Taal hervormen is ook je wereldbeeld herzien

Sjoerd de Jong

Hij moest veel huilen bij het schrijven van dit boek, vertelde hij in Vrij Nederland, en dat is ook niet zo gek. Want er staat nogal wat op het spel in Je mag ook niets meer zeggen, Mounir Samuels inventarisatie van „een nieuwe taal voor een nieuwe tijd”. Dat wil zeggen: een inclusieve taal die vrij is van racisme, seksisme, validisme en andere vormen van dehumanisering.

Komt geroepen, nu de brouhaha rond Roald Dahl weer wat is gaan liggen en de Volkskrant ontdekte dat het eigenlijk nog best meeviel wat er aan die boeken is gesleuteld.

Wie het grondiger wil aanpakken, kan te rade bij Samuel. Zijn boek is een handleiding (met zinnige en minder zinnige tips) voor rechtvaardige taal, een totale omwenteling. Hij wil uitsluitende, diskwalificerende taal mijden (en introduceert zelf nieuwe, zoals ‘ontdekkingsrover’) en neemt het actuele gender-idioom over (homoseksualiteit is niet: vallen op hetzelfde geslacht, maar op hetzelfde gender). Je vermoedt dat het boek ook zeker aftrek zal vinden onder beleidsambtenaren en marketeers die graag bij de tijd willen blijven.

Heeft het zin? Over taalstrijd klinkt vaak meesmuilend dat ‘woorden de wereld niet veranderen’. Nou, toch wel. Je kunt met woorden van alles doen dat de werkelijkheid verandert: beloven, trouwen, bedreigen (erg in trek), slavernij-excuses aanbieden, de oorlog verklaren, en nog veel meer.

Maar ‘rechtvaardige’ taalhervorming zoals deze heeft wel allerlei haken en ogen. De relatie van taal en werkelijkheid is complex. Creëren woorden „werkelijkheden” of volgen en ordenen ze feiten – of allebei? Beschrijvende en beoordelende taal zijn ook al niet eenvoudig te scheiden. ‘Leugenaar’ heeft een descriptief én normatief aspect, net als die ‘ontdekkingsrover’. En: taalstrijd gaat wel vaak over woorden, maar woorden krijgen pas betekenis in een context. De talige van een zin of bewering, de sociale van gebruik in een gemeenschap: wie zegt iets, hoe, waar en wanneer?

Bij dat ‘wie’ gloeit meteen het hete hangijzer van identiteit. „Een persoon is wie die zegt te zijn, niet wat anderen daarvan maken”, lezen we bij Samuel. Jezelf als criterium. Maar iedereen die wel eens in gedachten bij Freud op de sofa heeft gelegen, weet dat het niet zo helder is. Anderen bepalen net zo goed wie je bent. ‘Ik ben omdat wij zijn’, luidt een wijze spreuk. Trouwens, niet elke beschrijving van een ander is ook meteen een oordeel over diens ‘identiteit’.

Kortom. Een „nieuwe taal” zoals Samuel bepleit is nooit een kwestie van alleen maar woorden. Het brengt ook een compleet, normatief wereldbeeld met zich mee, dat lang niet vanzelf spreekt. Taal is geen lego waar je de foute stukjes in één keer uit kunt wippen. Eerder een wilde tuin, die je geregeld moet wieden maar waar je ook graag vrijuit in wilt kunnen dwalen – en af en toe verdwalen.

Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een column.