Duitse arbeiders bij autofabrieken die hun baan verliezen, komen meteen in dienst bij wapenfabrieken als Rheinmetall. De KLM stelt piloten beschikbaar voor de Nederlandse luchtmacht, die dringend mensen nodig heeft. In de Franse Dordogne contacteren en recruteren bedrijven in de defensiesector werklozen zodra ze zich bij arbeidsbureaus melden. Volgens Indeed, een banenplatform, is het aantal vacatures in de Europese defensie-industrie sinds 2021 met 41 procent gestegen. Vanwege de schaarste stijgen de lonen ook.
De groei van de Europese defensie-industrie is logisch, nu het steeds onduidelijker wordt of de Verenigde Staten Europa wel te hulp schieten als het wordt aangevallen. Regeringen slaan alarm en verhogen hun defensiebudgetten. Maar ook burgers voelen zich plotseling onveilig. Voorheen waren ze niet zo bang dat de Russische president Poetin, die herhaaldelijk heeft gezegd dat de Baltische staten net als Oekraïne bij het Russische Rijk horen, het in zijn hoofd zou halen om een Europees land aan te vallen: hij zou, dachten ze, meteen de NAVO over zich heen krijgen en zich dus wel tweemaal bedenken. Maar nu Trump weer president is, zijn ze daar niet zo zeker meer van. Dus stijgt hun vrees voor een Russische aanval. Uit een peiling in negen Europese landen blijkt dat 55 procent bang is voor een gewapend conflict in Europa in de komende jaren. Zeventig procent denkt dat Europa er dan alleen voor staat. Interessant genoeg hebben de meeste mensen daarbij meer fiducie in één Europees leger onder gezamenlijk commando (60 procent) dan in verschillende nationale legers die allemaal hun eigen commando hebben (19 procent).
Europese legers komen van ver onder nul
Als de dreiging ineens zo sterk wordt gevoeld en als Europese regeringen en burgers eindelijk begrijpen dat ze actie moeten ondernemen, waarom blijft het dan zo moeilijk om op dit welvarende continent vol goedopgeleide mensen snel een stevige defensie op poten te zetten – niet om aan te vallen maar om zichzelf te verdedigen? Die vraag beantwoordt een Franse legerofficier onder het pseudoniem Robert-Henri Berger (‘berger’ betekent herder) in een essay voor de site Le Grand Continent. Hij steekt de hand flink in eigen boezem. Natuurlijk, schrijft hij, zijn drie decennia vredesdividend (sinds begin jaren negentig), slinkende defensiebegrotingen en bureaucratisering hier debet aan. Europese legers komen van ver onder nul. Ze hebben weinig reserves of operationele ervaring. Maar meer geld is, hoe belangrijk ook, niet het enige antwoord. Ook het verlies van een raison d’être sinds Fukuyama’s ‘eind van de geschiedenis’ speelt Europese legers parten: „Doordat regeringen het gebruik van geweld lang niet meer zagen als legitiem instrument in het publiek belang, zijn legers intellectueel en sociologisch geblokkeerd geraakt.” Omdat ze niet langer nodig waren, continu werden hervormd en gekortwiekt en amper nog contact hadden met de burgerbevolking, zijn Europese legers op een eilandje beland: „Militair denken is een theoretische exercitie geworden, steriel, losgezongen van de realiteit.”
Legers zijn intellectueel en sociologisch geblokkeerd geraakt
Om een militaire afgang en vernedering te voorkomen die op heel Europa afstraalt, schrijft Berger, moet je dus meer doen dan budgetten verhogen en mensen tewerkstellen in de defensie-industrie. Om slagkracht, efficiëntie en drive te krijgen, is een cultuuromslag nodig: „Legers moeten er weer zijn om, in de zin van Clausewitz, politieke resultaten te behalen voor regeringen en samenlevingen.” Die rol zijn ze kwijtgeraakt. Zo had tijdig Europees ingrijpen in Syrië niet alleen de burgeroorlog kunnen smoren en mensenlevens kunnen redden. Het had ook de opmars van Turkije, Rusland en Iran en de Europese migratiecrisis kunnen voorkomen – en daarmee de hysterische, polariserende debatten over migratie en islam in Europa. Zeker, dat ingrijpen was impopulair, dus onmogelijk. Maar als politici de case niet maken, of zelfs maar zien, houdt het bij voorbaat op.
