
Jongvolwassen Oekraïners in Nederland verkeren in limbo. Ze kunnen niet terug naar hun land, maar in Nederland kunnen ze ook niet bouwen aan hun toekomst. Onlangs werd de einddatum tot wanneer Oekraïners mogen blijven weer verlengd, nu tot 1 maart 2027. In de tussentijd zitten de jongeren onder hen in de wachtstand als het gaat om hun opleiding.
Er zijn nu 120.000 Oekraïense vluchtelingen in Nederland, onder wie 21.000 kinderen en jongeren. Stichting voor Vluchtelingen-Studenten (UAF) waarschuwt dat deze jongeren een lost generation dreigen te worden. Ze leven zonder perspectief en in voortdurende onzekerheid, een schrijnende situatie die in de eerste plaats te maken heeft met de oorlog in hun land, maar ook met hun juridische status.
Oekraïners zijn weliswaar vluchtelingen, maar vallen niet onder het asielrecht. Op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming hebben zij recht op verblijf, toegang tot de arbeidsmarkt, huisvesting, medische en sociale bijstand en onderwijs voor kinderen. Dat is mooi, maar in dat rijtje van rechten ontbreekt iets fundamenteels.
Anders dan statushouders hebben de Oekraïense vluchtelingen na hun achttiende verjaardag geen recht op onderwijs. Studiefinanciering krijgen ze niet en als ze een hbo- of universitaire opleiding willen volgen, moeten ze het collegegeld zelf betalen. Omdat Oekraïne geen lid is van de EU betalen ze in plaats van het wettelijk vastgestelde collegegeld van 2.600 euro het zogenoemde instellingstarief, dat varieert van 8.000 tot 15.000 euro.
Uit cijfers van het CBS bleek vorig jaar dat een ontstellend hoog aantal Oekraïners tussen de 17 en 23 jaar geen opleiding volgt: vier op de vijf. Dat betekent niet dat ze allemaal op de bank hangen. Ongeveer de helft van de Oekraïense jongeren heeft betaald werk.
Maar wie fulltime werkt, heeft geen tijd om te studeren. Het gaat bovendien vaak om ongeschoold werk tegen een laag loon, waarvan ze ook nog een bijdrage aan de gemeente moeten betalen voor hun tijdelijke huisvesting. Die bijdrage gaat vanaf oktober omhoog naar 244 euro per volwassene. Dan blijft er voor een eventuele studie weinig over.
Deze situatie is onwenselijk. Zo blijft deze generatie veroordeeld tot laaggekwalificeerd werk, terwijl er op de Nederlandse arbeidsmarkt dringend behoefte is aan goed opgeleide werknemers. En als ze terugkeren naar hun land, zal daar ook behoefte zijn aan mensen die kunnen bijdragen aan de wederopbouw.
In collegejaar 2022-2023 gold voor Oekraïense studenten nog het lagere wettelijke collegegeld. Dat dit nu niet meer zo is, komt doordat universiteiten en hogescholen het zelf moesten betalen, terwijl ze moeten bezuinigen. UAF heeft met een aantal onderwijsinstellingen afspraken kunnen maken over een verlaagd collegegeld, maar daar kunnen nu slechts 250 Oekraïners gebruik van maken. De groep die graag zou willen doorleren na de middelbare school omvat volgens UAF vijf- tot zevenduizend mensen.
Het is billijk om wat ruimhartiger met deze groep om te gaan. Veel Oekraïners in Nederland werken, betalen belastinggeld en dragen zelf bij aan hun huisvesting. Hun verblijfsduur wordt telkens verlengd en de kans is groot dat ze ook na maart 2027 nog in Nederland zullen zijn. Naast vrede in hun land is hun ook perspectief gegund op een toekomst waarin ze als goed gekwalificeerde werknemers kunnen meedraaien op de arbeidsmarkt. Of dat nu in Nederland is of in Oekraïne.
