Stijgende rijstprijs raakt iedere Japanner en zet regeringspartij onder druk. ‘We moeten snel zijn met een oplossing’

Op een opklapstoeltje tussen de rijstvelden in Fukushima zit de deftig geklede landbouwminister Shinjiro Koizumi tegenover vijf boeren in werkvest en rubberlaarzen. „We moeten snel zijn met een oplossing, en ik ga mijn best doen om snel resultaat te krijgen”, belooft hij. De zongebruinde boeren, armen over elkaar, luisteren zwijgend. Koizumi’s belofte is de zoveelste in een intensieve verkiezingscampagne waarin rijst het sleutelthema is.

De prijs van een zak rijst is in een jaar tijd fors gestegen. Vijf kilo kostte in juni gemiddeld 4.200 yen, ongeveer 25 euro, twee keer zoveel als het jaar ervoor. Voor een land waar rijst dagelijks op tafel staat, en jaarlijks zo’n 56 kilo per persoon wordt gegeten, is de impact voelbaar. Het zet de liberaal-democratische premier Shigeru Ishiba en zijn kabinet onder grote druk in aanloop naar de Hogerhuisverkiezingen van 20 juli.

Zoals de gemiddelde Nederlander ongeveer 2,8 sneetjes brood per dag eet, nuttigen Japanners dagelijks één volle kom rijst. Het is daarmee het belangrijkste voedingsmiddel in het nationale dieet. Toch is het huidige rijstverbruik slechts de helft van wat het ooit was. In 1962 at een Japanner nog 118 kilo per jaar. Bijna elke korrel kwam toen uit binnenlandse productie. Die zelfvoorzienendheid gaf de boerenlobby macht, en via de Japanse landbouworganisatie JA beïnvloedde ze decennialang beleid, prijzen en verkiezingsuitslagen.

Beschermingsbeleid

Het doel van de JA was daarbij simpel: de binnenlandse landbouw beschermen tegen buitenlandse invloeden. En door de trouwe steun van deze boerenlobbygroep aan de Liberaal Democratische Partij (LDP) bestaat dat beschermingsbeleid uit de vorige eeuw nog steeds. Elk jaar mag slechts 100.000 kilo rijst zonder invoerbelasting het land in. Dat is net genoeg om iets minder dan 1.800 Japanners, van de 124 miljoen, een jaar lang van rijst te voorzien. Voor alles daarboven geldt een torenhoge belasting van 341 yen (twee euro) per kilo. Dankzij die heffingen, in combinatie met met gulle subsidies, blijft de rijstsector overeind.

Het eetpatroon van veel Japanners is veranderd

Desondanks wordt het voor de rijstboeren moeilijker om het hoofd boven water te houden. Hun gemiddelde leeftijd ligt boven de 66 jaar, en er zijn steeds minder jonge mensen die in de velden willen werken. Daardoor daalt de productie gestaag. Tegelijkertijd is het eetpatroon van veel Japanners veranderd. Vroeger werd er bij elke maaltijd rijst geserveerd. Tegenwoordig kiezen steeds meer mensen voor brood, pasta of andere alternatieven.

Hoewel de productie en de consumptie van rijst tegelijk afnemen, blijven de prijzen stijgen. Door misoogsten in belangrijke regio’s, gestegen energie- en transportkosten en een plotselinge groei van de vraag vanuit de horeca – door een opleving van buitenlands toerisme – ontstond een onverwachte krapte op de markt. Supermarkten sloegen grotere voorraden in uit vrees voor schaarste, consumenten volgden, en de prijzen schoten omhoog. Zo keert het systeem dat boeren moest beschermen lijkt zich nu tegen de Japanse huishoudens.

Rijst uit nationale reserves

De overheid besloot daarop ruim 400.000 ton rijst uit de nationale reserves vrij te geven. Het was een uitzonderlijke keuze, want deze voorraden zijn bedoeld voor noodgevallen zoals natuurrampen, niet voor marktinterventies. Toch greep het kabinet in om de inflatie te remmen. De vrijgave leidde aanvankelijk tot een daling van de gemiddelde prijs met zo’n 3 procent, al zijn de prijzen weer aan het stijgen. Het effect was daarmee minimaal, en van korte duur.


Lees ook

Japanse overheid tast in rijstreserve om prijzen te dempen

Een deel van de nationale rijstreserve van Japan ligt in een pakhuis in Kanagawa.

Daarom heeft inmiddels elke politieke partij een stevig standpunt ingenomen over het landelijke rijstbeleid. Rechtse partijen zoals Nippon Ishin no Kai pleiten voor het opbreken van de JA. Linkse partijen, waaronder de Communistische Partij, willen juist inkomenssteun en prijsbescherming aanbieden. Alleen de LDP kiest voor een tussenweg: een flexibel systeem waarin productie en distributie worden afgestemd op de markt. Hoe dat vorm krijgt, is echter nog onduidelijk.

Het is daarom geen wonder dat de kiezer niet overtuigd is. Volgens peilingen van NHK daalt de steun voor premier Ishiba snel. Van 39 procent begin juni, naar 31 procent een week voor de stembusgang. Om het tij te keren beloofde Ishiba een eenmalige uitkering van 20.000 yen per persoon, ongeveer 116 euro, als compensatie voor de gestegen prijzen. Voor lage inkomens verdubbelt dat bedrag. Het plan kost de overheid naar schatting drie biljoen yen, ruim 17 miljard euro.

Kritiek van Trump

Alsof de binnenlandse druk nog niet groot genoeg is, klinkt ook vanuit Washington kritiek. President Donald Trump eist dat Japan zijn markt verder opent voor Amerikaanse rijst. „Ze willen onze rijst niet kopen terwijl hun schappen leeg zijn”, schreef hij op sociale media direct na onderhandelingen tussen de twee landen over de geplande importheffingen van 1 augustus.

Voor premier Ishiba en zijn partij is het een politiek dilemma. Toegeven aan Washington zou goed kunnen zijn voor de handelsrelatie met de VS, maar in eigen land ligt dat gevoelig. Boerenorganisaties laten nu al weten dat zulke concessies voor hen onaanvaardbaar zijn. In landelijke kiesdistricten, de machtsbasis van de LDP, kan het verlies van enkele duizenden stemmen het verschil maken.

Intussen is LDP-landbouwminister Koizumi hard aan het werk om kiezers toch te overtuigen op zijn partij te stemmen. Hij verschijnt dagelijks in de media, veelal wandelend langs lege schappen in supermarkten door het hele land. „Als we de prijzen te hoog laten oplopen staan deze straks vol met buitenlandse rijst”, waarschuwde hij tijdens een van zijn perstours. Hij verwees daarmee naar de mogelijkheid om de rijstimport te verhogen en de consument tevreden te houden. Het was ook een duidelijke boodschap aan de vaste LDP-stemmers: „We moeten alle opties overwegen.”