Als de tv-makers David en Simon Groen voor hun satirische kinderprogramma Vlogmania aan een nieuwe sketch beginnen, stellen ze zichzelf als eerste de vraag: hoe kan het uit de hand lopen? Alles mag: een bowlingbal die op een hoofd valt, bedolven worden onder gebruikt wc-papier of, in het geval van hun geliefde slachtoffer Johan, een ziekenhuisopname omdat zijn maag moet worden leeggepompt.
Dat laatste kwam omdat hij voor een challenge twintig snoepjes, twintig augurken én twintig hamburgers moest eten. „En het sadistische”, zegt David Groen, „is dat op die hamburgers natuurlijk óók weer augurken zaten.”
David (46) en Simon (51) maken Vlogmania sinds 2021. De personages in de serie willen doorbreken als vlogger op YouTube. Johan, gespeeld door acteur Rop Verheijen, houdt met zijn vrouw Ans (Tina de Bruin) challenges in een burgerlijke woonkamer voor een handvol volgers. David regisseert, Simon speelt enkele personages. Ze schrijven de sketches samen.
David en Simon hielden al van geweld en viezigheid toen ze kinderen waren. Met hun oudere broer Joris maakten ze video’s met een VHS-camera. Dan speelde de elfjarige David bijvoorbeeld een vrouw die stond te koken en de hand van Simon in de blender deed. Met ketchup creëerden ze een bloedbad.
David: „Het filmpje eindigde ermee dat Simon zijn bivakmuts aftrok, zogenaamd uit de scène stapte en zei: ‘Misschien kun je je íéts meer inleven.’ Het sloeg nergens op, maar wij vinden smerige, bloederige dingen heel grappig.”
Simon: „Ik liet in die tijd met Joris wat filmpjes aan onze schoonmaakhulp zien. Ze zei: ‘Ontzettend leuk, maar misschien kunnen jullie dat geweld eruit knippen?’ Maar dat is juist essentieel.”
David: „Onze vader had een praktijk aan huis als bedrijfspsycholoog, onze moeder werkte daar als secretaresse. We kregen veel vrijheid, maar moesten wel stil zijn. Dat we die videocamera kregen, was ook een manier om ons zoet te houden.”
Jullie moeder vertelde ons dat ze tot haar schrik in een filmpje van Simon en Joris zag hoe het plafond van de gang naar beneden kwam. Dat bleken zelfbedachte special effects, in dit geval een zak meel.
David lacht. „O, ja. En voor schietfilmpjes plakten we rotjes op de muur, voor een rookeffect.”
Simon: „We mochten het huis slopen als dat bijdroeg aan de creativiteit.”
David: „Onze ouders lachten het hardst om ons.”
Simon: „Mijn vader hield wel van een goede grap. Hij zei dat hij kon toveren. Dan liet hij je over een bultje achter zijn oor wrijven en dan lag er een cadeautje achter het gordijn. Hij deed dat ook een keer bij een vriendje van school. Daarna belde de moeder van het vriendje boos op, omdat mijn vader hem had wijsgemaakt dat hij kon toveren. Mijn moeder zei: ‘Ja, maar mijn man kán echt toveren’.”
Dit jaar won Waar liggen die lijntjes? Wat mag niet van de NTR?
David: „Geen bloed, geen pistolen, geen scheldwoorden, geen seks. Maar met seks hadden we sowieso al niet zoveel. Qua humor, bedoel ik.”
Simon: „Kinderen mogen van de publieke omroep niet echt lijden. Juf Harda sluit in het nieuwe seizoen een paar kinderen op in een kooi. Maar uiteindelijk belandt zijzelf in die kooi. Net als bij Hans en Grietje.”
David: „De kinderen moeten winnen, Harda moet verliezen.”
Dat wil niet zeggen dat ze stoppen bij de lijntjes. Zo spelen ze met het idee voor een nieuw filmpje, buiten de NTR om. Daarin laten ze, met behulp van AI, kinderen wegzakken in een vloer van lava, een verwijzing naar het kinderspel De vloer is lava.
David: „Maar dan letterlijk. Met echte lava. Met een vrolijke voice-over erbij is het opeens grappig.”
