Rian Johnson is een echte Gen X-showrunner. Op iets nieuws betrap je hem niet, maar hij heeft een zeker talent voor recyclen en herverpakken. Zie zijn Glass Onion-filmreeks: ‘whodunits’ in antieke Agatha Christie-stijl met acteur Daniel Craig als Amerikaanse versie van speurneus Hercule Poirot.
Johnsons tv-serie Poker Face is een ‘howdidit’ met Natasha Lyonne, het onweerstaanbaar ordinaire, roodharige opdondertje uit New York dat er nonstop zeer nasaal op los snatert. In seizoen 2, te zien op SkyShowtime, is ze als Charlie Cale nog altijd op de vlucht voor de maffia. De structuur van Poker Face is simpel. De aflevering begint een kwartier voor de moord, waarin we zien hoe Charlie daarbij betrokken raakt via een lokaal baantje: fruitplukker, cheerleader, oestervrouw. Waarna ze haar superkracht inzet: Charlie herkent feilloos leugens en snauwt dan vaak onwillekeurig „Bullshit!” Zo lost ze de moord op en lapt ze de dader erbij via een gotcha!-truc of dialoog in de stijl van jaren zeventig-tv-inspecteur Columbo. Waarna ze weer snel op de vlucht moet: een opzet die dan weer herinnert aan The A-Team.
Poker Face maalt niet om plausibiliteit. Charlie Cale, in seizoen 2 op de hielen gezeten door een duo bijziende maffiosi, komt nooit op het idee haar vuurrode krullenbol te knippen of haar opvallende lichtblauwe Plymouth Barracuda uit 1969 in te ruilen. Net als bij Agatha Christie, Rian Johnsons grote liefde, zijn de moordplannen waarop ze stuit idioot vergezocht, maar slagen ze altijd. Het motief is hebzucht of rancune.
Lees ook
Topregisseur Rian Johnson maakte een ‘moord-van-de-week’-serie: ‘Ik wilde iets maken dat je kijkt als je na een lange dag op de bank ploft’
Melig
Dit seizoen brengt broodnodige variatie als de maffia halverwege, na een schaduwduel tussen een mol binnen de maffia en de politie in de stijl van Scorsese’s The Departed, de strijdbijl met Charlie Cale begraaft. Dat biedt ruimte voor probeersels, wat een wisselvallig seizoen oplevert waarin camp te vaak ontaardt in onderbroekenlol. Zo is een eeneiige tweeling vaste prik in luie misdaadscripts; Poker Face verzint een identieke vijfling. Een dieptepunt is een melig Florida-verhaal over een jaloerse, maar brave agent die een populaire redneck-collega per ongeluk met laxeermiddel ombrengt en opvoert aan diens huis-alligator.
Iets beter is een southern gothic-verhaal met Giancarlo Esposito als eigenaar van een crematorium of een New Yorks plot over een bende oplichters waarbij de bedrieger bedrogen wordt. En echt vermakelijk is de aflevering waarin Charlie als kok in een lagere school-kantine het pad kruist van een monsterlijk strebertje, of de tweedelige Mission Impossible-finale met internationale huurmoordenaars. Maar ook dat oogt als knip- en plakwerk; zonder Natasha Lyonne was dit seizoen ondermaats geweest. Zij is een Lucille Ball van deze tijd; een tv-ster naar wie je ook bij matig materiaal graag kijkt.
