Komt een vrouw bij de dokter, die zegt: dokter, mijn menstruatie is gestopt. De dokter kijkt naar de 37-jarige vrouw van wie hij weet dat ze net een traumatische scheiding achter de rug heeft. „Dat komt vast door de stress”, zegt hij, „niks om je zorgen over te maken.” En hij stuurt haar naar huis.
Die vrouw was ik. En de dokter had gelijk, alleen in een mate die hij niet kon bevroeden. Ik had zo veel stress dat ik een vervroegde overgang doormaakte. Dat hoorde ik alleen pas jaren later van een oplettende co-assistent. Ik bleek dringend hormoontherapie nodig te hebben om botontkalking en hartproblemen te voorkomen, vertelde de gynaecoloog naar wie ik werd doorverwezen. „Dat je die nog niet hebt gehad, kost je zo een paar jaar van je leven.”
Dat mijn huisarts niet de link wist te leggen tussen stress en een vervroegde overgang is exemplarisch voor wat er mis is in de Nederlandse gezondheidszorg. Artsen hebben te weinig kennis van het vrouwenlichaam en kijken naar klachten afzonderlijk in plaats van holistisch. Daarbij hebben ze een nauwe focus op wat critici de ‘bikini-lijn’ noemen: borsten, baarmoeder en eierstokken. Maar een vrouw is meer dan haar voortplantingsorganen, en ook daarmee samenhangende problemen vergen een holistischere blik.
Begin juli kondigde de demissionaire minister van Volksgezondheid een Nationale Strategie Vrouwengezondheid aan, ter waarde van 27,5 miljoen euro. Goed nieuws, zou je zeggen. Maar dit geld was al begroot, wat betekent dat er geen euro extra wordt uitgetrokken. Bovendien blijft de aanpak gericht op de reproductieve gezondheid. Terwijl het Verenigd Koninkrijk in 2022 een uitgebreide women’s health strategy lanceerde en Frankrijk een nationale strategie afkondigde voor een holistische, multidisciplinaire aanpak van endometriose, blijft Nederland steken in een gefragmenteerd systeem dat vrouwen reduceert tot wandelende babyfabrieken.
Antenne van het hart
Zo op het oog lijkt de Nationale Strategie Vrouwengezondheid veelbelovend. Naast vrouwspecifieke aandoeningen wordt er ook gesproken over vrouwsensitieve aandoeningen: ziektes die zich bij vrouwen anders manifesteren. Maar als je het goed leest, zie je dat al het geld gaat naar vrouwspecifieke zorg (lees: de bikinilijn). Er gaat geen cent naar vrouwsensitieve zorg of innovatie. De strategie vermeldt „multidisciplinaire samenwerking”, maar biedt geen concrete plannen voor holistischere zorg, geen systematische veranderingen in het medisch onderwijs, geen verbeteringen in de data-infrastructuur. Dit gaat niet over vrouwen, dit gaat over een deel van het vrouwenlichaam, zeggen Jeanine Roeters van Lennep (internist in het Erasmus MC) en Hanneke Takkenberg (klinisch epidemioloog en hoogleraar in het Erasmus MC) als ik ze vraag naar hun visie.
Roeters van Lennep en Takkenberg richtten eerder dit jaar het Women’s Health Research & Innovation Center op om silovorming in de geneeskunde aan te pakken, waarbij specialisatie voorkomt dat breder gekeken wordt. Ze leggen het zo uit: als een man bijvoorbeeld erectiele disfunctie heeft, gaat hij naar de uroloog. Maar de penis is de antenne van het hart, oftewel: als er iets mis mee is, is dat vaak een vroege ‘marker’ voor hart- en vaatziekten. Een arts moet dan geen viagra voorschrijven, maar cardiovasculaire preventie. Bij vrouwen is het echter nóg belangrijker om breder te kijken. Je hebt de menstruatiecyclus, zwangerschappen, menopauze. Daar is weinig kennis over, veel artsen vinden dat het terrein van de gynaecoloog. Van migraine is vaak wel bekend dat het aan de cyclus gebonden is, maar ook darmziektes, hartritmestoornissen of epilepsie kunnen ermee samenhangen.