Simon: „Het mag niet zielig zijn. Of grof. Dus als kinderen gaan huilen, is het niet meer grappig. Maar als ze heel blij in de lava springen en zinken, kun je erom lachen.”
David: „Medelijden zit lachen in de weg, het is een tegengestelde emotie. Dat is de regel.”
Simon: „Hoe gewelddadiger het is, hoe meer je in de vormgeving moet laten zien dat het niet echt is. Dus zetten we er komische muziekjes onder. Felle kleuren. Dan kun je ver gaan met geweld. Ook voor kinderen.”
We zitten op een rustig terras in de Betuwe. Als ze over hun werk praten, wisselen David en Simon Groen elkaar snel af. Wordt het gesprek persoonlijk, dan neemt Simon wat meer het woord en luistert David geconcentreerd. David is ook een vaste regisseur bij Het Klokhuis. Voor dat programma maakten de broers honderden afleveringen van




De fotograaf heeft de geïnterviewden foto’s laten maken met een zelfontspanner
Hun kerk, dat was het Apostolisch Genootschap in Den Haag, een religieus-humanistische gemeenschap. Elke woensdag en zondag gingen ze met hun ouders naar diensten. „Het was een spirituele kerk”, zegt Simon. „Niet zo Bijbelvast, maar met veel groepsdruk.” Ze leerden daar goed kijken. De kerkgangers, „van die volgzame types”, waren later een bron van inspiratie voor de personages in hun werk.
David: „Het ging in die kerk niet over God of Jezus, maar over naastenliefde. Onze vader had als puber de oorlog meegemaakt en was getraumatiseerd. Hij vond troost bij deze kerk, en bij de apostel.” Dat was Lambertus Slok, de oprichter en leider van het genootschap tussen 1951 en 1984.
Simon: „De apostel was een heel charismatische leider. Dat was ook de tragiek: hij werd eigenlijk alsnog de nieuwe God. Elke scheet die hij liet vond iedereen prachtig.”
Wat vond jullie vader zo troostend aan hem?
Simon: „Mijn vader heeft een slechte jeugd gehad, er was veel armoede. Tijdens de oorlog, hij was elf toen die begon, heulden zijn ouders met de NSB. Hij moest naar een opleiding voor SS’ers in Maastricht, daar is hij ontsnapt.”
David: „Weet je zeker dat het zo is gegaan? Ik heb dat nooit van hem gehoord.”
Simon: „Hij praatte inderdaad nooit over die tijd. Ik hoorde af en toe iets via familieleden. Na de oorlog werd de familie uitgekafferd. Hij kon nergens meer terecht, mocht geen school afmaken. Zijn vader overleed vlak na de oorlog aan een verwonding die hij zichzelf had toegebracht om niet naar een arbeidskamp te worden gestuurd. Ik denk dat mijn vader in de apostel een soort vaderfiguur zag.”
Hoe is hij zonder opleiding psycholoog geworden?
Simon: „Hij zei op een dag: ik ben psycholoog. Hij liet kaartjes drukken waarop ‘dr. Groen’ stond. Droeg altijd een maatpak en een goed horloge, ook thuis. Zo is hij succesvol geworden.”
David: „Hij was erg charismatisch. Uitbundig, hij vulde de hele kamer. Zijn cliënten adoreerden hem. Hij kon ze zelfvertrouwen geven.”
Simon: „Maar emotioneel hield hij alles op afstand. Hij praatte nooit over zijn gevoelens.”
Wat merkten jullie van de sektarische kant van dat genootschap?
David: „De kerk ging zich enorm met ons bemoeien toen onze ouders in een huwelijkscrisis kwamen. Er kwamen voorgangers bij ons thuis om het uit te praten. Die bemoeienis vond ik toen al een beetje raar.”
Werd er druk op jullie ouders uitgeoefend om bij elkaar te blijven?
„Ja, dan ging de voorganger eerst met mijn moeder spreken en daarna met mijn vader.”
Simon: „En dat heette dan geestelijke verzorging.”
Op de echte levensvragen, zoals een scheiding, had de kerk geen antwoorden
Het was dus niet de bedoeling dat iemand de harmonie doorbrak.
