Hoe de krakkemikkige boerderij uit Hollands Hoop de omgeving verdeelt

Reportage

Erfgoed De Groningse boerderij Hoog Hammen, bekend uit de tv-serie Hollands Hoop, is de inzet van een felle strijd. Het historisch interieur is vernield.

Boerderij Hoog Hammen, februari 2023.
Boerderij Hoog Hammen, februari 2023.

Foto Sake Elzinga

Op een mooie dag in 2012 wordt Dana Nechushtan verliefd. Halsoverkop. Vanuit de verte, rijdend over de smalle landweg, ziet ze haar al liggen. En als ze even later het zandweggetje opdraait, omringd door oude, hoge bomen, weet ze het zeker: deze voldoet aan al haar wensen. De vier hoge ramen in het voorhuis, als donkere ogen, starend over het Groningse platteland. De vijf raampjes erboven, fronsende wenkbrauwen. De deur in het midden, stammend uit 1875, een barse mond.

Dana Nechushtan wordt verliefd op een boerderij.

Als regisseur is Nechushtan op die dag in 2012 op zoek naar een locatie voor haar nieuwe serie, Hollands Hoop. Eerder heeft ze samen met scenarist Franky Ribbens de speelfilm Nachtrit gemaakt, nu willen ze er per se een op het platteland filmen. De succesvolle Amerikaanse serie Breaking Bad, over een bescheiden scheikundeleraar die verandert in een meedogenloze drugsproducent, is het voorbeeld. Maar dan in de Groningse klei.

Nechushtan rijdt al de halve dag rond, als ze net buiten het gehucht Overschild in Noordoost-Groningen de boerderij Hoog Hammen ziet opdoemen. Het erf is leeg, de boerderij oogt verlaten. Achter het voorhuis staan twee stallen, grotendeels aan het oog onttrokken.

In de gevel van de boerderij ontwaart Nechushtan een gedenksteen, „Drie eeuwen zijn dooreen geslacht/ van kind tot kind hier groot gebracht”, een tableau van een Groningse blaarkop, een zijdeur. Ze morrelt aan de knop. De deur geeft mee. Op de vloer erachter liggen een versleten blauwe loper en prachtige plavuizen. Op de muur bladderen handgeschilderde sjablonen – die stammen uit 1875, zal later blijken.

Boerderij Hoog Hammen, uit de interactieve game van de NTR.Foto Roelof de Vries / NTR

Naar de keuken, op de planken in de houten voorraadkasten zit gemeleerd plakplastic. Door naar de woonkamer, op het plafond prijkt een schildering van bladgoud, op de muren zit behang, bruine met grijsblauwe bloemen en strepen – de krant erachter dateert van 1923, ziet ze in het hoekje waar de bloemen en strepen langzaam loslaten.

Het ruikt er muf, naar zwarte vochtplekken, Dana hoeft niet eens goed te kijken om ze te zien. Het maakt haar niet uit. „Dit huis heeft een ziel, herbergt geheimen”, zegt ze. „Dat voelde ik direct.”

Dat gevoel past uitstekend bij de serie. Een psychiater uit de stad (gespeeld door de uit de provincie Groningen afkomstige Marcel Hensema) en zijn yogaende partner (gespeeld door Kim van Kooten) erven een boerderij, met een wietplantage. Niet lang na de verhuizing raakt het hele gezin verstrikt in drugshandel, compleet met schietgrage Oost-Europese handelaren.

De regisseur besluit niet verder te zoeken.

Bevroren dekens

De eigenaar van de boerderij, boer Jan Offenberg, is wantrouwig over de komst van een filmploeg uit de Randstad. Een jaar eerder heeft hij de boerderij gekocht, van een andere boer, Jan Broekema. Het waren diens voorouders, Evert Broekema en zijn vrouw Trijntje, die in 1869 de gedenksteen in de gevel van het toen nieuw gebouwde voorhuis lieten metselen.

