In het atrium van de Wildhoef, een zorgcomplex voor mensen met zware dementie in Bloemendaal, wordt op een woensdagmiddag in maart een nieuw apparaat naar binnen getild. Het is een witte staander met een scherm, een beetje zoals een bestelzuil in een fastfoodrestaurant. Ernaast wordt een poster geplakt met een plaatje van een oude dame erop met een witte knot en een brilletje tegen een roze achtergrond. ‘Hallo, ik ben Tante Co’, staat erop.
De bewoners in het atrium hebben geen idee waar de zuil voor dient, maar de man die ’m komt installeren legt het uit. Zijn toehoorders – een deel dut in z’n stoel, anderen kijken niet-begrijpend voor zich uit – horen dat de zuil hun meer regie over hun leven gaat geven. Na de presentatie krijgt iedereen een cupcake met een plaatje van Tante Co.
De zuil verschijnt niet alleen in Bloemendaal. Ook bij de andere negen woon- en zorglocaties van vereniging Pro Senectute (‘voor de ouderdom’) wordt de „slimme, speelse en laagdrempelige tool die zorgorganisaties helpt om de mening van bewoners op te vangen” neergezet. Op het scherm verschijnen vragen die zij via het touchscreen kunnen beantwoorden. Zoals ‘Welk koekje vindt u lekker?’, met als antwoordopties ‘sprits’, ‘speculaas’, ‘stroopwafel’ of ‘krakeling’. Of: ‘Welke activiteit vindt u het leukst?’
De vragen op het scherm gaan over meer dan hapjes. De zuil vraagt ook: ‘Voelt u zich veilig?’ of: ‘Wat zou u vertellen aan een toekomstige bewoner?’, waarbij het scherm enkel positieve antwoordmogelijkheden biedt: ‘Het is hier gezellig’, ‘De zorg is goed’, ‘Je wordt gezien als mens’ of ‘Iets anders’.
Willem Burmanje (66) uit Haarlem, die in maart zijn vrouw met vroege dementie komt bezoeken in De Wildhoef, ziet ook zo’n ingewikkelde vraag langskomen. Zij is inmiddels overleden, vertelt de voormalig directeur van een groot bedrijf aan de telefoon. „Er stond iets op als: ‘Weet u dat Pro Senectute binnenkort een nieuwe naam krijgt?’ Nou, geloof me, dat weten de mensen die daar wonen niet. Er was sowieso geen uitleg. Niet over de zuil, niet over alle veranderingen. Over niets.”
Winstmaximalisatie
De Tante Co-zuil is een voorbode van wat bewoners van de ruim vijfhonderd Pro Senectute-appartementen te wachten staat. Hun vereniging is de afgelopen anderhalf jaar radicaal op de schop gegaan. Van de ideële ouderenvereniging waar zij zich ooit bij aansloten is weinig meer over: de zorgtaken zijn overgedaan aan de Rotterdamse bedrijvenopkoper Venturion, de gebouwen eind vorig jaar voor zo’n 90 miljoen euro verkocht aan het Britse investeringsfonds Schroders.
Opeens moeten de ouderen en hun families zich verhouden tot een zorgaanbieder die winstmaximalisatie nastreeft, huren verhoogt, extra taken voor mantelzorgers introduceert en digitale zorginnovaties binnenhaalt. De bewoners hebben te horen gekregen dat het budget voor culturele extraatjes, zoals een harpist die op zondag komt optreden, wordt afgebouwd. De 90 miljoen euro die het vastgoed opleverde is weliswaar in de kas van hun vereniging achtergebleven, maar dat geld is door een recente statutenwijziging niet langer voor hen bestemd.