Simon: „Dat is ook waarom ik uiteindelijk geen zin meer had in de kerk. Op de echte, rauwe levensvragen, zoals een scheiding, waren er geen antwoorden.”
Hun ouders gingen scheiden toen Simon vijftien was en David tien. Voor Simon was het een opluchting. „Er was thuis altijd spanning. En ik was daar gevoelig voor.” Hun vader was alcoholist. Hij dronk al vanaf de ochtend. Vooral bier maar, zegt Simon, eigenlijk dronk hij alles waar alcohol in zat. „Whisky, mondwater.” De broers lachen.
David: „Hij was een meester in het verbergen. Je merkte het pas als hij écht veel gedronken had.”
Simon: „Hij at scheppen rauwe koffie tegen de geur.”
David: „Voordat er een klant kwam.”
Simon: „Hij had een kwaaie dronk. Dan werd hij onvoorspelbaar. Snauwerig. Er werd niet geslagen, maar er was wel altijd die dreiging.”
David: „Thuis dan, hè? Niet naar buiten toe. Dan zat hij met iemand te praten aan de telefoon” – hij zet een overdreven vriendelijke stem op – „ja natuurlijk, prima, oké, daháág. En dan hing hij de telefoon op”, nu wordt zijn stem woedend en luid, “vúíle húfter.” Ze lachen weer. David: „Hij kon zich héél erg ergeren.”
Waren jullie weleens bang voor hem?
Simon: „Ja, ook wel. Ja.”
Wanneer bijvoorbeeld?
Simon: „Ik was altijd bang dat hij mijn moeder wat zou aandoen. Of dat hij zou gaan gooien met spullen. Ik deed weleens een poging om hem aan te spreken op zijn alcoholgebruik, maar dan snauwde hij dat ik me er niet mee moest bemoeien.”
Heeft hij jullie moeder ooit fysiek mishandeld?
Simon: „Gelukkig nooit echt.”
En jullie ook niet?
Simon: „Nee. Maar we kregen wel een ouderwets pak slaag. Billenkoek. Over de knie en dan tien slagen. Dat deed echt pijn.”
Dat vinden jullie geen mishandeling?
Simon: „Nee, dat vonden we oké.”
David: „Ik vond het ook wel terecht, bijvoorbeeld toen ik het behang van de muur had getrokken. Mijn vader was vijftig toen ik geboren werd, hij was nog van de oude stempel.”
Hoe gingen jullie ermee om als hij zo boos was op jullie moeder?
Simon: „Ik probeerde te bemiddelen door aardig te zijn, of koffie voor ze te zetten. Als ze ’s avonds ruzie hadden, werd ik wakker en lag ik te wachten tot het weer stil was. Dan maakte ik me zorgen over mijn moeder. Ze stond machteloos in die relatie. En er werd echt hard geschreeuwd.”

Hun moeder voedde hen vrij op. Ze leefde voor haar kinderen, zegt Simon. Ook zij was getraumatiseerd door haar jeugd: ze werd mishandeld door haar ouders en als gevolg daarvan op haar veertiende uit huis geplaatst. Ze was twintig jaar jonger dan hun vader. Simon: „Samen waren ze een soort Bonnie en Clyde.” Hun moeder ging zogenaamd als journalist langs bij potentiële klanten en zei dan dat ze nog een goede bedrijfspsycholoog wist. Simon: „Zoals die film met Michael J. Fox, The Secret Of My Success. Gewoon jezelf naar de top bluffen.”
Simon, jouw goede vriendin Fré Hooft van Huysduynen vertelde dat leugens, spel en fictie een systemisch thema waren in jullie familie. Dat hebben jullie volgens haar met jullie sketches gesublimeerd naar iets leuks.
Simon: „Zo kun je het wel zeggen. Ja, dat liegen en foppen en bluffen, dat was eigenlijk heel normaal. En ook het theatrale: die kerk was ook heel theatraal.”
David: „En papa zelf ook, met zijn nette pakken en zijn Jaguars die hij steeds in de prak reed.”
Waarom gebeurde dat?
