Bondscoach Sarina Wiegman moet dit EK diep gaan, maar wist wel een eenheid van de Engelse ploeg te smeden

Je plaatsen voor de finale van een groot voetbaltoernooi, terwijl je wekenlang niet op de toppen van je kunnen hebt gespeeld, maar als collectief een behoorlijk sterke indruk maakt. Dat is de missie van de Engelse voetbalvrouwen, die deze dinsdag in de halve EK-finale Italië moeten verslaan om die missie te volbrengen.

Engeland heeft zeker niet de meeste indruk gemaakt van alle deelnemers in Zwitserland. Minder bijvoorbeeld dan wereldkampioen Spanje, dat morgen tegen Duitsland in de andere halve finale speelt. En minder dan Frankrijk, dat in de kwartfinale verrassend door Duitsland werd uitgeschakeld. De Lionesses hebben zich door het toernooi geworsteld, al zou je dat afgaand op de cijfers misschien niet zeggen.

In de ‘poule des doods’ verloor Engeland de eerste groepswedstrijd van Frankrijk (1-2). Daarna won het van een zeer matig spelend Oranje (4-0) en versloeg het debutant Wales met grote cijfers: 6-1. Tegen Zweden, in de kwartfinale, ging Engeland door het oog van de naald door de individuele klasse van een paar speelsters. „We moeten op ons best spelen om van Italië te winnen”, zei bondscoach Sarina Wiegman maandag.

Veel kritiek na Zweden

Hoewel er respect is voor de wijze waarop de titelverdediger vorige week tegen Zweden een 2-0 achterstand wist om te buigen in een overwinning na een tumultueuze penalty-serie, klinkt er ook veel kritiek. Keira Walsh speelde in de eerste helft tegen Zweden haar slechtste 45 minuten in het nationale shirt, klonk het in de Britse pers. Ella Toone kon maar beter niet meer worden opgesteld. En Jess Carter? „Soms leek het alsof ze met een koelkast op haar rug rende”, aldus The Telegraph.

Alleen Lucy Bronze, die haar ploeg tegen Zweden op sleeptouw nam, door eerst een kwartier voor tijd een voorzet binnen te koppen bij een 2-0 achterstand, en vervolgens een cruciale penalty loeihard binnen te schieten, kwam er in de meeste analyses goed vanaf. Waar zou de ploeg zonder Bronze zijn? Zij was een van meerdere speelsters die na de kwartfinale moest worden opgelapt, net als captain Leah Williamson, die tijdens die wedstrijd van het veld hinkte met een enkelblessure.

Het wisselvallige spel van Engeland levert Wiegman behoorlijk wat kritiek op, eigenlijk al sinds vorig najaar. „Noise”, noemde ze de steeds kritischer houding van journalisten op voetbaltechnische kwesties rond de Engelse selectie. Een logische ontwikkeling, vond ze, want vergeleken met haar eerste EK als bondscoach, in 2017, toen nog voor Nederland, is er veel meer belangstelling voor het vrouwenvoetbal en wordt er veel meer over bericht.

Persoonlijk verhaal delen

Aan de vooravond van de halve finale werd duidelijk hoe Wiegman, ondanks alle tekortkomingen van haar ploeg, een eenheid wist te smeden. De Britse kranten schreven er deze dinsdag gedetailleerd over. Voor de start van het toernooi vroeg Wiegman alle speelsters een persoonlijk verhaal te delen met de groep. Beth Mead en Ella Toone vertelden hoe het was om op jonge leeftijd een ouder aan kanker te verliezen. Chloe Kelly sprak zich uit over mentale problemen in haar tijd bij Manchester City. Lucy Bronze vertelde dat ze op latere leeftijd de diagnose autisme- en ADHD had gekregen. Anderen stonden stil bij de moeizame weg voor vrouwen in het voetbal, het gebrek aan kansen.

De aanpak lijkt zijn vruchten af te werpen. Beth Mead zei tegen de BBC dat het saamhorigheidsgevoel sterker was geworden, dat er meer bereidheid is bij speelsters om „echt moeilijke momenten met elkaar te delen en te kijken hoe we elkaar kunnen helpen”. Ze was lovend over de rol van Wiegman, die speelsters het gevoel geeft dat ze achter hen staat, waardoor die weer voor háár door het vuur gaan, zei Mead. „Je ziet dat terug in de manier waarop we terugkwamen in wedstrijden waarin het niet helemaal goed ging.”

De speelsters vormden ook een front toen Jess Carter zondag op Instagram deelde dat ze vanaf de start van het EK racistische haatberichten krijgt, en daarom voorlopig afstand neemt van sociale media. „Het heeft ons dichter bij elkaar gebracht als team”, vertelde middenvelder Georgia Stanway maandag. „We moeten racisme uit de maatschappij bannen. We moeten het uit het voetbal bannen. Op dit moment kunnen we alleen onze steun en onze saamhorigheid tonen.”

Het voor het eerst in vijf jaar niet-knielen van de Engelse vrouwen tegen racisme, voorafgaand aan de wedstrijd tegen Italië, omdat, zoals Bronze zei, dat statement minder indrukwekkend is dan voorheen, is daar een mooi voorbeeld van.

Bang voor oordeel

Wiegman staat niet bekend als een coach die het achterste van haar tong laat zien. Volgens sommigen is ze wat moeilijk te doorgronden. „Ik heb niet altijd gedurfd mijn emoties te tonen”, zei ze anderhalf jaar geleden in gesprek met NRC. „Bang dat anderen daar een oordeel over zouden hebben.” Die angst is minder groot geworden naarmate ze beter presteerde, zei ze. „Tegenwoordig denk ik: kan mij het schelen wat ze denken.”

Tijdens dit EK laat Wiegman meer van zichzelf zien dan gebruikelijk. Zo viel ze uit tegen de vierde official, na de tweede goal van Frankrijk in het eerste groepsduel, en zei ze na de kwartfinale tegen Zweden dat ze „heel emotioneel” had gereageerd op de overwinning. De haatberichten jegens Jessica Carter noemde ze maandag ridiculous and disgusting.

Anders dan tijdens het EK van 2017, waar Wiegman met Nederland kampioen werd, en het EK van 2022, waar ze met Engeland kampioen werd, lijkt Wiegman nu diep te moeten gaan om haar team in de juiste richting te duwen. Maar als Engeland van Italië wint, mag ze zich scharen in een kort maar illuster rijtje. Wiegman is dan de tweede coach die zich voor drie opeenvolgende EK-finales weet te plaatsen, na Tina Theune, die hetzelfde deed met Duitsland in 1997, 2001 en 2005.

Theune wist die drie finales ook allemaal te winnen. Om die prestatie te evenaren zal Wiegman komende zondag, mocht haar ploeg van Italië winnen, ook Spanje of Duitsland moeten zien te verslaan. Spanje geldt bij de bookmakers al weken als grote favoriet.