Hoe de beeldende kunst in Kenia de stand van het land feilloos vastlegt

In de heuvels net iets buiten de Keniaanse hoofdstad Nairobi ligt langs een modderweg de woning van de beeldende kunstenaar Evanson Kangethe. Deze in 1961 geboren, wat gedrongen man met een haardos die lange tijd geen schaar heeft gezien, is autodidact. Hij kijkt, observeert, interpreteert en creëert, de goede en slechte dingen door elkaar. „De schoonheid is dat iedereen zich aanpast aan de gegroeide chaos in Nairobi”, vertelt hij. „Hoewel ik zelf meer in een fantasiewereld leef, heb ik de veranderingen in de stad vastgelegd op mijn schilderijen.”

Keniaanse moderne kunst was lange tijd niet vanzelfsprekend. Tijdens de koloniale periode werden Afrikaanse kunstvormen vernietigd onder druk van christelijke missionarissen, voor wie de zwarte cultuur heidens, primitief en satanisch was. Zonder formele opleiding werkten Afrikaanse kunstenaars in die tijd aan verschijningsvormen die tot het rijk van de spiritualiteit behoorden. Deze kunst weerspiegelde de gevoelens van het eigen volk, zoals de houtsnijwerken van de Makonde en de Kamba, en de stenen sculpturen van de Gusii in West-Kenia. Uit die traditionele kunst ontstond de moderne en hedendaagse kunst met de subjectieve smaak van de kunstenaar.

De verstedelijking na de onafhankelijkheid in 1963 schiep ruimte voor nieuwe kunst: de hoofdstad Nairobi groeide in zestig jaar uit van een kleine nederzetting waar je een luipaard in je keukenkastje kon treffen tot een met graffiti opgesmukte metropool met ronkende files. Er kwamen galerieën en kunstcoöperaties op en er ontstond een markt voor kunst. Na de eeuwwisseling werd de vorm van de beeldende kunst abstracter, de inhoud politieker. „De kunstscene in Kenia ondergaat een metamorfose”, zegt galerist Hellmuth Rossler. Hij en zijn echtgenote Erica Rossler publiceren binnenkort het boek Echoes of humanity, een index van vijfhonderd Oost-Afrikaanse kunstenaars en hun werken die in hun Red Hill Art galerij tentoonstelden.

Evanson Kangethe buiten zijn atelier.

Foto Brian Otiendo / NRC

Buiten de woning van kunstenaar Evanson Kangethe, in een bananenbomenbos, staan zijn beelden, binnen in zijn kleine atelier de schilderijen. Zijn kijk op de straten is onderwerp van zijn kunst, zijn canvas loopt over van verhalen. „Er gebeurt zoveel in Nairobi. Zie die marktvrouwen die met hun waren wegvluchten voor knuppelende agenten”, duidt Kangethe naar een van zijn schilderijen. „Kijk daar die drugsverslaafde bedelaar met haar spelende kind en de naald in haar arm. En daar die dronken man die houvast zoekt aan een paal. Dat is de verderfelijkheid.”

Wanneer ik vraag of het klopt dat hij de asocialiteit van het stadsleven in Afrika een aantrekkelijk gezicht geeft en chaos en harmonie op hetzelfde doek samenbrengt, knikt hij instemmend. Kangethe wijst naar de versierde brommertjes en het uithangboord Daktari wa Mapenzi, dokters van de liefde, en een groepje mannen dat gezamenlijk van een bord eet. „Is het niet verbazingwekkend hoe marktlui hun waren op een tafel sorteren, ik kan urenlang naar die patronen kijken. Daar zit de orde in”.

De waarheid is abstract

In contrast met het bijgekleurde beeld van de stad door Kangethe staat het werk van de in 1988 geboren Lemek Sompoika. Hij tobt met het moderne bestaan. Sompoika stamt af van het herdersvolk de Maasai. Waar Kangethe ook de charme van het hectische stadsleven vastlegt, ontgaat die aan Sompoika. „Ik heb gezien hoe we in de stad synthetisch, als van plastic, zijn geworden. Stadsmensen lijken minder beschaafd dan degenen die in harmonie met de natuur leven.”

