Met tekeningen in de hand dartelen om drie uur ’s middags groepjes kleuters naar buiten bij de Zarokistan-school in Kayapinar, een buitenwijk met veel hoogbouw in de overwegend Koerdische stad Diyarbakir. Zelf beseffen ze het vermoedelijk nauwelijks, maar ze horen tot een bevoorrechte groep van 170 Koerdische kinderen die in dit stadsdeel met zijn 430.000 inwoners onderwijs in hun moedertaal krijgen op een gemeentelijke school. Veel ouders willen dat, maar de mogelijkheden daartoe zijn nog beperkt.
Voor het met vlinders versierde gebouwtje staan ouders klaar om hun kinderen op te vangen. Een van hen is de 39-jarige Eser, een bebaarde advocaat in een smetteloos wit shirt, die niet met zijn achternaam in NRC wil. „Ik vind het belangrijk dat mijn dochtertje alvast wat Koerdisch spreekt voor ze op een Turkse basisschool terechtkomt”, zegt hij, terwijl hij het roze schooltasje van zijn dochter omklemt. „Voor mij is dat ook een emotionele kwestie. Voor ons voortbestaan als Koerdische natie is dat van existentieel belang.”
De slag om het kinderbrein tussen de Turkse autoriteiten en de vijftien tot twintig miljoen Turkse Koerden begint al vroeg. De Turken, die het laatste woord in deze kwestie hebben, zien onderwijs in het Koerdisch juist als een bedreiging voor de eenheid van de natie. Daarom leggen ze er al sinds jaar en dag vergaande beperkingen aan op. Tot begin jaren negentig van de vorige eeuw gold er zelfs een uitdrukkelijk verbod voor Koerden om in hun eigen taal met elkaar te spreken, laat staan dat er onderwijs in kon worden gegeven. Kinderen die op school Koerdisch spraken, konden vaak op een aframmeling rekenen.
Twee uur per week
Sindsdien zijn de regels enigszins versoepeld. Scholieren van boven de tien jaar oud mogen sinds 2002 twee uur per week Koerdisch hebben. Althans op papier, want in de praktijk werpen de Turkse autoriteiten meestal allerlei obstakels op, zodat de meeste Koerdische kinderen ook daarvan verstoken blijven. Ook is er een handvol universiteiten, waaronder de Dicle-universiteit in Diyarbakir, waar Koerdisch mag worden gedoceerd. Niet in een Koerdisch centrum maar in een Centrum voor Levende Talen. De voertaal op scholen en universiteiten is overal Turks.
Het is een revolutie en ik ben niet bang daaraan mee te doen
In de jaren met gewelddadige confrontaties tussen de Koerdische Arbeiderspartij PKK en het Turkse leger was er vaak nog minder mogelijk. Zo ging na de verwoestende gevechten van 2015-2016 tussen de PKK en het Turks leger in de oude binnenstad van Diyarbakir en andere Koerdische steden ook de Koerdische kleuterschool Zarokistan dicht. „Ik werd zelfs gearresteerd”, vertelt kleuterleidster Medya Yerlikoya (33) verontwaardigd. „Bij mijn verhoor vroegen ze me waarom ik Koerdisch onderwijs aan de kinderen had gegeven.”
Net als andere stafleden werd ze ontslagen en zocht ze haar toevlucht op een particulier kinderdagverblijf. Vorig jaar, na de overwinning bij de gemeentelijke verkiezingen van de Koerdische DEM-partij, die vaak wordt gezien als de politieke arm van de PKK, kon Zarokistan haar deuren echter heropenen. Ook Yerlikoya keerde terug. „Ik vind het belangrijk onze moedertaal aan de kinderen mee te geven”, zegt ze strijdlustig in een van de vrolijke leslokalen. „Het is een revolutie en ik ben niet bang daaraan mee te doen.”
Lees ook
Koerden snakken naar einde aan Turkse repressie na opheffingsbesluit van PKK: ‘De Turken hebben ons nooit als volwaardige mensen beschouwd’
Het vergt moed je zo openlijk in te zetten voor het Koerdisch, ook voor ambtenaren. „Er leeft nog steeds angst dat de Turkse regering onze gekozen burgemeester weer uit zijn functie zet, zoals ze vaker heeft gedaan, en een kayum [een aan de regering-Erdogan loyale zetbaas] aanstelt”, zegt een gemeentelijke ambtenaar, die anoniem wil blijven. „Dan zouden we allerlei projecten ter bevordering van het Koerdisch, op scholen of in theaters, voor niks hebben opgezet. Bovendien riskeer je dan je baan en kun je in financiële problemen raken.”
