
Serieuze Europese actie om het Israëlische geweld en de honger in Gaza te stoppen is uitgesloten, zolang Duitsland en Commissievoorzitter Ursula von der Leyen niet in beweging komen. Daar ziet het nu niet naar uit. Volgens Brusselse diplomaten heeft Israël om die reden vooralsnog weinig te vrezen van de EU.
Woensdag staat Gaza opnieuw op de Brusselse agenda. De ambassadeurs uit de 27 EU-landen worden bijgepraat over de laatste stand van zaken, nadat de EU en Israël anderhalve week geleden een akkoord bereikten om meer hulp tot Gaza toe te laten. Wat ze daar te horen krijgen, kunnen de meeste ambassadeurs al bij voorbaat uittekenen.
Een greep uit de conclusies van een van de documenten op tafel: 86 procent van het Gazaanse grondgebied is ontoegankelijk voor de bevolking, vanwege Israëlische militaire aanwezigheid of evacuatiebevelen. 94 procent van de ziekenhuizen is beschadigd of volledig vernietigd. Het overgrote merendeel van de slachtoffers – 80 procent – valt inmiddels in de nabijheid van de voedseldistributiepunten van de door Israël opgetuigde organisatie GHF. 10 procent van de Gazaanse bevolking is dood of gewond.
„Ondanks de recente overeenkomst met Israël om de hulpvoorziening aan Gaza te vergroten is van een merkbare toename nog altijd geen sprake”, constateert het rapport. Deze conclusies, eind vorige week opgetekend en ingezien door NRC, komen van de Europese Commissie zelf. Om precies te zijn: van ECHO, de ambtelijke afdeling van de Commissie voor noodhulp.
Patstelling
Toch is het maar de vraag of deze stand van zaken tot extra druk op Israël zal leiden. Want ook de verhoudingen binnen de EU kunnen de diplomaten inmiddels aardig inschatten.
Een groeiende groep landen dringt aan op actie. Daarbij zitten landen die zich al vroeg uitspraken tegen het Israëlische geweld, zoals Ierland en Spanje, en landen die zich aanvankelijk afwachtender opstelden. Zoals Nederland, dat in mei het voortouw nam om de voorwaarden van het associatieverdrag tussen Israël en de EU te onderzoeken.
Daartegenover staat een kleiner wordend maar uiterst vasthoudend groepje, met Duitsland voorop, dat sancties of maatregelen tegen Israël vooralsnog faliekant afwijst. Veel maatregelen vereisen unanimiteit of de steun van een overgrote meerderheid van landen, met als resultaat een patstelling die al weken voortduurt.
Voor een onderzoek, zoals Nederland voorstelde, was de steun van zo’n meerderheid er wel. Dit onderzoek, uitgevoerd door de diplomatieke dienst onder leiding van de Europese buitenlandchef Kaja Kallas, leidde eind juni tot de conclusie dat Israël de mensenrechtenbepalingen in het associatieverdrag schendt.
Toch leidde dat niet tot sancties. Kallas gebruikte het rapport als drukmiddel om Israël te bewegen meer hulp tot Gaza toe te laten. Die hulp was stil komen te liggen nadat de Israëlische regering in maart de toegang van alle hulpgoederen blokkeerde. Sindsdien was de resterende hulp in handen van de door Israël opgetuigde en direct omstreden Gaza Humanitarian Foundation. Er vielen in de voorbije weken honderden doden bij de GHF-distributiepunten.
Kallas leek met het akkoord een oplossing gevonden te hebben, één die de Gazanen ten goede zou komen en Israël en de EU een schappelijke uitweg zonder gezichtsverlies bood. Omdat de Europese Commissie de inhoud van de afspraken met de Israëlische regering niet openbaar heeft gemaakt, is het onmogelijk te resultaten te toetsen. Maar bijna twee weken later is volgens rapportages weinig terechtgekomen van de beloofde toename in hulp.
Brief van 25 landen
En dus is de onvrede terug. „Het hulpmodel van de Israëlische overheid is gevaarlijk, veroorzaakt instabiliteit en ontneemt de Gazanen hun menselijke waardigheid”, schreven 25 landen binnen en buiten Europa maandag in een brief aan de Israëlische regering. Ze spreken zich in de brief ook uit tegen „de druppelsgewijze toegang van hulp en het onmenselijke doden van burgers”.
Onder de ondertekenaars zijn 20 van de 27 EU-landen. Ook landen als Italië en Oostenrijk, die zich tot dusver vaak afzijdig hielden, tekenden. Als Duitsland overstag zou gaan en zo’n brief zou tekenen, zo merkt een betrokkene op, dan zouden veel gelijkgezinde landen vermoedelijk volgen. Maar ook al liet de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Johann Wadephul zich maandag op X kritisch uit over de hulpvoorziening, tot zo’n ommezwaai komt het nog niet.
En dat is niet het enige obstakel, zo vertellen diplomaten uit verschillende EU-landen. Kallas heeft vorige week in een besloten overleg aan Europese ministers verteld dat er ook onder haar collega’s in de top van de Europese Commissie verzet bestaat tegen harder optreden tegen Israël. Dat is van groot belang, omdat de Commissie voor de meeste sancties en maatregelen – zoals het (gedeeltelijk) opschorten van het associatieverdrag – het voortouw moet nemen, en handelt op basis van consensus.
Kallas noemde geen namen, maar iedereen wist om wie het ging: Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Von der Leyen, die kritiek oogstte toen ze kort na de Hamas-aanval op 7 oktober 2023 op eigen houtje afreisde naar Israël en zich voluit achter het land schaarde zonder het humanitair recht te noemen, heeft de Israëlische regering tot dusver amper veroordeeld. Dinsdag noemde ze de beelden uit Gaza „ondraaglijk”, maar zonder Israël bij naam te noemen. Kallas sprak zich aanmerkelijk feller uit, op X. „Alle opties blijven op tafel liggen als Israël zijn beloften niet nakomt.”
Of dat tot iets leidt? In de meeste landen wordt met scepsis gekeken. „Wat heb je nu nog nodig om van gedachte te veranderen?” vraagt een diplomaat zich hardop af. „Als je tot nu toe nog steeds niet hebt geconcludeerd dat Israël de afspraken aan zijn laars lapt en de regels schendt, wat is er dan voor nodig?”
