North Sea Jazz pakte op het eind uit met frisse jazz, én een overrompelend goede show van Anoushka Shankar

Daar zitten de twee dochters van sitarmeester Ravi Shankar, naast elkaar, blote voeten, steeds meer op elkaar lijkend: zangeres Norah Jones, direct na haar eigen show in de grote pophal Nile het podium opgekomen bij sitar spelende halfzus Anoushka Shankar. Het is een samenkomst waar iedereen stiekem op hoopte op de laatste dag van North Sea Jazz. En zij zelf ook: even kruisen beider tours voor een duet van krap vier minuten, hun ‘Traces of You’ – voor het eerst ooit live. Het is een warm en lief moment in een toch al wervelende, overrompelend goede show.

De lucht trilde nog na van een opwindend blok muziek van Shankar, waarin ze met haar band en haar lel van een sitar langs meerdere onverwachte genres scheerde. In het mooie nieuwe ‘Hiraeth’ ging ze tegen zichzelf in, door haar spel te loopen en om haar eigen lijnen heen te spelen met repetitieve, hypnotiserende werking, een beetje Philip Glass. Maar dan bouwen ze het met ‘We Burn So Brightly’ op: Shankar dubbelt en driedubbelt zichzelf, de bassist trekt strakke noten als strepen op een nachtelijke snelweg, en als de percussionist de snelheid en intensiteit omhoog gooit wordt het zo vurig, dat ze tegen hardrock aanschuren. Om daarna met een stuwende triphopbeat in de groove van een soort intense clubmuziek te komen.

Prachtige match

Het is dan bijna een teleurstelling als met de komst van Norah Jones het gas eraf gaat. Gelukkig is de zalvende stem van Jones een prachtige match met de veelzijdige sitar van haar zus – het zal in de genen zitten – en is de situatie van deze primeur gewoon genieten. Shankar, die snel nog even de van het podium aflopende Jones gedag zegt, roept ontwapenend: „I’m so happy!” Ze is niet de enige: een droom van een concert.

Shankar bleek een hoogtepunt van de zondag op North Sea Jazz 2025, waar extreem veel om uit te kiezen was: dit jaar helde het jazzprogramma echt over naar deze laatste dag; een oververtegenwoordiging aan sterke namen in het moderne jazzaanbod vol vloeiende muzikaliteit. Amerikaanse jazznamen als Ambrose Akinmusire, Makaya Mccraven, Kamasi Washington, en de Britse Nubya Garcia; ze domineren nu de scene, spelen hier regelmatig en het valt nooit tegen. Een gelukje voel je dan bij de ontdekking van de Franse Sophye Soliveau, die met haar harpspel zowel diepte als betekenis gaf aan wat ze zeer soulvol zong. Ook de sociaal geëngageerde jazz van saxofonist Immanuel Wilkins bleef lang nagonzen – wat is zijn spel stevig geworden op een kolkende onderlaag.

Deze uitverkochte 48ste editie (90.000 bezoekers) van North Sea Jazz bood weer veel boeiende en betoverende muziek, met een stevige inzet op vernieuwers van een nieuwe generatie. Buitengewone headliners in de pop en soulhoek ontbrak op Diana Ross na een beetje. De comeback van soulster Maxwell was zoetzacht. En dat de generatie jazzsenioren vervaagt is nu echt goed merkbaar (en te betreuren), al waren Herbie Hancock en het duo Dulfer en Bennink bevlogen tachtigers, en beslist must sees.

Immanuel Wilkins (links) en Diana Ross

Foto’s Andreas Terlaak

Maar aan de onderkant borrelt het gelukkig van talent dat bij vlagen toch echt grootsheid bood. Met publiekslieveling Jacob Collier had het festival dit weekend een gretige, onvermoeibare aanwezige huisartiest, in vier shows veroverde hij vooral met aanstekelijke publiekskoren harten. Zangeres Celeste glorieerde onvermoed als een nieuwe absolute ster. De Amerikaans-Indiase Ganavya Doraiswamy imponeerde met haast iets bovenaards in haar stem, die absoluut op een dieper niveau raakte. Zo ook de onderlinge verbinding die het jazztrio van Julian Lage overbracht – precíés zoals je hoopt.


Lees ook

De nieuwe glorie van Celeste, kwetsbaar en krachtig tegelijk

North Sea Jazz: de nieuwe glorie van Celeste, kwetsbaar en krachtig tegelijk

De derde dag was het heerlijk vlinderen. Want ook de pop had een ruim aanbod: een Norah Jones (sobere show met jazz-invloeden in een vooral slepende tred die het publiek toch weer door deed lopen), een opgewekte Ronnie Flex (met zijn grote band een volstrekt logische thuiswedstrijd hier – „Ik rapte vroeger nog in een clubhuis hier vlakbij”) en dan dus de komst van diva der diva’s Diana Ross, zo’n headliner die het héle festival wel wilde meepakken.

Stralend én onaantastbaar stond La Ross er weer, en net als in 2022 met de armen wijd open als een levende legende, 81 jaar intussen. De diva divine flaneerde een parade van veren, korsetten, stola’s en glitter. Haar stem, inmiddels broos en flinterdun, is al jaren ondergeschikt aan haar overweldigende présence, en gelukkig vangt een batterij achtergrondzangers haar moeiteloos op.

Van een weemoedig ‘Don’t Explain’ van Billie Holiday gleed ze moeiteloos naar haar feelgoodnummer uit The Wiz-soundtrack ‘Ease on Down the Road’. Om uiteindelijk uit te komen bij waar de zaal voor kwam: een groot evergreenfeest. Haar ijzersterke hitrepertoire – ‘Love Hangover’, ‘Why Do Fools Fall in Love’, ‘Reach Out and Touch’ en ‘Upside Down’ – het blijft haar geheime wapen. Of ze het nu zelf zingt, of er beminnelijk bij lacht.