Simon: „Nou, door die alcohol. Het is drie keer gebeurd, geloof ik. En hij kwam er altijd mee weg.”
Zijn jullie je vader gaan begrijpen?
Simon: „Ik snap die boevenkant wel. Dat avontuurlijke, alsof hij in een roman leefde. Hij had een fascinatie voor creatieve criminelen, die bijvoorbeeld een tunnel groeven om uit de gevangenis te ontsnappen.”
Iemand die het gezag steeds te slim af is.
Simon: „Ja, ja. Dat bluffen, dat spelen. Maar wat er nou echt allemaal gebeurde, dat wil ik beter begrijpen. Er dook laatst weer een brief van hem op.” Hij kijkt naar David. „Heb jij die gelezen?”
David knikt.
Simon: „Die schreef hij vanuit de gevangenis, tijdens zijn eerste huwelijk. Hij had al jarenlang een affaire met de zus van zijn vrouw. In een brief van twintig pagina’s bood hij zijn excuses aan aan zijn vrouw.”
Voor de affaire of voor de gevangenis?
„Voor de affaire.”
Simon werd een vaderfiguur voor mij. Een leuke oppas
En waarom zat hij vast?
Simon: „Het gebeurde vaker, meestal voor dronken achter het stuur zitten. Soms ook voor belastingfraude of valsheid in geschrifte. Dan zat hij er een week, of verschillende weekenden. Hij kon zijn gevangenisstraf uitsmeren, zodat het niet opviel.”
Na de scheiding verhuisden de broers met hun moeder van Den Haag naar Scheveningen. Ze nam twee banen: overdag bij een uitzendbureau, ’s avonds notulistenwerk. Simon: „Het ging niet goed met haar. Ze werkte veel te hard om niet financieel afhankelijk te zijn van mijn vader. Ze steunde op mij als de man in huis, juist in de periode waarin een gezond kind pubert. Ik was heel somber in die tijd, ben toen ook voor het eerst een paar jaar in therapie geweest.”
David: „Simon werd een vaderfiguur voor mij. Een leuke oppas. We waren vaak samen thuis. Joris was het huis al uit. We gingen samen filmpjes maken. Dat was het begin van ons als duo.”
Hun vader zagen ze eens per week op zondagmiddag.
David: „Hij zat toen in een depressieve periode.”
Simon: „Ja, tot hij weer een nieuwe vrouw kreeg. Maar eerst deed hij nog een halve zelfmoordpoging, zwom hij heel ver de zee in.”
Expres?
Simon: „Dat bleef een beetje vaag.”
David: „Hij heeft nog drie jaar lang tegen mij gezegd dat hij mijn moeder zo graag weer terug wilde. En ik hoopte dat óók, heel anders dan Simon.”
Simon: „Als we het erover hebben, komen we er altijd achter dat we het heel anders beleefd hebben. David, kun jij je herinneren of die zelfmoordpoging je raakte?”
David: „Oh ja, ik heb hem een brief gestuurd waarin ik zeg hoe erg ik het vond.”
Simon: „Echt?”
David: „Ja, en dat ik hoopte dat hij dat nooit meer zou doen. Ik zat er heel erg mee.”
Hij overleed aan de gevolgen van kanker toen David 22 was. Volgens jullie moeder was de impact daarvan op jullie niet zo groot. Klopt dat?
David: „Ik was als kind altijd bang dat hij zou overlijden, omdat hij een oude vader was. Ik herinner me hoe opgelucht ik was dat hij mijn afstuderen nog heeft meegemaakt. Een paar maanden daarna stierf hij. Ik voelde vrij snel een soort acceptatie.”
In de eindexamenfilm van David figureerde al één van de Vlogmania-personages: de sadistische juf Harda. Ze wordt gespeeld door Simon, met een pruik met lange, donkere haren en een bloemetjesjurk.
Zij had zo bij het Apostolisch Genootschap kunnen zitten. Lieve woorden, maar met een onderliggende woede.
Simon, lachend: „Ja, ja.” Gromt: „Rrrrr. Agressie. Dat klopt ja. Ik zat in een jeugdorkest en daar zat ook een Harda bij. Een aardige vrouw, maar later bleek dat ze mensen uitschold.”