Meer dan een eeuw lang werd de boerderij van vader op zoon Broekema doorgeven. Maar bij Jan Broekema stopt het. Want Jan vindt geen vrouw. „En in een zakelijk huwelijk had ik, anders dan sommigen van mijn voorouders, geen zin.”

Jan kan het werk amper aan, de boerderij raakt in verval. Niet dat het gebrek aan comfort hem deert – wat heeft een boer nu helemaal nodig? „In koude winters was mijn adem bij het ontwaken aan de deken gevroren, dan rende ik naar de keuken waar de enige kachel stond.”

In 2011 geeft de laatste mannelijke Broekema het op. Niet lang daarvoor heeft Jan, ruim zestig jaar oud, toch nog een leuke vrouw ontmoet. Hij wil niet dat ze bij hem op de boerderij intrekt: „Bevroren dekens, dat doe je geen enkele vrouw aan.” Bovendien wil hij wel eens iets van de wereld zien. Noorwegen lijkt hem mooi, dus verkoopt hij boerderij en land, aan Offenberg, en vertrekt met zijn echtgenote naar Noorwegen.

De nieuwe eigenaar, boer Jan Offenberg uit het dertig kilometer verderop gelegen Woldendorp, voelt niet zo’n verbondenheid met de plek. En verliefd op de boerderij, zoals regisseur Nechushtan, is hij al helemaal niet. Al dat geklets over authentiek en karakteristiek, over ziel en zaligheid – wat zou het. Hij heeft Hoog Hammen gekocht voor het grasland, bedoeld om zijn koeien te voeden. De boerderij zelf is voor hem niets meer dan een vervallen pand, waar de wind door de kieren giert, de verf van de muren komt en de authentieke grupstal hopeloos verouderd is.

Tegen Dagblad van het Noorden zegt hij: „Die boerderij kan me eigenlijk ook geen donder schelen.” Offenberg heeft de grond gekocht vanwege de prijs: „Veel goedkoper dan die bij mij in de buurt.” Een lapje voor de handel dus, concludeert de verslaggever, voor later.

En inderdaad, niet lang na de koop zet Offenberg de boerderij weer te koop. Maar een goed bod blijft uit.

Dan verschijnt de filmploeg.

Als uitvoerend producent Kim Oomen boer Offenberg voor het eerst ontmoet, treft ze een „argwanende” man. Zo vraagt hij een bankgarantie voor de huur van de boerderij, wat ongebruikelijk is in de filmwereld. Uiteindelijk gaat hij akkoord met de komst van de filmcrew, op één voorwaarde: er mag niet op het gras worden gelopen, want dat is voor de koeien.

In de loop van 2012 beginnen de voorbereidingen voor Hollands Hoop. Buiten plant Nechushtan een groot hennepveld dat moet doorgaan voor een wietplantage. Binnen knapt de crew de pronkkamer en de keuken op; schilderijen aan de muur, kleedje over de keukentafel, lik verf over de grootste vochtplekken.

Het interieur zoals het is aangepast voor de serie ‘Hoog Hammen’. Beeld uit de interactieve game van de NTR.
Foto’s Roelof de Vries / NTR

In 2012 beginnen de opnamen, in 2014 wordt de serie uitgezonden en in datzelfde jaar wint ze een Gouden Kalf voor beste televisiedrama. In één klap is Hoog Hammen een begrip. „Waar staat de boerderij uit Hollands Hoop?” wordt een veelgestelde vraag op internet. Op het eens verlaten landweggetje staat een file in het weekend, van dagjesmensen uit het hele land.

Er komt een vervolg, en nog een, en iedere keer is de boerderij ‘plaats delict’. De Groningse pers jubelt. Hollands Hoop heeft twee Groningse hoofdrolspelers, Marcel Hensema én Hoog Hammen.

Maar boer Offenberg krijgt de boerderij nog altijd niet verkocht.

Opblazen

Op 16 augustus 2012 beeft de aarde in Groningen, harder en vooral ook langer dan tijdens eerdere gasbevingen. Al heeft niet iedereen direct de ernst door; in het nabijgelegen Loppersum denken ze dat de brugwachter de brug over het kanaal te hard heeft laten dichtvallen.