Terwijl de bewoners en cliënten worstelen met de nieuwe situatie, hebben de achtergebleven verenigingsbestuurders – een D66-wethouder, een UvA-hoogleraar en een oudgediende in het zorgvastgoed – zichzelf een prettige nieuwe taak toebedeeld. Niet langer hoeven zij zich te verhouden tot de complexe maatschappelijke en financiële werkelijkheid in de ouderen- en dementiezorg. Voortaan zijn zij bestuurders van een vermogende charitatieve instelling – een goed doel – die maatschappelijke en culturele initiatieven voor ouderen ondersteunt.
Giften en legaten
Als de vereniging Pro Senectute in 2022 het honderdjarige bestaan viert, lijkt er niets aan de hand. Er zijn taartjes en muziekoptredens op de tien woon- en zorglocaties in onder meer Haarlem, Bloemendaal, Den Haag en Lochem. Het jubileumboek dat tegelijkertijd uitkomt, besteedt volop aandacht aan de rijke geschiedenis. Die begint bij de bestorming van het Winterpaleis in Sint Petersburg in 1917, de opmaat tot een financiële catastrofe voor Nederlandse bezitters van Russische staatsobligaties. Vijf jaar later wordt in de vergaderzaal van de Armenraad in Amsterdam de vereniging Pro Senectute opgericht. Die moet door het hele land tehuizen stichten voor verarmde senioren „met ontwikkeling en beschaving”, die na de Russische Revolutie de waarde van hun obligaties – die dienden als pensioenbelegging – hebben zien verdampen.

Het hoofdbestuur Pro Senectute in vroeger tijden.
Collectie Stadsarchief Amsterdam
De vereniging wordt een eeuw lang gevoed met giften en legaten en staat er tijdens het eeuwfeest financieel goed voor. De jaarrekening van 2022 rept over zo’n 145 miljoen aan bezittingen, vooral bestaande uit hypotheekvrije woon- en zorgcomplexen en bijna 22,5 miljoen aan liquide middelen. Dat komt onder meer doordat net een groot zorgpand in Amsterdam-Zuid, vlak bij het Hilton Hotel, is overgedaan aan een Franse zorginvesteerder.
Organisatorisch gaat het minder. „De vele wisselingen in het management, de uitstroom van vaste zorgverleners en de grote inzet van zzp’ers werken vertragend op de sturing en continuïteit van de kwaliteit en veiligheid van de cliëntenzorg”, luidt de kritiek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in de zomer van 2023, na bezoeken aan de huizen in Haarlem en Bloemendaal, waar de zorg ondermaats blijkt. Lastig is ook dat de tien locaties van Pro Senectute verspreid liggen over Nederland en dat elke locatie een ander pakket aanbiedt, van lichte ondersteuning tot zware, ‘intramurale’ dementiezorg.
Geld is niet het probleem – de reserves van de vereniging zijn hoog genoeg om jaarlijks de gaten in de begroting van de zorgtak te dichten. Maar het lukt voorzitter Thessa van der Windt, tevens D66-wethouder in Bloemendaal, niet om geschikte zorgbestuurders te recruteren die heel Pro Senectute weer op de rit kunnen krijgen. Gaandeweg krijgt ze het idee dat de miljoenen waarmee de vereniging al die jaren de zorg heeft ondersteund „niet langer helpend waren, maar er eigenlijk voor zorgden dat de problemen niet goed aangepakt werden”, mailt ze aan NRC.
De markt moet het maar oplossen, besluit het bestuur. Terwijl Pro Senectute het eeuwfeest viert, wordt er achter de schermen een plan opgetuigd om de hele zorggroep in de uitverkoop te doen.
Investeringsmaatschappij
Begin 2024 krijgen de cliënten en bewoners een brief van Pro Senectute. Daarin staat dat de vereniging „met volle overtuiging” voor het Rotterdamse opkoopfonds Venturion als nieuwe uitbater van de zorgactiviteiten gaat. Dat is een „Nederlands bedrijf, waarvan de aandelen in handen zijn van de twee oprichters”.