Stadsmensen lijken minder beschaafd dan degenen die in harmonie met de natuur leven

Lemek Sompoika
kunstenaar

De spillebenen van de Maasai-man op het werk laten zich nog zien, maar het gezicht is beklad met een explosie aan primaire kleuren, kleuren van vogels in Maasai-land. „Vroeger beeldde ik figuren uit, maar die werden in de loop der tijd abstracter. Het is als een onderzoek naar waarheid: de waarheid is abstract”, zegt Sompoika in de Kobo Trust, een werkplaats in Nairobi waar een groep kunstenaars ieder hun atelier houden en hun werken in een gemeenschappelijke hal tentoonstellen.

Sompoika onderzoekt de werkelijkheid door middel van abstractie. Terwijl de menselijke figuren vervagen, prikkelt de onwetendheid de verbeelding en spoort aan om dingen anders te zien, om de werkelijkheid in twijfel te trekken. Zijn Maasai-cultuur is het uitgangspunt. „In de taal van de Maasai is er geen woord voor nul, voor niets”, legt hij uit. „En in plaats van een woord aan een object te geven, beschrijven Maasai hoe het object zich verhoudt tot andere dingen. Je suggereert dingen zonder te zeggen wat ze zijn, zoals bij abstracte kunst. Het is geen deur, maar de mond van een huis. De verbeelding staat nog steeds open.”

Lemek Sompoika, ‘Zonder titel’, uit de serie ‘Par-muain’, 2019.

Beeld Lemek Sompoika

De breuk met het gemeenschapsgevoel in het verleden en de opkomst van de anonieme consumptiemaatschappij de afgelopen halve eeuw verliepen abrupt. Het blijft schuren. „Is moderniteit mijn identiteit?”, piekert Sompoika. „Onze ouders waren niet met hun afkomst bezig. Maar mijn generatie zoekt weer contact met oude culturen, om onze identiteit te bepalen. Ik doe dat door kunst”, zegt hij. De kern van de traditionele Maasai-samenleving is de ol-sutwa, wat zowel navelstreng, vriendschap als vrede betekent. Die communalistische levensinstelling botst frontaal met het individualisme van de moderne samenleving in de urbane hutspot van 42 etnische groepen in Kenia met ieder hun eigen taal, geschiedenis en cultuur. „De grote uitdaging van het huidige Afrika is om die diversiteit te omarmen zonder ieders afkomst te ontkennen. Misschien dat we dan socialer met elkaar omgaan”, zegt Sompoika.

Surrealistisch landschap

De gemeenschapszin tussen mensen in het rurale Afrika, evenals de innige band tussen mens en dier zoals bij de Maasai, dateren van ver voor de onafhankelijkheid toen het overgrote deel van de Kenianen nog niet was blootgesteld aan de buitenwereld. Hellmuth Rossler ziet de in 1947 geboren Kivuthi Mbuno als een pionier van moderne kunst in Oost-Afrika. Hij leerde zich het schilderen zelf aan: hij werkte als kok tijdens jachtsafari’s in de bush en wat hij daar observeerde schilderde hij, zeer figuratief, met veel beesten maar in een surrealistisch landschap.

De in 1944 geboren Joel Oswaggo is een andere spilfiguur onder de autodidactische kunstenaars van Kenia. Hij schilderde nog redelijk feitelijk dorpslevens in harmonie met hun omgeving. Zijn werk is realistisch figuratief, hij toont armoede maar maakt geen politiek statement. De politieke explosie volgde pas na de eeuwwisseling.

