Varkens aaien en hamblokjes eten op de Parijse boerenbeurs

Reportage

Salon de l’Agriculture Op de jaarlijkse boerenbeurs in Parijs tonen agrariërs uit het hele land hun producten en dieren. „Het boerenleven wordt geromantiseerd.”

De 59ste editie van de Salon International de l’Agriculture in Parijs trekt zo’n 700.000 bezoekers.
De 59ste editie van de Salon International de l’Agriculture in Parijs trekt zo’n 700.000 bezoekers.

Foto Ludovic Marin/EPA

Koeienpoep, gebakken worst en suikerspinnen. De intense geuren volgen elkaar deze week op in Paris Expo Porte de Versailles. In het congrescentrum vindt de jaarlijkse Salon de l’Agriculture plaats. Hier stellen boeren uit alle hoeken van het land hun producten tentoon: wijnen uit alle windstreken, worsten uit de Rhône, kazen uit de Côte-d’Or. Een Eiffeltoren van groente. Leren jassen. En vierduizend koeien, paarden, varkens, honden en andere dieren.

De salon houdt het midden tussen de Huishoudbeurs, een ouderwetse veemarkt en een kermis. Bezoekers lopen tussen prijswinnende, metersgrote koeien. Kinderen hangen over hekken om varkens en honden te aaien.

De Salon de l’Agriculture, die sinds 1954 wordt gehouden, biedt boeren ook een kans contact te maken met politiek Parijs; traditiegetrouw komen de president en afgevaardigen van alle partijen langs. Ook nu opende president Emmanuel Macron de Salon.


Lees ook: Extreem-rechts Frankrijk vreest voor de teloorgang van de Franse keuken „Er is hier zelfs een halalversie van Quick!”

‘J’adore la France’

Voor bezoekers is het een cultureel dagje uit. Dakverkoper Saïd Ghamri (54) heeft met wat vrienden een dag vrij genomen. „We zijn om 5.00 uur vertrokken uit La Marne en hebben hier de hele dag doorgebracht. Het was grandioos: we hebben zoveel mooie producten ontdekt uit Frankrijk en de overzeese gebieden.” Zijn gepensioneerde vriend Gilbert Reinherr (66) voegt toe dat de beurs „de enige plek is waar je in één dag heel Frankrijk kan zien”. „Je ziet hoe divers en rijk het land is, hoe de ene regio van de andere verschilt.” Plechtig: „J’adore la France.”

Ook andere bezoekers roemen de beurs. Politiek assistent Eugénie Barron (41) uit Bordeaux vindt „het mooi hoe het platteland zichtbaar is in de grote stad”. De Parijse schooljuf Ketty Jasonne (51) zegt dat de beurs aan stadse kinderen „de kans biedt voor het eerst in hun leven een koe te zien”.

Maar de duizenden dieren hebben het niet allemaal naar hun zin. Zo gaat de buik van een enorm varken dat naast een stand met worstjes ligt te slapen snel en schokkerig op en neer. Meerdere prijswinnende katten, tentoongesteld in glazen bakken, onttrekken zich in hun kattenbak aan de flitsen van camera’s. Een enorme stier beweegt onrustig heen en weer, voor zover het touw aan zijn kop dat toelaat.

„De meeste klachten van de dieren zijn gelieerd aan de omgeving”, zegt dierenarts Aurelien Meurisse (41) bij de koeien. „Ze zijn gestresst door het geluid, de temperatuur die flink kan oplopen, het voedsel dat anders is dan ze gewend zijn.” Per dag wordt zijn dierenartsenpost dertig tot veertig keer opgepiept. „Vaak nemen we zo’n dier mee naar buiten, doen we een rondje over de parkeerplaats. Als het echt slecht gaat, gaan ze terug naar huis.” Meurisse, die uit Pas-de-Calais komt, zegt dat het „niet heel erg” is omdat de dieren gewend zijn aan markten en beurzen.

President Emmanuel Macron proeft ham bij de opening van de Salon de l’Agriculture, afgelopen zaterdag.
Foto Christian Hartmann/AFP

Brigitte Gothière, oprichtster van dierenrechtenorganisatie L214 (naar het wetboekartikel waarin dieren „gevoelige wezens” worden genoemd), denkt daar anders over. Zij spreekt van „een intens lijden” voor de dieren. „Ze zitten vast in een afgesloten ruimte, worden door duizenden mensen aangeraakt en krijgen te maken met lawaai dat ze niet gewend zijn.”

De Franse landbouwproductie was in 2021 86,6 miljard euro, 17 procent van de Europese productie

Gothière stelt ook dat de beurs niet de échte veeteelt toont. „De Salon is een marketingoperatie waar producenten een geromantiseerd beeld neerzetten van het boerenleven. Deze dieren zijn een soort topmodellen, uitgezocht op hun mooie uiterlijk, op hun grootte. Echte boerderijdieren zien er niet zo uit.” Ook stoort het haar dat wordt gedaan alsof boerderijdieren altijd onbezorgd buiten leven. „Terwijl 80 procent van de dieren die in Frankrijk worden gefokt voor voedselproductie, hun leven doorbrengt in megastallen. En de mutilaties – laat staan de slachting – die de dieren ondergaan, worden niet getoond op de salon.”


Lees ook: Sjiek eten, de Fransen weten hoe dat moet

Heilige gastronomie

Maar de meeste bezoekers lijken vooral schattige varkens en lekkere hamblokjes te zien. Dit komt door de macht van de voedingsmiddelenindustrie, denkt Gothière. „Belangenorganisaties dragen al tijden het beeld uit dat Frankrijk een boerenland is en een Europese grootmacht op gebied van landbouw.” De cijfers liegen er ook niet om: de Franse landbouwproductie was in 2021 86,6 miljard euro, 17 procent van de totale Europese productie en veel meer dan die van bijvoorbeeld Duitsland en Italië. „Ook de als heilig beschouwde gastronomie française hoort daarbij.”

Dat beeld van Frankrijk als boerenland met mooie (vlees)gerechten wordt op de Salon bevestigd door de bezoeken van vooraanstaande politici. En kritiek wordt slecht geduld.

Toch zijn er veranderingen te zien. Dierenarts Meurisse vertelt dat de regels rondom dierenwelzijn ieder jaar strenger worden. Op verschillende plekken is aandacht voor de impact van veeteelt op het klimaat. En er zijn enkele kraampjes met veganistische producten – erg druk is het er niet.

Ook beginnen bezoekers soms uit zichzelf over de omstandigheden waarin de dieren gehouden worden. Zo zegt juf Ketty Jasonne dat ze „niet per se voor het vervoer van al die dieren is”. Haar 14-jarige dochter Anelia zegt dat het haar „raakt dat ze in kooien zitten”. „Dieren horen in de natuur te zijn en rond te kunnen rennen.” En dakverkoper Ghamri zegt dat hij „ongerust” wordt van het beeld van „deze dieren in zo’n onnatuurlijke omgeving”. „Volgens mij houden koeien niet van luide muziek en felle lichten.”

Maar een reden om níet te komen, is het niet. „Het is gewoon een majestueuze plek”, zegt Ghamri. „We hebben bijna twaalf uur hier doorgebracht en nog steeds niet alles gezien. Misschien moeten we nog maar een dagje terugkomen.”