Met een kracht van 3,6 op de schaal van Richter is de beving bij Huizinge de zwaarste in Groningen tot nu toe. De schade is groot; de historische kerk van Huizinge raakt zwaar beschadigd en tot ver in de omtrek moeten huizen worden gestut.

Foto Sake Elzinga

Ook in het veertien kilometer verderop gelegen Overschild voelen ze de schok. Hoog Hammen raakt verder beschadigd. Het fundament vertoont al scheuren, maar na de beving in Huizinge kan een volwassen man zijn onderarm erin steken. De kleinere bevingen die in de jaren daarna volgen, doen het pand geen goed. Ten tijde van de opnames voor het derde seizoen van Hollands Hoop is „het keukenaanrecht zo scheef als een glijbaan”, zegt Nechusthan.

Zo wordt de boerderij langzamerhand een steen om de nek van boer Offenberg; met zulke grote scheuren vervliegt de hoop op een koper.

Producent Oomen bedenkt een plan; ze stelt, half grappend, half serieus, voor om de boerderij in het derde, laatste seizoen op te blazen. „Dat past immers goed in het verhaal.” Offenberg gaat direct akkoord, zegt ze. Maar regisseur Nechushtan verzet zich: „No way. Dit huis heeft een ziel, dat blaas ik niet op!”

Een woord een woord

In 2014 kijkt Leanne Nobel, „net als iedere andere Groninger”, naar het eerste seizoen van Hollands Hoop. Ze herkent Hoog Hammen direct. Vijf jaar eerder heeft ze dagelijks over de smalle landweg gereden, op weg naar haar opleiding tot docent Frans, en iedere keer trok de imposante boerderij haar aandacht.

Het duurt tot 2017 tot ze Hoog Hammen van binnen ziet. De filmploeg is dan al vertrokken, de boerderij is opnieuw aan haar lot overgelaten. Het is zoals acteur Marcel Hensema later zal zeggen: „Hoog Hammen is hét symbool van Groningen. Eens een trotse, welvarende boerderij die nu dreigt te vervallen.”

Foto Sake Elzinga

Nobel kan haar nieuwsgierigheid niet bedwingen en rijdt de oprit op. De boerderij is nog altijd niet op slot. Nobel is, net als regisseur Nechushtan vijf jaar eerder, direct onder de indruk. Dat verbaast niet; als dochter van een Groningse architect die veel historische boerderijen in de provincie opknapt, is het behoud van erfgoed haar met de paplepel ingegoten.

Die dag besluit Nobel de boerderij te redden.

Samen met haar vader maakt ze een plan voor de boerderij; een „ontmoetingsplaats” met onder meer logies, horeca en een klein theater in de oude stal. Ze richt een stichting op, Hoop voor Hoog Hammen, die zorg moet dragen voor de aankoop van het pand, en zoekt in 2019 contact met het Nationaal Programma Groningen. Dit samenwerkingsverband tussen rijk, provincie en gemeenten heeft tot 2030 1,15 miljard euro te verdelen, bedoeld voor „plannen die Groningen écht vooruit helpen”.

Zelf noemen de Groningers het de ‘goedmaakgelden’.

Het voorstel van de stichting is een „een mooi plan”, zegt NPG-directeur Siem Jansen. „Er is goed over nagedacht hoe een monument een nieuwe betekenis te geven.”

Toch zal dat mooie plan in de bureaucratische molen worden vermalen.

In januari 2020, een krap jaar na de oprichting van het Nationaal Programma Groningen, roept datzelfde NPG het project Toukomst in het leven. Hier kunnen Groningers plannen indienen voor hun provincie. Er is honderd miljoen euro beschikbaar, er worden negenhonderd ideeën ingediend. Het plan van de stichting Hoop voor Hoog Hammen is er een van.


Bekijk hier de trailer van Hollands Hoop

Omdat een aantal voorstellen zich op het erfgoed in de provincie richt, wordt er een volgende organisatie in het leven geroepen: Roemte. Bedoeld voor „initiatieven die huisvesting zoeken in leegstaand erfgoed in de provincie; zoals oude scholen, fabrieken of dorpshuizen”.