Jullie moeder vindt juf Harda afschuwelijk, zei ze.
Simon: „Oh, ja?”
Wist je dat niet?
Simon: „Nee.”
David: „Ik wist dat wel, ze kan er niet naar kijken.”
Simon: „Waarschijnlijk triggert het iets.”
De wreedheid van juf Harda tegen de kinderen staat haar tegen.
De broers lachen. Simon: „Oké.”
Wat vinden jullie daarvan?
David: „Misschien vanwege haar eigen sadistische moeder.”
Simon: „Het is 100 procent haar projectie.” Hij zwijgt, een beetje ongemakkelijk.
David: „Dat voelt toch niet als een belediging?”
Simon: „Nee, ik weet dat ze het geweldig vindt dat we televisie maken. Maar mijn moeder is niet heel open. Ik heb altijd de indruk gehad dat ze het moeilijk vindt om toe te geven dat onze kindertijd schaduwkanten had. Ze wilde natuurlijk dat wij de ideale jeugd kregen die zij en onze vader hebben gemist, daarom was er ook geld, speelgoed en ruimte voor creativiteit. Het voelde altijd alsof ik daar niet te dichtbij moest komen. Er is zoveel onverwerkt gebleven.”
Ze kon zich geen verband voorstellen tussen haar gewelddadige jeugd, het geweld in jullie filmpjes en Simons werk in geweldloze communicatie.
Simon: „Ik denk dat je alles meeneemt uit je jeugd. In je smaak, in de dingen die je grappig vindt. Comedy is een leuke, mooie manier om op een inspirerende manier gewelddadig te zijn…”
David: „…om ergens mee af te rekenen.”




Het idee voor Vlogmania ontstond een jaar of zes geleden. De broers hadden succes met hun Klokko-filmpjes voor Het Klokhuis. Dat waren absurdistische parodieën op Tel Sell-reclames – denk: ouders die hun lastige kinderen vervangen door poppen die alleen correcte dingen zeggen. Van de NTR mochten ze een gezinsprogramma maken. Ze gingen zich verdiepen in familievloggers, zagen De Bellinga’s en Koetlife. David: „Ik vond het meteen fascinerend. Dat die ouders zich zo uitsloofden voor kijkcijfers. En dat kleine kinderen moesten huilen, en dat ze vervolgens gefilmd werden zonder hun toestemming.”
Simon: „Nu is de privacy van kinderen een politiek thema. Maar dit wordt al tien jaar geaccepteerd.”
David: „Het begon bij ergernis. Zo waren we ook begonnen met de Klokko-filmpjes. Commercie stoort me ontzettend, het idee van de maakbaarheid van het leven. Dat schreeuwt om een parodie.”
Simon: „Die hele beïnvloedingspsychologie.”
David: „De grap is wel onze eerste drijfveer, we willen iets maken waar kinderen en volwassenen om kunnen lachen. Maar automatisch gaat het ook over onderliggende onderwerpen.”
Zoals?
David: „Als ik kinderen vraag wat ze later willen worden, hoor ik: content creator. Omdat het samenhangt met succes. En geld. En bekendheid. Door de populariteit van Vlogmania zien kinderen hoe belachelijk dat is. Ze zien hoe hypocriet familievloggers zijn. Hoe dom die challenges zijn. Jonge meisjes die doen alsof ze model zijn.”
Jullie maakten toch ook filmpjes in de woonkamer?
David: „Bij ons kwam het niet voort uit een drang om miljoenen te verdienen. En wij hebben er jaren over gedaan om ons werk te finetunen. We hebben een jaar in Canada gestudeerd, sketchworkshops gevolgd in Engeland.”
Dus de vloggers spelen een beetje vals, is dát jullie ergernis?
David, nadenkend: „Ja. Ja. Dat is het meer. Als ik de vloggers zie naar wie mijn kinderen kijken, denk ik: wat een lage kwaliteit. Zo slap en zo slapmakend.”
