
In 2019 noteerde een verslaggever van Quote nog dat het „opvallend fris” rook in de dure, chique, door influencers opgehemelde Amsterdamse sportschool Saints & Stars die hij bezocht, zeker „voor een hok waar dagelijks honderden mensen zich fysiek laten martelen”. Zijn oog viel er op kledingrekken met sexy sporttenues van het eigen merk. Hij citeerde sportschooleigenaar Tom Moos: „Je hoopt dat het een brand wordt waarin iedereen trots wil rondlopen.”
Sinds vrijdag is het dat zeker niet meer. Toen onthulde verslaggever Tahrim Ramdjan in de Amsterdamse krant Het Parool hoe minstens 23 Filipijnse en Indonesische medewerkers die de vier vestigingen schoonhielden, op verschillende manieren werden uitgebuit.
De schoonmakers vertelden dat ze zeven dagen per week moesten werken, tot zeventien uur per dag. Dat de sportschool hun paspoort had ingenomen. Dat hun een werkvisum was beloofd, wat er niet van kwam, waardoor hun verblijfsvergunning verviel en ze illegaal werden in de Europese Unie. Dat sommigen werden gehuisvest in een huis van de sportschooleigenaar, waar ze met twee of drie andere schoonmakers die ze niet kenden in één bed moesten slapen, of op de grond. Het Parool zag appjes waarin het hoofd housekeeping van Saints & Stars dreigde het loon van de schoonmakers in te houden als klanten zouden klagen over de schoonmaak.
Influencers
Woensdagavond heeft de Opsporingsdienst van de Arbeidsinspectie de boekhouder van een Amsterdamse sportschool aangehouden wegens valsheid in geschrifte. De Arbeidsinspectie mag niet zeggen om welke sportschool het gaat, maar Filipijnse en Indonesische schoonmakers hadden misstanden gemeld en na controles bleek dat 23 schoonmakers niet in Nederland mochten werken. De Arbeidsinspectie onderzoekt nu onder meer of er vervalste documenten in de personeelsadministratie zitten.
Saints & Stars liet aan Het Parool weten volledige medewerking aan het onderzoek te verlenen en verklaarde: „In lijn met onze kernwaarde, namelijk dat het welzijn en de gezondheid van mensen vooropstaat, zullen wij de komende tijd eerst de bevindingen van het onderzoek afwachten en hierna alles in het werk stellen om een goede oplossing te vinden voor alle betrokkenen.”
Intussen zijn vier bezorgde Parool-lezers een crowdfunding voor de schoonmakers begonnen. Ze kenden elkaar niet, maar meldden zich bij de krant, die hen bij elkaar bracht. „Ik las het artikel en werd heel boos”, zegt Rébecca Franco, postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Zij doet het woord ook namens Nika Šimičić, Demi en Isabelle (die liever hun achternaam niet noemen). „Het is goed dat de sportschool wordt aangepakt en dat de inspectie onderzoek doet, maar de schoonmakers hebben direct hulp nodig. Ze hebben geen papieren, geen huisvesting en geen inkomen.”
Onderzoek
Het streefbedrag is 80.000 euro. „Dat is voor 23 mensen één à twee maanden inkomen. Het is om een gat te vullen, zonder de verantwoordelijkheid te willen wegnemen bij Saints & Stars.” Binnen 24 uur werd er ruim 22.500 euro gedoneerd. „Wat ik heel erg hoop”, zegt Franco, „is dat alle mensen die brand ambassador zijn geweest voor Saints & Stars het geld dat ze daarmee hebben verdiend willen doneren.” Ze heeft verschillende influencers via hun managers gemaild, maar had zaterdagmiddag nog van geen van hen iets gehoord.
Zowel de crowdfunders als de Arbeidsinspectie hebben contact met de schoonmakers, maar willen niet zeggen hoe het met hen gaat. „Ik wil niet voor hen spreken”, zegt Franco. „Het is vertrouwelijke informatie”, zegt Daniëlle Rebel, woordvoerder van de Arbeidsinspectie. „Ik kan ook niet zeggen om welke sportschool het gaat.” Rebel benadrukt dat de Arbeidsinspectie weinig bevoegdheden heeft als het gaat om de slachtoffers; daar zijn organisaties als FairWork en het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel (CoMensha) voor. De Arbeidsinspectie richt zich op overtredingen van arbeidswetten.
„Het is mooi dat er zoveel aandacht is voor deze 23 mensen”, zegt Rebel. „Maar deze situatie is helaas niet uniek. Het is heel naar om te zeggen, maar we komen dagelijks situaties tegen waarin mensen bijvoorbeeld onderbetaald of op staande voet ontslagen worden of niet eens weten wie hun werkgever precies is.” In welke branches speelt dat vooral? „De schoonmaakbranche, de distributie, de vleessector, de industrie, de bouw. Sectoren waar veel werk dat vast zou kunnen zijn door flexarbeiders wordt gedaan. Vaak gaat het om arbeidsmigranten die tegen een laag loon niet-specialistisch werk doen.”
Stad voor de rijken
Het is geen toeval dat dit nu bij schoonmakers gebeurt, zegt ook Franco, die zelf onderzoek doet naar uitbuiting van mensen die huishoudelijk werk en sekswerk doen via online platforms. „Die groep wordt gemarginaliseerd en daar doen we met zijn allen aan mee. Neem zo’n chique luxe sportschool waar mensen alleen maar op zichzelf letten en niet zien dat anderen worden uitgebuit. We zijn van Amsterdam met zijn allen een stad voor de rijken aan het maken. Alles moet gladgestreken worden en wat niet gladgestreken kan worden, wordt onzichtbaar gemaakt.”
Dat speelt breder dan Amsterdam. „Nederland is een lagelonenland aan het worden”, zegt Rebel. „Je kunt je afvragen hoeveel distributiecentra Nederland eigenlijk moet hebben en of de vleessector hier wel zo groot moet zijn als je ziet dat meer dan de helft van dat vlees naar de export gaat. De lasten van al dat flexwerk worden afgewenteld op de samenleving. De zorg staat onder druk, er is een woningtekort, door stikstof kunnen we weinig huizen bouwen. En de groep arbeidsmigranten die naar Nederland worden gehaald blijft maar groeien. Voor veel mensen is dat niet zichtbaar. Maar hoeveel pakketjes laat je bijvoorbeeld bezorgen? Dat zijn morele vragen, die mensen zich kunnen stellen en waar ze zich meer bewust van mogen zijn.”
Maar, zegt Rebel, uiteindelijk zijn werkgevers natuurlijk verantwoordelijk voor de werkomstandigheden van hun medewerkers. „Zij moeten zorg dragen voor goed werkgeverschap. Zij zijn verantwoordelijk voor gezond, veilig én eerlijk werk.”