Het resultaat is dat diagnoses worden vertraagd, vrouwen medicijnen met gevaarlijke bijwerkingen krijgen en levensreddende behandelingen missen. Zo krijgen vrouwen met hevige menstruatie (nog steeds) regelmatig ijzerpillen voorgeschreven tegen bloedarmoede, zonder dat er wordt gedacht aan een achterliggende bloedstollingsziekte. Zo worden symptomen van hartziekten afgedaan als ‘angst’, en krijgen vrouwen vervolgens een hartaanval die voorkomen had kunnen worden. En zo worden vrouwen van 37 met uitblijvende menstruatie naar huis gestuurd met het advies rustig aan te doen, terwijl ze eigenlijk levensverlengende hormoontherapie moeten krijgen. Daar zal deze Nationale Strategie niets aan veranderen.
Ruis in de geneeskunde
De ongelijkheid in de geneeskunde is niet nieuw. Vanuit verschillende hoeken is al aangetoond dat er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen die te weinig worden opgemerkt door de gezondheidszorg. Belangenorganisatie Women Inc. heeft hier al meerdere campagnes over gemaakt en is ook een drijvende kracht achter de Nationale Strategie die er nu ligt. Dat deze toch geen progressie boekt, heeft volgens de experts te maken met diepgewortelde weerstand tegen echt genderonderzoek. Psycholoog Petra Verdonk, die promoveerde op sekse en gender in het geneeskundeonderwijs, is daar helder over: vrouwen zijn de ruis in de geneeskunde; in medische studies worden ze vaak gezien als storende variabelen die de ‘echte’ (mannelijke) data vertroebelen.
Deze bias begint al in het laboratorium. Mannelijke cellen zijn makkelijker op te kweken dan vrouwelijke, en die worden daarom vaker gebruikt voor onderzoek. Vrouwelijke cellen zijn complexer door de twee X-chromosomen, maar in plaats van methodes te ontwikkelen om die complexiteit te begrijpen, kiest onderzoek voor de makkelijke weg: mannelijke cellen bestuderen en hopen dat het ook voor vrouwen geldt. En als een onderzoeker de verschillen wel serieus neemt, leidt dat vaak tot weerstand vanuit de gevestigde orde in het vakgebied.
Deze weerstand is niet toevallig. De gezondheidszorg kent volgens insiders een masculiene cultuur, competitief en ieder zijn deel. Dat botst met de holistische, multidisciplinaire aanpak die vrouwengezondheid vereist. Het gevolg is een medische wetenschap die vrouwen systematisch benadeelt, ondanks alle goede bedoelingen van beleidsmakers en artsen.
Een schijntje
Alsof dat vanuit moreel oogpunt niet al bezwaarlijk genoeg is, ligt er ook een ijzersterke business case. Met een vergrijzende bevolking en stijgende zorgkosten wordt de gebrekkige vrouwengezondheid namelijk alleen maar urgenter. Nederland zou volgens onderzoekers van VU Amsterdam 7,6 miljard euro kunnen besparen door betere zorg voor vrouwen.
In dat licht bezien is die 27,5 miljoen euro een schijntje. Reken maar uit: een paar euro per vrouw per jaar. Zoals Takkenberg terecht opmerkt: hoeveel is een vrouw waard in Nederland?
Het is een vraag die ik mezelf niet eens stelde toen ik destijds met een halfbakken advies naar huis werd gestuurd. Evenmin ging ik terug, drong ik aan, ik accepteerde simpelweg dat de dokter wel zou weten wat goed voor me was. Die dokter dacht dat ongetwijfeld zelf ook. Dat is wat me zorgen baart. Je kunt niet vragen naar wat je niet weet dat je mist. We leggen als vrouwen onze gezondheid in handen van een systeem dat ons systematisch benadeelt, maar wij noch de artsen zijn zich daar bewust van. Nu de overheid met veel tamtam een weinig heilzame strategie aankondigt, verdwijnt de ongelijkheid niet. Integendeel, ze wordt alleen maar groter.