De afstudeerscriptie van Simon ging over „dé twee filosofische ideeën over humor”, van Sigmund Freud en de Franse filosoof Henri Bergson. Die laatste zegt: al het lachen is uitlachen. Simon: „Als iemand uitglijdt over een bananenschil, de oergrap, lachen we omdat we die persoon afwijzen. Moest hij maar opletten.” Freud ziet de lach juist als een bevrijding: we moeten de hele dag al opletten dat we niet uitglijden over een bananenschil, wat heerlijk dat iemand overkomt wat ik krampachtig probeer te vermijden. „Die twee ideeën lijken tegenovergesteld, maar in humor zitten ze allebei, denk ik. In dat dubbele ontstaat de lach. Maar dat is geen recept voor een sketch.”
Wat maakt iets grappig?
Simon: „Wij vinden de vervanging leuk. Zoals die voetbalwedstrijd voor Griekse filosofen van Monty Python. Alle voetballers zijn vervangen door filosofen. En dan krijg je iets heel grappigs. We gebruiken ook veel poep- en plashumor.”
David: „Misschien zijn we in die fase blijven hangen.”
Simon: „Mijn moeder had ooit de fotograaf van het Koninklijk Huis geregeld voor een gezinsfoto, want het moesten de allerbeste foto’s worden. Die man kreeg ons niet aan het lachen. Terwijl hem dat altijd lukte. En toen zei mijn moeder: ‘Misschien moet u eens een poep- en plasgrapje proberen.’ Zei die keurige man heel krampachtig ‘poep’.” Simon trekt een zuur gezicht. „We lagen een uur lang in een scheur.”
Simons vriendin Fré zei: ‘Het getuigt van hoge intelligentie als je poep- en plasgrappen kúnt maken.’
Simon: „Omdat je speelt met het contrast. Als je het gebruikt in een bloedserieuze context, wordt het opeens grappig.”
Geldt dat ook voor grappen over geweld?
David: „Ja, misschien wel omdat we zelf zo netjes en beleefd zijn, zo ingehouden. We vragen ons soms af: hoe kunnen we ons ontdoen van onze braafheid? Misschien zit de grap al in dat telefoongesprek van mijn vader, die vriendelijk blijft en daarna alles bij elkaar vloekt.”
Jullie grimeur Arjen van der Grijn, die ook voor Van Kooten en De Bie werkte, ziet jullie als hun laatste erfgenaam. Dat kan ook een last zijn.
Simon: „Ik vind het leuk om in die traditie te staan. We krijgen weleens commentaar dat we ouderwetse jarentachtigtaal gebruiken. Ik houd daar juist van. We vinden het ook leuk om oudere acteurs van stal te halen, zoals Arjan Ederveen.” Hij kijkt naar David. „Jij bent nog relatief hip.”
David: „Ik zeg altijd voor de grap dat Simon geestelijk een oude lul is. Omdat hij niets kent, geen tv-programma’s kijkt, niks met het nieuws heeft. Wel met AI, trouwens.”
We hoorden dat Simon soms nachtenlang rollenspellen speelt met ChatGPT.
Simon: „Ja, ik voer daar soms lange gesprekken.”
Hoe werkt dat?
Simon: „Je kunt alles verbeteren met AI. Wij gebruiken het voor onze brainstorms. Dan vragen we ChatGPT: waar kan de familie Kick [één van de vlogfamilies in Vlogmania] naartoe op vakantie? Maar ik gebruik het ook in persoonlijke relaties. ChatGPT is psychologisch heel sterk en kan conflicten goed in kaart brengen. Je vult in wat je van iemand weet, boeken die hij of zij leest, goede en slechte eigenschappen, ervaringen. En dan vraag je om een profiel van deze persoon. Ongelooflijk wat je dan leest.”
David: „Voor ons werk is het ook nuttig, met special effects. In het nieuwe seizoen van Vlogmania krijgt Ruben van der Meer [de acteur die Michael Kick speelt] een vishaak door zijn wang. Dat zag er met AI heel goed uit. Maar ook als we een auto in brand laten vliegen.”
Simon: „Fascinerend dat het thema geweld zo’n rode draad in ons leven en werk blijkt te zijn.”
Hadden jullie dat nooit zo bedacht?
„Nooit zo expliciet. Het is opmerkelijk, wel.”