Koerdische borden
De ambtenaar vertelt hoe zij en haar collega’s in het moderne gemeentehuis al een flinke slag met het kantoor van de ook nog altijd aanwezige Turkse gouverneur moesten leveren, om op trottoirs borden voor voetgangers met niet louter Turkse maar ook Koerdische aanduidingen te mogen plaatsen. Ook kreeg de gemeente onlangs vanuit Ankara te horen dat wegens ‘noodzakelijke bezuinigingen’ allerlei subsidies voor Koerdische culturele activiteiten moesten sneuvelen.
Nog maar een op de vijf Koerdische kinderen onder de elf spreekt vloeiend Koerdisch
Veel Koerden in Turkije hopen dat er door de recente ontspanning tussen PKK en regering eindelijk weer meer ruimte komt voor het gebruik van hun taal. Tot dusverre heeft de regering van president Erdogan echter nauwelijks concessies op dit terrein gedaan. De PKK kondigde in mei aan dat ze zichzelf opheft en een einde maakt aan de gewapende strijd. Afgelopen vrijdag verbrandden de eerste PKK-strijders hun wapens in Noord-Irak, terwijl enige Turkse functionarissen toekeken.
Zelfs als het Koerdisch meer ruimte krijgt, zal het niet makkelijk zijn de neergang van die taal om te buigen. „Uit recent onderzoek bleek dat maar 9 procent van de ouders thuis Kurmanji [het voornaamste Koerdische dialect in Turkije] met hun kinderen spreekt”, zegt Reha Ruhavioglu, directeur van het Kurdish Studies Center, een ngo in Diyarbakir die politiek en sociaal onderzoek naar de Koerden doet.
Er is ook een groot tekort aan docenten Koerdisch. De Turkse minister van Onderwijs Yusuf Tekin maakte in het voorjaar van 2024 bijvoorbeeld de aanstelling van 20.000 nieuwe leraren bekend. Slechts tien van hen waren docenten Koerdisch. „Ik ken ook veel leraren Koerdisch die uiteindelijk bij gebrek aan werk maar een ander vak zijn gaan doceren”, zegt een Koerdische leraar in Diyarbakir die anoniem wil blijven.
„Als deze trends zich voortzetten, staan we er beroerd voor”, zegt Ruhavioglu. „Zelf geloof ik dat wanneer je geen Koerdisch spreekt, je identiteit verdwijnt. Als het erop aankomt, is onze taal het enige dat ons echt van de Turken onderscheidt.”
Generaties Turkse Koerden zijn vooral in de steden opgegroeid met het Turks, dat ze eerst op school en later op hun werk met collega’s spraken. Voor vaktaal, vooral in technische vakken, zijn ze eigenlijk alleen vertrouwd met Turkse uitdrukkingen. Ook via sociale media onderhouden ze zich hoofdzakelijk in het Turks met elkaar. Veel Koerden die wel Koerdisch spreken, kunnen er zich op papier nauwelijks in uitdrukken.
Van terrorisme beschuldigd
„Je moet ook niet uitvlakken dat veel mensen nog altijd een zekere angst hebben om Koerdisch in het openbaar te spreken en al helemaal om erin te schrijven”, zegt Murat Bayram, hoofdredacteur van de Botan Times, een van de weinige Koerdische websites. „Als je in het Koerdisch schrijft, ben je al gauw een terrorist in Turkse ogen.” Ook in het afgelopen decennium is er nog een handvol Koerden gedood wegens het spreken van hun moedertaal. Anderen raakten gewond.
De gedwongen assimilatie strekte zich zelfs uit tot namen. Bayram (35) legt uit dat hij in het Koerdisch Mirad heet in plaats van Murat, zoals de Turken hem registreerden. Zijn achternaam is eigenlijk niet Bayram maar Gundikî.
Ook Koerdische plaatsnamen werden verturkst. De Koerdische filmmaker Aram Dildar maakte hierover in 2022 de korte film Het adres. Daarin gaat een nieuw benoemde onderwijzer in het Koerdische zuidoosten van Turkije op zoek naar Yesilkö, de onvindbare, want herdoopte, plaats van zijn school. Niemand kan hem zeggen waar dat is.
Een probleem voor de Turkse Koerden is bovendien dat ze niet allemaal hetzelfde dialect spreken. Kurmanji wordt veruit het meest gesproken maar daarnaast is er ook nog het Zazaki, dat door een minderheid wordt gebruikt.
Vooral bij jongeren gaat de kennis van het Koerdisch snel achteruit. Uit een ander onderzoek, begin dit jaar uitgevoerd door het bureau SAMER, bleek dat nog maar een op de vijf Koerdische kinderen onder de elf jaar vloeiend Koerdisch spreekt. Velen spreken dat ook thuis niet meer.
