het Witte Huis bloot. Aan de ene kant staan de zakenmensen voor wie de overheid met haar regels de voornaamste vijand is en de onbelemmerde ontplooiing van ondernemingen het hoogste doel. En aan de andere kant de representanten van de MAGA-beweging, voor wie de handelsheffingen een instrument zijn om de Amerikaanse maakindustrie weer op te lappen en de grote bulk van het Trump-electoraat uitzicht te geven op een baan in een autofabriek, textielbedrijven of de staalindustrie.
Trumps adviseurs Peter Navarro, Stephen Miller (plaatsvervangend stafchef van het Witte Huis) en Elon Musk spreken elkaar in de Oval Office in het Witte Huis.
Foto Roberto Schmidt/AFP
Als het om belangen gaat is Navarro zakelijk misschien wel onafhankelijker dan Musk, maar zijn politieke geloofwaardigheid hangt aan de uitwerking van de invoerheffingen. Al sinds zijn aantreden in Trumps Witte Huis in 2017 pleit hij voor een protectionistisch handelsbeleid. Hij was zo belangrijk bij het doorvoeren van invoerheffingen voor China in Trumps eerste termijn dat de Chinese regering hem plaatste op een sanctielijst van Trump-medewerkers. De namenlijst, waarop ook oud-veiligheidsadviseur John Bolton en Trumps ultranationalistische adviseur Steve Bannon stonden, was volgens Beijing gericht tegen mensen die „ernstige schade hebben toegebracht aan de soevereiniteit van China en in hoge mate verantwoordelijk zijn voor het recente Amerikaanse beleid inzake China”.
Ron Vara
De eerste tekenen zijn beslist onheilspellend voor de Amerikaanse economie, en dus ook voor het armere deel van het Trump-electoraat. Beurskoersen kelderden ook in de VS. De meeste economen weerspreken de redenering van Navarro, die zelf in zijn boeken regelmatig ene Ron Vara aanhaalt, als bron van harde economische uitspraken.
Zo schreef ‘Vara’, verwijzend naar de overdaad aan Chinese producten in Amerikaanse winkels, dat „alleen de Chinezen een leren bank kunnen veranderen in een zuurbad, een wieg in een dodelijk wapen en de batterij van een mobiele telefoon in granaatscherven die het hart doorboren”. In 2019 liet The New York Times al zien dat Ron Vara niet alleen een anagram van Navarro was, maar ook een verzinsel van hem. Iets wat Navarro later ook toegaf.
Intussen ondervindt Elon Musk niet alleen nadelen van de regering waarvoor hij werkt. Afgelopen vrijdag tekende zijn bedrijf SpaceX, in een joint venture met vliegtuigbouwers Boeing en Lockheed Martin, een miljardencontract met het ministerie van Defensie – een van de departementen waar Musks DOGE-project duizenden banen wil schrappen en voor 800 miljard dollar aan contracten tegen het licht houdt. Het contract dat SpaceX vrijdag tekende, heeft naar verluidt een waarde van 5,9 miljard dollar.