Fenna protesteerde in het gangpad van het vliegtuig tegen de ‘deportatie’ van twee asielzoekers

De zaak

Snikkend antwoordt Fenna op de vraag van de officier van justitie of ze niet anders had kunnen handelen. „Ik zag die twee Koerdische mensen doodsbang achterin het vliegtuig zitten”, antwoordt ze. „Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen ze aan hun lot over te laten.”

Vorig jaar augustus werd de 24-jarige student gearresteerd nadat ze op de vlucht Amsterdam–Zagreb protesteerde tegen de uitzetting van twee asielzoekers. Het vliegtuig van Croatia Airlines was aan het taxiën naar de startbaan en keerde terug naar de gate waar de marechaussee haar opwachtte.

Van een mensenrechtenorganisatie wist Fenna dat de twee Koerden naar Kroatië zouden worden teruggestuurd. Op grond van de Dublinverordening moeten asielzoekers hun asielprocedure doorlopen in het land waar zij als eerste Europa binnenkwamen en geregistreerd werden. „Een van die personen was heel ziek en vanwege ‘Dublin’ zouden ze naar Kroatië worden gedeporteerd”, licht Fenna toe. „Zij kunnen in Kroatië of hun thuisland Turkije de benodigde zorg niet krijgen.”

Terwijl het vliegtuig aan het taxiën was, ging Fenna staan en begon de marechaussee in burger, die het tweetal asielzoekers begeleidde, luid aan te spreken over de „deportatie”. De rechter – „u noemt het deportatie, ik noem het uitzetting” – wil weten hoe het er in het vliegtuig precies aan toe ging. Ze vraagt hoe de medepassagiers op de actie reageerden. „Over het algemeen een beetje verbaasd en verder werd ik genegeerd en uitgelachen”, antwoordt Fenna.

U noemt het deportatie, ik noem het uitzetting

De rechter
tegen de verdachte

Ook wil de rechter weten of het klopt dat ze tijdens het taxiën in het gangpad is blijven staan terwijl het cabinepersoneel haar meermaals maande om te gaan zitten. „Dat klopt, dat heb ik gedaan.”

De rechter benadrukt dat dit de crux is van de strafzaak. Fenna staat namelijk terecht voor het niet opvolgen van de instructies van de gezagvoerder aan boord van een vliegtuig. Dat is een strafbaar feit op grond van luchtvaartwetgeving waarop maximaal zes maanden hechtenis en 10.300 euro boete staat.

Dat maximum staat ver af van de straffen die voor dit soort overtredingen worden opgelegd. Via een strafbeschikking van het OM kreeg Fenna een boete van 480 euro. Maar Fenna accepteerde de boete niet en ging „in verzet”. Daarom buigt de rechtbank Haarlem zich over haar zaak.

In reactie op vragen van de rechter antwoordt Fenna dat ze niet ging zitten omdat ze hoopte dat de piloot zou beslissen dat de twee asielzoekers van boord moesten. Dan zou hun advocaat meer tijd hebben om aan hun zaak te werken.

Ze zegt dat ze niet eerder op een zelfde manier actie heeft gevoerd en het in de toekomst niet nogmaals gaat doen. „Ik wil wel demonstreren, maar dan wel op een legale manier.”

Volgens de officier van justitie heeft Fenna de orde aan boord op ernstige wijze verstoord. Hij constateert dat Fenna is opgekomen voor haar principes en daarbij „te ver” gegaan is. Hij benadrukt dat vrijheid van meningsuiting niet onbeperkt is en haalt een recente uitspraak van de Hoge Raad aan. Die boog zich in 2023 over een soortgelijke protestactie in een vliegtuig en oordeelde dat sprake was van laakbaar gedrag waartegen mocht worden opgetreden.

Ik wil in de toekomst wel vaker demonstreren, maar dan wel op een legale manier

Fenne
verdachte

In die zaak kreeg de verdachte een voorwaardelijke geldboete opgelegd. Maar omdat het vliegtuig destijds de gate niet verliet en dit geval aan het taxiën was, eist hij een boete van 480 euro.

Fenna heeft geen advocaat, maar een juridisch medewerker van de strafrechtswinkel in Amsterdam meegenomen die als haar gemachtigde optreedt. Hij wijst erop dat zijn cliënte geen strafblad heeft, bijna haar bachelor heeft afgerond en mogelijk een master journalistiek wil gaan volgen.

Om ervoor te zorgen dat ze geen aantekening op haar strafblad krijgt en later problemen kan krijgen met het aanvragen van een verklaring omtrent het gedrag (vog) vraagt hij de rechter Fenna een boete op te leggen van 129 euro – dan blijft zo’n aantekening uit. Wil de rechter dat niet, dan stelt de gemachtigde voor de boete te matigen tot 240 euro.

Het oordeel

De rechter trekt zich enkele minuten met de griffier terug om zich te beraden op de uitspraak. Na terugkomst zegt ze dat er over het gegeven dat Fenna het strafbare feit gepleegd heeft geen twijfel bestaat.

Vervolgens is het de vraag of Fenna strafbaar is. De rechter verwijst naar hetzelfde arrest van de Hoge Raad als de officier van justitie. Ze stelt dat er door de aanhouding van Fenna weliswaar inbreuk is gemaakt op het recht van vrijheid van meningsuiting, maar dat die inbreuk noodzakelijk was en in verhouding stond tot het gediende doel.

De rechter vindt het gepleegde strafbare feit ernstig. „Met name omdat het toestel in beweging was en moest terugkeren met vertraging en overlast tot gevolg voor de passagiers en het personeel.” Tegelijkertijd constateert de rechter dat Fenna voor haar principes is opgekomen, sociaal bewogen heeft opgetreden en heeft beloofd zich voortaan aan de wet te houden.

Alles afwegende en rekening houdend met haar lage inkomen legt de rechter een geldboete van 480 euro op, waarvan de helft voorwaardelijk. Dat betekent dat Fenna 240 euro moet betalen: de helft van de strafbeschikking van het OM waartegen ze in verzet kwam. De zorgen over de vog wuift de rechter weg. Mocht ze die ooit nodig hebben, dan wordt getoetst of het strafbare feit een relatie heeft met de werkzaamheden waarvoor die vog nodig is.

Correctie (14 juli 2025 om 15.36 uur): eerder werd de straf die de gemachtigde voorstelde toegeschreven aan de officier van justitie.