Berger neemt zijn pet af voor het Oekraïense leger: door de schok van de Russische invasie gingen de organigrammen en fte-staatjes het raam uit en werd het flexibel, creatief, innovatief, hi-tech, gedecentraliseerd en gemotiveerd. Zijn conclusie: als de cultuuromslag niet langzaam gaat, tegen geringe kosten, komt het later een keer. Bruut, genadeloos en peperduur.
Het is een doos vol kleurige kralen waaruit het onmogelijk kiezen is. North Sea Jazz lijkt de laatste paar jaar een stapje terug te hebben gedaan in het aantal in het oog springende wereldsterren, maar het blijft een festival dat bezoekers muzikaal graag voor dilemma’s stelt. Veters vast en rennen, ruim 150 optredens, 17 podia in en rond Rotterdam Ahoy. Snel iets meepikken van Sheila E. om daarna nog iets te kunnen zien van gitarist Julian Lage. Of toch Judith Hill aan het werk zien, en weten dat je de zaal van legende Herbie Hancock dan niet meer in komt? In kleinere zalen zong het rond over artiesten als Ganavya, Aja Monet en de prachtige compositieopdracht van saxofonist Kika Sprangers met het Nederlands kamerkoor.
Mooi en hoopvol was het hoeveel artiesten op het podium – van Celeste tot Jacob Collier of het Maas-zaal plat spelende Ezra Collective – zeiden ooit legendarische NSJ-shows als voorbeeld te hebben gekeken, om er nu eindelijk zelf te staan. North Sea Jazz verandert, op zowel de podia als in de gangen; en het publiek beweegt op de stroom mee.
Het is onmogelijk alles te zien. Tien echte North Sea Jazz-momenten van de vrijdag en zaterdag:
Concert van Celeste op North Sea Jazz.
Foto Andreas Terlaak
1Celeste
Diep raakt ze, echt diep. De Britse zangeres Celeste schuurt en streelt tegelijk, zaterdagavond. Haar stem is bitterzoet en bluesy, rauw en nasaal – een expressief instrument waarmee ze onmacht, verlatingsangst en de zoektocht naar rust blootlegt. Ze spuugt haar woorden haast uit, met wijd uitgestrekte armen en trillend lichaam. Even later slaat de sfeer abrupt om in een uptempo rocknummer, scherp en direct. Het publiek in de volgepakte Maas-zaal houdt de adem in. Dit is Celeste in haar nieuwe glorie: open, intens, niet langer ongenaakbaar, maar kwetsbaar en krachtig tegelijk.
Tamelijk onverwacht wordt Celeste een adembenemende ster op North Sea Jazz. Wat een vocale kracht demonstreerde ze op het randje van het podium, zo dichtbij en persoonlijk dat het bijna ongemakkelijk werd. Gekleed in een hoofdtooi van veiligheidsspelden met een sluier en donkere, uitgeveegde zwarte oogmake-up, straalde ze broze intensiteit uit die deed denken aan Billie Holiday, Nina Simone en Amy Winehouse, met wie ze ook haar melancholische diepgang deelt. Celeste is niet langer de zangeres die zich achter perfectie verschuilt. En dus klinkt haar muziek steviger dan ooit, een retrosoulrock Woodstock gevoel. Een Bond-sfeer in ‘This Is Who I Am’, oude hit ‘Love Is Back’ klinkt optimistisch, bijna retro. Het absolute hoogtepunt? De titelsong ‘Woman of Faces’ gaat voluit en wordt emotioneel uitgekleed tot op het bot.