De eenheidsworst van de verstikkende eenpartijstaat ging toen op de schop en dat creëerde ruimte voor liberale ideeën. Dan dringt de politiek door in de kunst en verschijnen er meer abstracte schilderijen. Zoals van Justus Kyalo met zijn schilderij op rood canvas vol lijnen die naar buiten dringen. Of een schilderij in expressionistische stijl van Samuel Ashanti Githinji waar het beeld zich opdringt van een doodskop waaruit mensen lopen, een bittere politieke satire op het thema: nu is het onze buurt om uit de ruif te eten. Hij transformeert rouwende menselijke figuren tot beesten en benadrukt daarmee de harde realiteit van haat en geweld. Zijn doeken bevatten vaak dramatische sneden, die weer aan elkaar zijn genaaid om verzoening te symboliseren.

Afrika werd de afgelopen halve eeuw grimmiger, met verziekende corruptie en repressieve politiek, het idealisme van vlak na de onafhankelijkheid werd verbannen naar geschiedenisboeken. Voor beeldend kunstenaar Peterson Kamwathi symboliseert het mondkapje de verharding in de nieuwe eeuw. „Het mondkapje, als masker om je identiteit te verbergen”, zegt hij stellig. Hij zag het bij de migrant naar Europa met zijn gezichtsmasker tegen zon en zand, net als het mondkapje bij de stadsmens ter bescherming van smog en Covid. Of om het gelaat te beschutten tegen door politie afgeschoten traangas en spionerende camera’s van de geheime dienst. Kamwathi beeldde met houtskool op een somber schilderij politici uit met gezichten afgeschermd door bladzijden uit de grondwet, nadat Kenia in 2008 was ontploft door fraude bij verkiezingen.

Peterson Kamwathi in zijn atelier bij het Godowns Art Center in Nairobi, Kenia.

Foto’s Brian Otieno / NRC

De in 1980 bij Nairobi geboren Kamwathi toont zich zachtaardig en scherp. In zijn atelier bij het kunstcentrum Godown schieten zijn gedachten vele kanten uit, net als op zijn schilderijen, zonder het grote geheel uit het oog te verliezen. „Ik ben geen politiek activist, zeker niet. Maar politiek is overal, als kunstenaar kunt je het niet negeren”, vertelt hij.

Hij ontrolt een doek dat onderdeel uitmaakt van de serie Noble Savage. Zijn series met generieke personages in blokjes op de voorgrond bespelen thema’s als persoonlijke identiteit en hoe het individu onlosmakelijk verbonden is met het collectief. Met de antikoloniale strijd steeds verder in de achteruitkijkspiegel, vertegenwoordigt Kamwathi de generatie Oost-Afrikaanse kunstenaars die minder geïnspireerd wordt door de witte overheersing als wel door huidige maatschappelijke, culturele en economische kwesties. „Ik ben een product van deze eeuw.” Zijn werk is rijk aan symboliek, met conceptuele elementen die een visueel inzicht bieden in de realiteit van het dagelijks leven. „Ik streef ernaar de kwesties die mijn land, mijn continent en nu ook de planeet beïnvloeden, aan te pakken en te documenteren.”

Generatie Z

Inmiddels biedt zich weer een nieuw tijdperk aan, dat van Generatie Z. Deze jongeren doorbraken het afgelopen jaar tradities van gehoorzaamheid aan ouderen en politici. Hun schoonheidsleer is rauw maar symbolisch, hun methoden zowel serieus als satirisch, de inhoud van hun digitale agitatie humoristisch met scherpe memes en sketches. De moderne toetsenbordkrijgers richten hun pijlen niet alleen op een arrogante politieke klasse maar ook op hun ouders die zich te lang schikten in een patroon van onderdanigheid, voortkomend uit stamtradities. Het vanzelfsprekende respect voor ouderen is weg.

Die verfrissende kijk weerspiegelt een volgende sociale metamorfose. „De toekomst is gebaseerd op de verhalen die we vertellen”, zegt Sompoika. „Generatie Z heeft een ander relaas, het voelt alsof er iets nieuws aankomt.” En Kamwathi: „Laat jongeren zich met die revolte bezighouden. Ik verwacht een nieuwe golf van expressie van jonge kunstenaars van de Gen Z. Hun schilderijen zullen een organische rauwheid bevatten”.