Toen de varkens eenmaal weg waren, haalde Leon Janssen als eerste de alarmkiezer uit de stallen, het apparaatje dat hem oppiepte als er iets mis was. „Voor de varkens moet je altijd klaarstaan. Nu kan ik mijn telefoon gewoon ergens laten liggen en ik zie wel wie er gebeld heeft.”
Na bijna veertig jaar met varkens besloot Janssen (56) in september 2023 te stoppen met het bedrijf dat hij van zijn vader overnam en dat zijn opa begon in Heide, een dorp naast Venray. Leon Janssen had toen 2.600 vleesvarkens. Een jaar nadat hij de aanvraag voor de landelijke uitkoopregeling had ingevuld, waren zijn beide stallen leeg. Nu is hij daar nog steeds zes dagen per week te vinden, maar dan om ze te slopen. Dat doet hij in zijn eentje. „Ik noem het mijn verwerkingsproces, het voelt als afscheid nemen.”
Op het erf, op een paar minuten rijden van zijn woonhuis, ligt het resultaat van zijn sloopwerk. Houten pallets, plastic buizen, stenen en een hoop schroot. Tegen de muren van de stallen groeit onkruid.
De inrichting – hokken, voederbakken – is al weg. Janssen ontmantelt nu het geraamte van de nieuwste stal, uit 2014. Die had een luchtwasser tegen de uitstoot van ammoniak en de stank, en emissiearme putten voor de mest. De stal had eigenlijk nog tien jaar mee gekund; hij probeert nog zoveel mogelijk onderdelen te verkopen. Hij wijst naar een stapel isolatiemateriaal op de grond: „Allemaal brandklasse B.”
Ik noem het mijn verwerkingsproces, het voelt als afscheid nemen
Janssen is in de regio niet de enige boer met ‘uitverkoop’. Afgelopen jaar is het aantal varkensbedrijven met zo’n vijfhonderd gedaald als gevolg van de landelijke uitkoopregeling. Veehouders konden zich er tot december 2023 voor aanmelden. Door de regeling telt Nederland voor het eerst sinds 1979 minder dan 10 miljoen varkens, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag. De uitkoopregeling is opgetuigd om de neerslag van stikstof op kwetsbare natuurgebieden te reduceren.
Venray voorop
Overal in het land worden stallen gesloopt. Dat is een eis van de stoppersregeling. Maar wat komt er voor in de plaats? Daar worstelen boeren en gemeenten mee. Venray voorop, want in geen andere gemeente hebben zoveel boeren zich aangemeld voor de uitkoopregeling. In Venray deden 72 boeren een aanvraag, van wie 60 varkenshouders. Zo dreigt driekwart van de varkenshouders in de gemeente ermee te stoppen – het CBS telde afgelopen jaren zo’n tachtig varkensbedrijven in Venray. Al kan een deel er nog van afzien. Ook Martin Houben meldde zich aan, een van de grootste varkensboeren van het land. Zijn hoofdkantoor en een deel van zijn stallen staan in Ysselsteyn, op twee kilometer van de stal van Leon Janssen.
Janssen besloot te stoppen om verschillende redenen. Geen van zijn drie kinderen ging het bedrijf overnemen, zijn gezondheid laat te wensen over. „Maar met name ben ik de regelgeving in Nederland een beetje moe.” Niet eerder heeft hij hoeven bedenken wat hij wilde doen. „Het is mij nooit gevraagd, ik werkte vanaf mijn twaalfde al mee in het bedrijf.”
Lees ook
Drie keer de goudprijs voor een gram minder stikstof – hoe duur het kan zijn om een varkensboer uit te kopen
Even was er het idee een palingkwekerij te beginnen, maar dat viel af toen hem duidelijk werd dat je ook voor palingen vierentwintig uur per dag bereikbaar moet zijn, mocht er iets mis zijn in de bassins. Hij kwam in contact met een lokale autohandelaar, die een plek zocht voor zijn bedrijf. „Dat leek me leuk. Maar dat is gestrand omdat de gemeente geen detailhandel in het gebied wil.”

Janssen probeert zoveel mogelijk onderdelen van zijn stallen te verkopen.
De autohandelaar heeft inmiddels een plek gevonden in een ander dorp. En dat is precies waar Janssen zich zorgen om maakt: het verlies van bedrijvigheid in de omgeving. Stoppende boeren kunnen zonder al te veel complexe regels een nieuwe agrarische onderneming beginnen. Janssen: „Maar aardappelschuren hebben we al genoeg.” Juist nieuwe activiteiten vereisen aanpassing van de bestemming van de grond en aanvragen van nieuwe vergunningen. En dat is complex, ook voor de gemeente Venray.
Meubelmaker
De gemeente „zet alle zeilen bij” om met de gestopte boeren mee te denken, zegt wethouder Daan Janssen (D66). Om dit te faciliteren heeft de gemeente een vergoeding gekregen van het Rijk voor het vrijmaken van personeel en de inhuur van externen. „We staan positief tegenover nieuwe plannen, maar niet alles kan overal.” De wethouder schat in dat ongeveer een derde van de stoppende boeren in de gemeente plannen heeft buiten de agrarische tak. „De rest blijft ondernemen in de agrarische sector of wil om naar een woonbestemming.” Vergunningstechnisch is dat relatief eenvoudig. „Nieuwe activiteiten zijn iets lastiger, maar we zien zeker mogelijkheden voor kleine en middelgrote ondernemingen in het agrarisch buitengebied. Zoals een bedrijfsverzamelgebouw of een zorgboerderij. Het moet wel bij de locatie passen.”

Janssen sloopt in zijn eentje de schuren. „Ik ben nu wel aan het slopen, maar ik heb nog geen garanties voor de toekomst.”
Voormalig varkenshouder Janssen heeft inmiddels zijn zinnen gezet op zo’n bedrijfsverzamelgebouw, om ondernemers uit de buurt te kunnen huisvesten. „Denk aan een timmerman, een lasbedrijfje.” Maar hij heeft nog geen duidelijkheid van de gemeente of dat op zijn locatie mag. „Ik ben nu wel aan het slopen, maar ik heb nog geen garanties voor de toekomst.”
In het pand kan zijn zoon, meubelmaker, later misschien een werkruimte krijgen. Toch een soort bedrijfsopvolging? „Op een manier wel, ja.”