Geknipt voor Hoog Hammen, denken Nobel en de haren.

Niet lang nadat Leanne Nobel Hoog Hammen is binnen gelopen, rijdt ze voor het eerst naar boer Offenberg. Het is een inktzwarte nacht in 2017, Nobel ziet zijn boerderij pas op het laatst in het licht van haar koplampen opdoemen – op de weg naar Woldendorp, het laatste dorp voordat het land in de Dollard verdwijnt, branden geen straatlantaarns. De immense stal valt het eerst op: „groot”, zegt ze, „zeker voor Groningse begrippen”. Daarnaast staat een „hagelnieuwe” boerderij.

Offenberg is in eerste instantie sceptisch over het plan van de stichting, maar Nobel houdt aan; ze komt naar eigen zeggen zo’n twintig keer langs. Uiteindelijk komt er een deal; de boerderij wordt verkocht, voor 475.000 euro. De afspraak wordt bezegeld met een handdruk, aan Offenbergs keukentafel, want zo heeft de boer het graag. Offenberg, die verder niet wil meewerken aan dit artikel, wil wel dit zeggen: „Ik doe mijn zaken op basis van handen schudden. Voor mij geldt: een man een man, een woord een woord.”

De grond zit niet in het voorlopig koopcontract. Die heeft Offenberg inmiddels verkocht aan een naburige boer, Menno Offringa. Offringa, die al veel grond in de omgeving bezit, zoekt ruimte: voor zijn koeien en voor de mest van zijn zoon, die handelt in mestrechten.

Beeld uit de interactieve game over Hollands Hoop van de NTR. Beeld Roelof de Vries/NTR

Maar hoewel de handdruk aan de keukentafel geformaliseerd wordt in een handtekening onder een voorlopig koopcontract, komt de aankoop niet van de grond. De stichting Roemte, bestemd voor de aankoop van leegstaand erfgoed, heeft haar financiën nog niet op orde en ook een tijdelijke overbruggingsmaatregel van de provincie laat op zich wachten.

„De spelregels voor staatssteun zijn ingewikkeld”, zegt Jansen van het Nationaal Programma Groningen daarover. „We hebben geprobeerd het proces te versnellen, maar liepen tegen de grenzen van de regels aan.”

Intussen raakt boer Offenberg steeds geïrriteerder. De hele gang van zaken sterkt hem in zijn opvattingen: dat ambtenaren en burgers niet te vertrouwen zijn, en bovenal dat hun woord niets waard is. „Leanne en de anderen van de stichting hebben zich niet aan de afspraken gehouden”, zegt hij boos over de telefoon. „En nu weten ze niet van ophouden.”

Thee met shitty uitzicht

Bart Leving woont in het dorp Overschild, waar Hoog Hammen onder valt. In het dorp zijn ze verdeeld over de toekomst van de boerderij, zegt hij. Overschild telt zo’n 350 inwoners. Van hun huizen blijven er in totaal acht behouden – de rest wordt, in het kader van de ‘hersteloperatie’, gesloopt.

„Sommige dorpelingen willen de historische boerderij behouden, anderen zeggen: geef het geld voor de renovatie maar aan ons, voor het herstel of de nieuwbouw van onze huizen. Die mensen zeggen: als ik moet kiezen tussen mijn huis en Hoog Hammen, gooi Hoog Hammen dan maar plat.”

Bovendien vragen de voorstanders van sloop zich af of de boerderij, eenmaal gered en verbouwd tot ontmoetingsplaats met logies en theater, wel de voorspelde economische voorspoed zal brengen. Leving: „Het is niet zo dat we een heel restaurant op de bezoekers kunnen laten draaien. We hebben niet eens een restaurant in Overschild!”

