Duizend Iraanse demonstranten aangeklaagd voor ‘sabotage, geweld en moord’


Protesten De betogers moeten deze week voor de rechter verschijnen, omdat ze een belangrijke rol zouden hebben gespeeld tijdens de demonstraties tegen het islamitische regime.

Demonstranten bij een protest aan de Universiteit van Noord Teheran, afgelopen weekeinde.
Demonstranten bij een protest aan de Universiteit van Noord Teheran, afgelopen weekeinde.

Foto UGC video via Reuters

Tijdens de zevende week van protesten in Iran zijn in de hoofdstad Teheran duizend betogers aangeklaagd. Dat meldt het Iraanse persbureau Irna maandag. Ze moeten voor de rechter verschijnen, omdat ze een belangrijke rol zouden hebben gespeeld tijdens de demonstraties tegen het islamitische regime.

De mensen die zich voor de rechtbank moeten verantwoorden worden verdacht van „sabotage, geweld en moord tegen de ordediensten en het in brand steken van publieke eigendommen.” De processen zullen deze week plaatsvinden.

Het Iraanse regime wil met de aanklachten een einde maken aan de protesten in het land die al zeven weken duren. De protesten ontstonden na de dood van de 22-jarige Mahsa Amini, die in september werd gearresteerd omdat ze zich niet aan de islamitische kledingvoorschriften had gehouden. Een aantal dagen na haar aanhouding overleed ze in detentie.

Zaterdag zei Houssein Salami, het hoofd van de machtige Iraanse Revolutionaire Garde, het militaire elitekorps van Iran, dat het „de laatste dag van het protest zou zijn” en dat er voortaan streng opgetreden zou worden tegen de demonstranten. „Deze rebellie zal slecht voor jullie aflopen.” Volgens Iraanse mensenrechtenorganisaties zijn er sinds het begin van de protesten zeker al 270 mensen om het leven gekomen en zeker 14.000 mensen gearresteerd.