Sheila E. op North Sea Jazz.
Foto Andreas Terlaak
2De vader van Sheila E.
Wij leerden Sheila E. via Prince kennen, maar in Rotterdam staat ze naast een man die ze nóg beter kent: haar vader Pete E(scovedo). Een lekker losse percussionist – speelde met Tito Puente en Santana – die fier rechtop staand uitermate goed meekan met de denderende funktrein van zijn dochter. In Europa optreden was een bucketlist-item dat hij twee dagen voor zijn negentigste (!) verjaardag kan afstrepen, in een show vol aanstekelijke, dik aangezette latin funk. „I’m happy to be here. I’m happy to be anywhere at ninety!”
Jacob Collier op North Sea Jazz.
Foto Andreas Terlaak
3Zingen met Jacob Collier
Onderdeel zijn van het publiekskoor van Jacob Collier. Dat wil je niet per se, maar zie het maar eens te weerstaan als iedereen om je heen op zijn subtiele vingeraanwijzingen al in verschillende toonsoorten ‘Here Comes the Sun’ meezingt. De Brit toont zich deze editie een van de meest bezielde huisartiesten – niemand weet publiek zo intensief bij zijn optredens te betrekken als hij. Naast zijn concerten met band en het Metropole Orkest, ontstonden er muzikale kettingen in de geest van Bobby McFerrin’s circle singing in het publiek.
Jazzlegende Herbie Hancock op North Sea Jazz.
Foto Andreas Terlaak
4De springende jazzlegende Hancock
Een sterrenstelsel aan jazztitanen dooft langzaam uit – des te meer wil men de laatsten nog zien. Herbie Hancock is er nog, en hoe: 85, vitaal, scherp, met gevoel voor show. De zaal stroomt over, tot ver buiten de dichte deuren. Hancock speelt frisse arrangementen van zijn klassiekers: ‘Actual Proof’ met de Headhunters, ‘Footprints’ eert zijn overleden vriend Wayne Shorter. Maar een hoogtepunt is de opgefriste hit ‘Rock It’. Als Hancock zijn campy keytar om zijn schouders gooit en samen met gitarist Lionel Loueke springend losgaat, lijkt hij plots weer die jonge jazzgod van toen.
DeWolff heeft hun bingokaart met festivals wel zo’n beetje vol. DeWolff kan overal. Maar als ze bij North Sea Jazz het podium opkomen zit de charismatische frontman Pablo van de Poel in een rolstoel. Een Kurt Cobaintje? Nee: hij is in Groningen van een podium gelazerd en scheurde zijn enkelband, maar rockt (en rollt) niet minder. Hilarisch hoe hij door twee man over het podium heen en weer wordt geracet tijdens zijn gitaarsolo’s.
Eerbetoon aan Wayne Shorter op North Sea Jazz. Op de foto dirigent Clark Rundell, bassist John Patitucci en drummer Terri Lyne Carrington.
Foto Andreas Terlaak
6Ode aan Wayne
De in 2023 overleden Wayne Shorter zette bij het componeren geregeld CNN aan. De wereld staat in brand. Zijn antwoord was ontsnapping, voor zijn jazzensembles mét symfonieorkest schreef hij stukken die eerder reizen leken dan composities: naar verre planeten, naar binnenwerelden. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest, voor het eerst duikend in Shorters abstracte maar gelaagde muzikale taal, klinkt aanvankelijk wat aftastend. Toch ontstaat er onder leiding van dirigent Clark Rundell een spanningsveld, geholpen door Shorters bandleden en bevriende musici als Terri Lyne Carrington. Dat in dit eerbetoon de partituur leidt, schept afstand. Maar als saxofonist Tineke Postma voor de solo haar ogen sluit weet je: dit voert terug op herinneringen.