Verwijten van dochter
Sommige jongeren storen zich daar aan. Vahap Coskun, een Koerdische hoogleraar constitutioneel recht aan Dicle-universiteit, vertelt dat zijn dochter die geneeskunde studeert onlangs een oudere vrouw moest behandelen die alleen Koerdisch sprak. Dat ging zijn dochter niet best af. Coskun: „Naderhand verweet ze mij: waarom heb je me niet beter Koerdisch geleerd? Toen geneerde ik me wel.”
Juist in de steden, ook in Istanbul, Ankara en Izmir, zijn er veelal hoger opgeleide jongeren die zich sterker bewust worden van hun Koerdische identiteit. Daarom wensen ze de taal beter onder de knie te krijgen, niet zelden als een reactie op Turkse repressie of discriminatie die ze hebben ondervonden.
Maar volgens Bayram vormen zulke jongeren en de kleine groepjes leerlingen bij de Zarokistan-school – evenals dure, particuliere kinderdagverblijven en universitaire Koerdische instituten – niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat.
Als je in het Koerdisch schrijft, ben je al gauw een terrorist in Turkse ogen
Ook de media zijn voor het overgrote deel Turks. Van de 477 televisiekanalen in Turkije, is er slechts een Koerdisch, legt Bayram uit. En die is dan nog in handen van de overheid, die het voor eigen propaganda benut. Een stad als Diyarbakir (met circa twee miljoen inwoners) telt elf dagbladen en niet één daarvan is Koerdisch. Ook financieel staan Koerdische media op achterstand: weinig bedrijven durven bij hen advertenties te plaatsen uit vrees voor moeilijkheden met de overheid.
Helemaal uitzichtloos is de situatie desondanks niet, zegt Bayram, wiens organisatie ook Koerdische schoolboeken (voor zelfstudie) uitgeeft en Koerdische journalisten opleidt. Hij herinnert eraan dat een jaar of twaalf geleden volop Koerdische publicaties waren toegestaan, zelfs kranten en tv-stations, omdat Erdogan toen de teugels tijdelijk had laten vieren. „Als er weer een sterke, charismatische Turkse leider is die dat wil, kan het Koerdisch weer snel terrein winnen.”
Hoogleraar Coskun ziet de toekomst van het Koerdisch in Turkije echter somber in, zij het niet voor de regio als geheel. In Irak, Syrië en Iran staan de verschillende varianten van het Koerdisch, dat enigszins op het Perzisch lijkt, er beter voor en is onderwijs in het Koerdisch wel toegestaan.
Coskun verwacht bovendien dat de Koerdische identiteit ook in Turkije niet snel verdwijnt. „Kijk naar de Schotten. Die spreken Engels maar hebben wel degelijk een eigen identiteit. Je kunt ook je identiteit uitdrukken via de kunst of zelfs via sport, bijvoorbeeld als supporter van voetbalclub Amedspor.” [Amed is de Koerdische naam voor Diyarbakir.]
Gretig proberen ook Koerdische schrijvers steeds een stapje verder te gaan. Trots vertelt Omer Fidan, co-voorzitter van PEN Kurd, een afdeling van de internationale schrijversbond, over een conferentie van Koerdische schrijvers en andere intellectuelen in Diyarbakir, met deelnemers uit onder meer Irak en Iran. „De Koerden kunnen niet leven zonder dat ze zich ook cultureel kunnen uiten”, zegt Fidan.
Daarnaast komen Koerdische schrijvers sinds een paar maanden wekelijks bijeen in het Huis van de Literatuur om Koerdische boeken en films te bespreken. Het is gevestigd in een oud huis in de historische binnenstad van Diyarbakir, gebouwd met de typische zwarte basaltsteen waaruit ook de indrukwekkende stadsmuren van Diyarbakir zijn opgetrokken.
Een van de mede-oprichters is Mehmet Dicle (48), die al verscheidene Koerdische romans op zijn naam heeft staan. Zonder slag of stoot ging dat niet altijd. „Bij mijn laatste roman, Berfa Sor [Rode Sneeuw], voerden de Turkse autoriteiten eerst onderzoek uit”, vertelt hij bij een glaasje thee op de schaduwrijke binnenplaats. „Ik zou een PKK-aanhanger zijn. Het doet er vaak helemaal niet toe wat je in werkelijkheid denkt, ze beschuldigen je gewoon hoe dan ook.” En hoe liep dit af? Dicle lacht en toont tevreden een gedrukt exemplaar van zijn boek.