De oprichters zijn twee Brabantse jeugd- en voetbalvrienden – ze speelden allebei in het eerste team van VV Almkerk – die met hun sportauto’s, maatpakken en strikt zakelijke aanpak scherp afsteken tegen de zorgbestuurders met wie Pro Senectute tot dan toe heeft gewerkt. Hun investeringsmaatschappij Venturion neemt sinds 2001 noodlijdende organisaties en bedrijven over en probeert die meer waard te maken. Op dit moment vallen 72 bedrijven met honderden werknemers in onder meer de uitzendbranche, kraanverhuur, jeugdzorg, projectontwikkeling en kinderopvang onder Venturion.

Tehuis voor ouden van dagen van Pro Senectute in Amsterdam.
Collectie Stadsarchief Amsterdam
Pro Senectute-voorzitter Van der Windt zegt tegen NRC dat de keuze voor Venturion allerminst controversieel was, maar juist breed gedragen werd. Na „uitgebreide discussies” waarbij „stapels adviezen” zijn besproken stemden tijdens de beslissende vergadering begin 2024 vrijwel alle stemgerechtigde leden vóór het losknippen en overdragen van de zorg aan de investeerder, vertelt ze. Die hoefde niets te betalen voor de overname, er werd immers verlies gedraaid.
De beslissing werd genomen door „twintig tot dertig leden” die mogen stemmen. Zij zijn allemaal (oud-)bestuurder of (oud-)lid van de raad van toezicht van Pro Senectute en goed ingevoerd in de bestuurlijke problemen. De honderden zelfstandige bewoners, hulpbehoevende cliënten, mensen op de wachtlijst en familieleden – de groep die de veranderingen in het dagelijks leven zal merken – zijn formeel geen lid. Zij hebben geen stemrecht en worden niet naar hun mening gevraagd.
De transformatie van de oude vereniging gaat na de zomer van 2024 in hoog tempo door. De gebouwen gaan in de verkoop aan de hand van een lijst van potentiële kopers die is opgesteld door advieskantoor Deloitte. Investeringsbedrijf Schroders Capital, met een hoofdkantoor in de Londense City, komt als winnaar uit de bus.
Op 13 november 2024 gaat het persbericht eruit. Daarin kondigt Schroders een „langetermijninvestering” in een „maatschappelijk interessant segment” aan: de aankoop van een „woon(zorg)portefeuille” bestaande uit „168 intramurale- en 262 extramurale appartementen” van Pro Senectute. Aankoopprijs: zo’n 90 miljoen euro. Onderdeel van de afspraak: Schroders verhuurt dit hele pakket tot 2038 aan de zorgtak in beheer van Venturion, die de appartementen weer doorverhuurt aan bewoners.
Het gros van de verkoopopbrengst stalt de vereniging op een beleggingsrekening bij Van Lanschot Kempen.
Nu ontstaat er een bijzondere situatie. De vereniging heeft de zorg en de tehuizen voor haar bewoners aan de markt overgedaan, maar heeft meer geld in kas dan ooit. De oplossing: een goed doel worden. „De vereniging is in transitie om te komen tot een charitatief vermogensfonds, gericht op het welzijn van ouderen”, staat sindsdien op de website. Dat zijn niet de ouderen van Pro Senectute, maar álle ouderen. Als voorbeeld dient een stichting in Beverwijk die door het hele land projecten ondersteunt, zoals een meezingconcert voor mensen met dementie, een koffieochtend met de Drentse dambond en workshops chocoladeletters maken en zitdans.
Nieuwe naam
Op de oprit van het parkeerterrein van Waalsdorp, een ruim opgezette seniorenflat aan de rand van park Clingendael in Den Haag, is het bord van Pro Senectute vervangen door een bord met de naam ‘Fortumus’. De veelal hoogopgeleide bewoners – gewezen rechters, diplomaten, een voormalig bankdirecteur en een oud-minister – hebben in april per brief te horen gekregen waar de naam op slaat. In samenwerking met een merkenbureau heeft investeerder Venturion gekozen voor stichting ‘Fortumus’, een samentrekking van het Latijnse ‘Fortuna’ (geluk), ‘forta’ (kracht) en ‘domus’ (huis), waarbij het Engelse ‘us’ in de naam ook nog verwijst naar ‘ons’, „onze gemeenschap, een warme en vertrouwde plek” – aldus de brief.

