Jazzrap is de tegenbeweging die hiphop zachter en ontspannener heeft gemaakt

Alleen oldskool hiphop is volgens velen ‘echte’ hiphop. Of je het daarmee eens bent, ligt waarschijnlijk aan je leeftijd, maar wat is ‘oldskool’ dan precies? Zo homogeen was hiphop namelijk helemaal niet.

Hoe klinkt het?

In de jaren tachtig ontstonden de eerste ‘takken’ binnen het dan nog jonge genre in de VS. Aan de ene kant ontpopte de gangsterrap van acts als NWA, Dr. Dre, Ice-T en Run DMC zich. Hiphop, dat in de jaren zeventig begon als een vrij feestelijk, vrolijk disco genre, werd er rauwer en stoerder door. Tegelijkertijd kwam er een soort tegenbeweging op van hiphop die juist wat zachter is, koeler, meer ontspannen: ‘jazz infused hi-hop’. Ook wel: jazzrap, dat duidelijk ritmischer is dan jazz, maar wel dezelfde air van improvisatie en bebop heeft. Teksten zijn belangrijk, evenals de behoefte om spirituele voorouders van hiphop te eren door middel van de kunst van het sampelen. Die samples komen, hoewel de naam jazz rap anders insinueert, niet uitsluitend uit de jazzhoek, maar ook veel uit de Afro-Amerikaanse soul en funktraditie.

Waar komt het vandaan?

In de jaren vijftig spraken veelal zwarte radio-dj’s al in rijmende, met slang gevulde ‘jive’-stijl over jazz- en swingplaten. Een vorm van proto-rap, zou je kunnen zeggen, gepusht door pionierende radio-dj’s als Jack the Rapper en Al Benson. In de jaren zeventig werd jazz met meer intentie gecombineerd met gesproken poëzie. The Last Poets bijvoorbeeld, en Gil Scott-Heron (met het iconische ‘The revolution will not be televised’), waren in principe ritmische dichters, die de natuurlijke verwantschap tussen jazzimprovisatie en de vrije vorm van rap met elkaar verbonden.

Eind jaren tachtig begonnen sommige hiphopartiesten jazz als genre, dat dan al geëvolueerd is van populaire radiomuziek tot een wat serieuzere, ‘hoge’ culturele muziekvorm, te gebruiken als reactie op kritiek dat hiphop geen echte muziek zou zijn. Stetsasonic bijvoorbeeld, een hiphopgroep uit Brooklyn, bracht in 1988 een track uit met de titel ‘Talking all that jazz’, als reactie op jazzmuzikant James Mtume, die het gebruik van samples in hiphop als lui en niet creatief had weggezet. Op een sample van Lonnie Liston Smith rapt Daddy-O: „We wanna make this perfectly clear / We’re talented and strong and have no fear / Of those who choose to judge but lack pizazz / Talkin’ all that jazz.” Ironisch genoeg werd het bekendste nummer van Mtume, ‘Juicy Fruit’, in de jaren negentig wereldberoemd door rapper Notorious B.I.G., die het sampelde voor zijn grootste hit ‘Juicy’.

Wie moet ik kennen?

In 1989 kwam het duo Gang Starr met No More Mr. Nice Guy, waar zwaar op jazzklassiekers als ‘A Night in Tunisia’ werd geleund. Later kwamen Eric B & Rakim met een jazzy contrabas in de hit ‘Don’t Sweat the Technique’, en Digable Planets met het album Reachin’ (A New Refutation of Time and Space) in 1993, vol samples van Don Cherry, Sonny Rollins, Art Blakey, Herbie Mann, Herbie Hancock, Grant Green en Rahsaan Roland Kirk. Met name ‘Rebirth of Slick (Cool Like Dat)’ werd een jazzrapklassieker. Maar het bekendste werk is misschien wel het Jazzmatazz-project van rapper Guru (de ene helft van het duo Gang Starr). Onder andere Roy Ayers, Donald Byrd, Herbie Hancock en Branford Marsalis werkten eraan mee. The Native Tongues mag in deze lijst van pioniers natuurlijk niet ontbreken, een los collectief van New Yorkse groepen: onder andere A Tribe Called Quest, De La Soul, Jungle Brothers en Queen Latifah, die uitgesproken positieve en afrocentrische jazz rap maakten.

Meer recente, ritmische genres als lo-fi hiphop, neo-soul, en wellicht de hedendaagse nu-jazz, hebben wortels in jazzrap. To Pimp A Butterfly, misschien wel het bekendste werk van Kendrick Lamar, zou je met wat mentale gymnastiek kunnen zien als een jazzrap-album. In ieder geval in spirit. Duidelijker zijn acts als D’Angelo, Madlib, Flying Lotus, Anderson. Paak en Robert Glasper, die ieder op hun eigen manier de structuur van hiphop gebruikten om soul, jazz en funk te vernieuwen.