Mensen zeggen: als ik moet kiezen tussen mijn huis en Hoog Hammen, gooi Hoog Hammen dan maar plat

Bart Leving woont in Overschild, waar Hoog Hammen onder valt

Veehouder Menno Offringa, die het land heeft gekocht, heeft geen boodschap aan de plannen. Hij wil vlak naast de boerderij een mestsilo laten bouwen.

Bij de stichting Hoop voor Hoog Hammen schrikken ze zich het ongans: wie wil er straks logeren in strontlucht of een kop thee drinken met uitzicht op een metershoge mestsilo?

En dan doen ze iets, zegt Nobel, wat ze achteraf gezien beter níét hadden kunnen doen. Ze bellen de gemeente. Weet die wel van het plan? En is die te bouwen mestsilo niet in strijd met het bestemmingsplan?

Al snel verschijnen twee gemeenteambtenaren op Offringa’s erf. En hoewel Offringa geen commentaar geeft, laat de precieze gang van zaken zich raden. Duidelijk is dat de ambtenaren een tip hebben gekregen. De boer weet wel van wie.

Dan is het oorlog.

Het voorlopig koopcontract verdwijnt zonder omhaal van tafel; Jan Offenberg verkoopt nu ook de boerderij prompt aan Menno Offringa. Met één pennenstreek wordt de stichting Hoop voor Hoog Hammen buiten spel gezet. Nobel heft haar handen op: „Ruim tweeëneenhalf jaar werk, en allemaal voor niets.”

Muziektheater op zondag

Vol, druk, lawaaiig. Zo treft Dana Nechushtan de boerderij in de zomer van 2022 aan. Tien jaar nadat ze voor het eerst voet over de drempel van Hoog Hammen zet, voor de opname van het eerste seizoen van de tv-serie, keert ze terug om de theatervoorstelling van de serie Hollands Hoop te regisseren.

En alles is anders. Het eens lege erf staat vol met bestelbusjes en vrachtwagens, de stilte wordt verstoord door boren, hamers en zagen. En overal zijn mensen: daar bouwen ze een houten bruggetje over de gracht, daar zetten ze een tribune in elkaar, hier stemmen ze hun instrumenten. Daar tussendoor lopen acteurs, figuranten, cateraars, vrijwilligers.

De voorstelling is van Zummerbühne, „openlucht muziektheater met een sterke verbinding met Groningen”. De toneelopvoering van Hollands Hoop is de eerste van in totaal vijf verschillende muzikale theaterproducties.

In augustus 2022 vindt de voorstelling plaats, op Hoog Hammen. Gedurende 23 avonden voert het gezelschap de toneelversie van de tv-serie op. Opnieuw vormt zich een file op de smalle landweg – die zomer komen zo’n 23.000 mensen kijken.

De cast van Hollands Hoop

Eigenaar Menno Offringa is tegen. Hij is, om te beginnen, een gelovig man en wil niet dat er op zondag wordt opgetreden. Maar het gezelschap heeft een huurovereenkomst met de vorige boer, Jan Offenberg. Daar valt niet aan te tornen.

De repetities zijn nog maar net begonnen als Menno Offringa een hek aan het begin van de oprijlaan plaatst. Dezelfde dag zet hij sloten in de deuren van de boerderij. De situatie escaleert daags na de laatste voorstelling. Het is druk; de tribunes worden afgebroken, de leveranciers halen hun spullen op. Dan belt Offringa. Hij eist de houten hooikap, een decorstuk dat speciaal voor de voorstelling is gemaakt, en de houten brug over de gracht, door het gezelschap aangelegd zodat de acteurs snel heen en weer kunnen rennen, op. Krijgt hij die niet, schreeuwt hij, dan zullen ze wel eens wat beleven.

De crew sputtert tegen. „Wij hebben die hooikap en brug speciaal voor de voorstelling gemaakt”, zeggen ze. „Die zijn van ons, niet van jou.”

Offringa legt direct een ketting om het hek en rijdt een giertrekker voor de uitgang. Nu kan niemand er meer uit.