Het nieuwe bord is niet het enige wat de bewoners merken van de transformatie van hun vereniging. Ook in hun hal is een Tante Co-zuil naar binnen gereden die hun vragen stelt; een „kleinerend” en „beledigend” ding, volgens bewoners die NRC begin juli spreekt. En ze hebben een brief gekregen dat de ‘plusgelden’, het potje geld dat de vereniging jaarlijks doneert voor extraatjes zoals muziekoptredens, worden afgebouwd.
Nieuwe bewoners betalen bovendien sinds kort flink meer huur, vertellen de buren. De goedkoopste appartementen – alles inclusief – kosten inmiddels, volgens de website, ruim 2.700 euro per maand. Dat is een paar honderd euro meer dan in het verleden.
Op de gangen is onmin ontstaan. Een deel van de huurders wil een vereniging oprichten om sterker te staan tegenover de nieuwe eigenaar, anderen fluisteren dat zij op zoek moeten naar „een goede advocaat, die moet uitzoeken wat er allemaal is gebeurd”. Eén bewoner: „We zijn geprivatiseerd. Wat belet de nieuwe eigenaar om het pand te verkopen of de appartementen te verhuren aan expats die nog meer betalen?”
Einde zwaarste zorg
Niet alleen in Waalsdorp, ook op andere locaties is het onrustig. Vooral sinds april dit jaar, toen de cliëntenraden het lijvige plan van aanpak ‘Samen elke dag van waarde’ te lezen kregen. Daarin beschrijft de investeerder zijn plannen met de zorg.
Fortumus wil met de zwaarste zorg stoppen, staat in het vertrouwelijke document. In de tehuizen is straks geen plek meer voor zeer hulpbehoevende cliënten met zware dementie. Daardoor verdwijnen meer dan tweehonderd verpleeghuisbedden voor de allerzwaarste patiënten, waarvan er in Nederland toch al te weinig zijn.
In plaats daarvan gaat Fortumus ‘geclusterde VPT’ aanbieden, wat staat voor ‘volledig pakket thuis’. Kern daarvan: ouderen huren een appartement én kopen zorg in, allebei bij Fortumus. Die kan voortaan op twee manieren geld verdienen: door de huren te verhogen en door de zorg goedkoper te organiseren.
Het plan van aanpak schetst hoe dat moet gebeuren. Met meer inzet van vrijwilligers, extra zorg van familieleden en mantelzorgers, minder duur zorgpersoneel, meer „anders opgeleiden” en een waaier aan zorgnoviteiten: de Momo Bedsense tegen uit bed vallen, de ‘slimme’ Thelma medicijndispenser en de vraagzuilen die klanttevredenheid monitoren. De transformatie is nodig wegens de „precaire financiële situatie” van de organisatie.
Het plan valt slecht bij de cliëntraden. Ze hebben grote zorgen over hoogte van de huren en de kwaliteit van de zorg, waarbij onbetaalde vrijwilligers en familieleden een grotere rol krijgen. En ze hebben een waslijst aan vragen. Waarom moet er eigenlijk bezuinigd worden? De vereniging heeft toch 90 miljoen in kas? Hoe is dat eigenlijk gegaan? En blijft de zorg wel op peil als Fortumus straks van een stichting wordt omgezet in een bv die winst kan uitkeren, zoals Venturion wil?
De cliëntraden, die vooral bemenst worden door bewoners op leeftijd en familieleden van zorgcliënten, hebben de grootste moeite om de keten aan gebeurtenissen van de afgelopen anderhalf jaar te reconstrueren. Afspraken uit het verleden staan niet of onduidelijk op papier, blijkt uit interne correspondentie, en bovendien heeft Venturion geen zin om openheid van zaken te geven.