Jarg de Boer staat die middag vast achter het hek. De verhuurder van legerattributen en kostuums heeft net zijn theatergeweren ingeladen en wil naar huis. Maar Offringa en zijn mannen doen het hek niet open. Ze maken zich breed, schreeuwen naar Jarg en de andere leveranciers. Die voelen zich bedreigd. „Het waren hele grote kerels”, zegt De Boer, „niet van die magere mannetjes uit de Randstad.”

Het waren hele grote kerels, niet van die magere mannetjes uit de Randstad

Jarg de Boer verhuurder van legerattributen en kostuums

Na een paar uur doet Offringa het hek open. De Boer doet later aangifte van wederrechtelijke vrijheidsberoving tegen Offringa. „Niet dat het iets heeft opgeleverd, maar die man moet weten dat dit niet kan.”

Even lijkt de rust terug te keren. Maar dan, een maand na het vertrek van het theatergezelschap, wordt er ’s nachts in de leegstaande boerderij ingebroken. Het interieur wordt deels vernield. Offringa zou het de volgende dag hebben ontdekt.

Er volgt een aangifte en een onderzoek, maar dat stopt al snel omdat er, in de woorden van de politiewoordvoerder, „geen aanleiding is om verder te rechercheren”. De politie kortom, kan niet zeggen wie het heeft gedaan.

Bij de stichting Hoop voor Hoog Hammen hebben ze wel een vermoeden, al kunnen ze het niet bewijzen. Het komt Offringa wel goed uit, zeggen ze daar. Op die manier zou hij onder de door de stichting aangevraagde monumentale status willen uitkomen. Zo’n status brengt beperkingen met zich mee, op het gebied van renovatie, verbouwing of zelfs sloop, en kan Offringa’s plannen vertragen of misschien zelfs wel tegenhouden. Offringa zelf wil niet reageren.

Nu het interieur vernield is, denken ze bij de stichting, kan de gemeente wel eens besluiten dat het niet langer nodig is Hoog Hammen een monumentale status te geven. Dan kan Offringa zijn gang gaan.

Inderdaad besluit het college krap drie weken later Hoog Hammen geen monumentenstatus te verlenen. „Door nieuwe ontwikkelingen (inbraak en vernieling van de boerderij) was het college-advies niet meer actueel”, laat de gemeente desgevraagd weten.

Wel bouwen, niet boeren

Het is januari 2023. Op het erf van Hoog Hammen staat een grote, rode cementwagen. Ernaast een hoge, gele kraan. Vanuit de verte – de boerderij is nog altijd afgesloten, door middel van een hek, een sloot en aarden wallen – kunnen voorbijgangers zien dat er gewerkt wordt.

Op het land achter de boerderij bouwt boer Offringa een stal. De vergunning voor een nieuw te bouwen stal, bedoeld voor ruim driehonderd koeien, is al verleend in 2013. Maar sindsdien zijn er nieuwe regels bijgekomen: een bestemmingsplan, de wet natuurbescherming, het besluit emissiearme huisvesting.

Foto Sake Elzinga

Het leidt, zo blijkt uit een mail van de gemeente aan de stichting, tot een typisch staaltje Nederlands beleid: Offringa mag zijn stal bouwen, maar hoogstwaarschijnlijk niet in gebruik nemen.

Tegen Dagblad van het Noorden heeft Offringa verklaard dat Hoog Hammen wordt wat ze altijd is geweest: een woonboerderij. Maar wel zonder verschoten plavuizen, handgeschilderde sjablonen, historische schappen in de kelder, authentieke spoelkeuken en grupstal. Zonder het karakter van weleer.

Ook in dat opzicht staat Hoog Hammen symbool voor Groningen. De, in de woorden van Marcel Hensema, „eens trotse welvarende boerderij” is van binnen kapot en staat van buiten op instorten. Wat geldt voor Overschild, voor Groningen – slopen is voordeliger dan renoveren – geldt ook voor Hoog Hammen. Misschien dat de boerderij in de komende eeuw opnieuw karakter krijgt. Maar de ziel die Dana Nechushtan die dag in 2012 in de boerderij ontwaarde, de geheimen die ze toen voelde, zijn voorgoed verdwenen.