Herhaaldelijk vragen de cliëntenraden bestuurder Andrea Reidsma van Venturion om afschriften van de relevante „contracten”, „afspraken rondom de overname”, „vergoedingen voor het leveren van bestuursdiensten door Venturion”, „meerjarige onderhoudsplannen” voor de gebouwen en de lijst „van schenkingen”.
De documenten krijgen ze niet.
‘Gezonde marktwerking’
Andrea Reidsma heeft een andere blik op de gebeurtenissen. Zij mailt NRC dat zij heel goed snapt dat een „stichting met een lange, bijzondere geschiedenis zoals Pro Senectute moet wennen aan de samenwerking met een commerciële partij”. Venturion is volgens haar „altijd open en transparant geweest” over de aanpak: „Wij geloven in een gezonde marktwerking in de zorg.”
Dat zorgorganisaties zoals Fortumus „nauwer moeten samenwerken met mantelzorgers en familie is een landelijke ontwikkeling”, schrijft Reidsma. Ze spreekt „regelmatig met de centrale cliëntenraad én lokale cliëntenraden” en organiseert elke zes weken informele bijeenkomsten „met cliënten en hun familie over wat er op de locaties leeft”.
Thessa van der Windt van de vereniging Pro Senectute heeft, voor zover zij dat „van afstand kan beoordelen”, de indruk dat Venturion „betekenisvolle stappen” zet om de „kwaliteit van zorg en de bedrijfsvoering op het juiste pad te krijgen”. Dat moest echt, benadrukt zij: „De kwaliteit van zorg was al jaren zeer zorgelijk en het was meerdere zorgbestuurders niet gelukt om dat tij te keren.”
Van der Windt gaat er niet meer over. Zij is druk bezig om een betekenisvolle bestemming te vinden voor de miljoenen die haar vereniging sinds kort in kas heeft. Pro Senectute heeft „de wens om een goede doelen fonds te worden en het geld dat in de afgelopen eeuw aan de Vereniging is geschonken aan te wenden ten gunste van ouderen,” mailt zij. Dat zijn niet zozeer de bewoners van de verkochte Pro Senectute panden, maar „alle ouderen van Nederland”. Het fonds gaat vanaf 2026 jaarlijks ongeveer 3 miljoen euro uitkeren.
Een waardig einde
Willem Burmanje uit Haarlem verloor afgelopen april zijn vrouw Gaby. Ze was 73 en had ruim vier jaar in de Wildhoef in Bloemendaal gewoond met dementie. Elke avond ging hij naar haar toe om voor haar te zorgen.
Toen de Wildhoef nog onder Pro Senectute viel, klaagde hij al meermaals dat de kwaliteit van zorg ondermaats was, vertelt Burmaje. Hij had gehoopt dat de entree van Venturion voor verbetering zou zorgen, maar dat gebeurde niet. Burmanje zag het aantal personeelswisselingen toenemen en het aantal gekwalificeerde zorgverleners dalen. Hij diende overal klachten in: van de inspectie tot aan het Venturionbestuur. Terwijl hij een frivole vraagzuil met roze posters in het atrium zag verschijnen, bleven zíjn vragen onbeantwoord. Aan de telefoon: „Er kwam geen antwoord, nooit.”
Op de uitvaart van zijn vrouw in een kerkje in Bloemendaal noemde hij de Wildhoef „een plek met een gebrek” en haalde hij uit naar het „kille berekenende management” van Venturion, dat de zorg „verschraalt” en „uitholt”, en „alles in het werk stelt” om de zaak zo „kostengunstig te runnen” als maar kan. „Iedereen in de Wildhoef gaat uiteindelijk dood, daar gaat het mij niet om”, schreef hij na de uitvaart in een brief naar Venturion, „maar een waardig einde is wel het minste wat ik verwacht”.
Reageren? [email protected]