Concert van Judith Hill
Foto Andreas Terlaak
7Het mysterie van de Congo
De Congo-tent is een beetje mysterieus: verscholen in een verre hoek achter de grootste podia. Maar als je de hoek omgaat weet je meteen of het áán is daar, dan puilt het uit en dromt de massa zich tussen de terrasstoeltjes om erbij te zijn. Zo was het vrijdag bij de funkrock van Judith Hill, voormalig Michael Jackson- en Prince-protegé met een ontzettend krachtige stem, waarvoor je een paar extra haringen in de tent zou willen slaan. Of een dag later bij de Spaanse hiphopflamenco van Queralt Lahoz, die haar stem mooi laat slangen als Rosalía, en dan weer een vette trap-beat opzoekt. En anders bij echte dansbands Ghost Note en Steam Down. De Congo blijkt ook dit jaar vaak dé plek waar het gebeurt.
Aja Monet op North Sea Jazz.
Foto Andreas Terlaak
8Jazzactivisme van Aya Monet
Lange rijen voor dichter, performer, activist Aya Monet zijn logisch, ze is on fire. Met lange blauwe dreadlocks staat ze strijdbaar achter een desk vol bloemen, haar jazzband onderstreept haar woorden. De bevlogen poëzie stuitert alle kanten op: urgent, overvol, soms wat veel tegelijk. Er passeren tientallen thema’s, soms in één gedicht: racisme, feminisme, nood in Gaza, Soedan, en hoe de zorg voor de aarde veel te vaak over het hoofd wordt gezien. Maar ook: de zoete, wellustige liefde, als echtgenoot, drummer Justin Brown – „to whom I make love every night” – aansluit.
Mary J. Blige op North Sea Jazz.
Foto Andreas Terlaak
9De tijdmachines van Mary J Blige en Maxwell
Twee keer jaren negentig top-r&b op North Sea Jazz, maar wel wisselend van kwaliteit. De niet altijd toonvaste, soms zelfs schreeuwerige Mary J. Blige blijkt het meest in die tijd blijven hangen, met een band vol spierbundels, dansers met Backstreet Boys-pasjes, en gare visuals. Goed voor de tijdmachine, maar het wordt cringe als ze beelden laat zien van de gevolgen van klimaatverandering, en meteen erna een video van hoe ze zelf in haar privéjet stapt. Alles „for the fans”, zei ze.
Maar Maxwell stond écht voor zijn fans: een batterij blazende ventilatoren die zijn wapperjas een uur lang horizontaal liet staan. „De meesten van jullie heb ik in 1996 ontmoet.” Heerlijke smelt-en-glij bij tophit ‘Ascension (Don’t Ever Wonder)’.
10De klimaathamer van Anohni
Dolende visjes, een depressieve inktvis, kaal koraal. Het zijn treurige beelden die de Engelse zangeres Anohni heeft meegenomen, waarmee ze inslaat op haar publiek. „Hopelessness, I feel the hopelessness”, zingt ze. Haar kracht zit in haar sterke, ijlhoge en soulvolle stem en in de veelzijdige band The Johnsons, maar ook in de herhaling waarmee ze er op blijft hameren: de catastrofe komt sneller dan je denkt. Een artiest die je niet meteen verwacht hier, maar met de sterke boodschap (ondanks de blazende airco…) en onmiskenbare muzikaliteit een erg goede match.
„Twee violen en een trommel en een fluit, want Lientje is jarig en de vlaggen hangen uit!”
Elk jaar klinkt het lied voor Kleine Lien in het woonwagenkamp. Terwijl de jaren verstrijken, groeit hij op in de caravan met witte bank, wit kleed en witte keuken met gouden details. Op zijn verjaardag spreekt hij onder een gloeilamp die ene, langgekoesterde wens uit: „Dat die ouwe weer terugkomt.” Moeder Jaanie en broer Grote Lien zuchten, zij weten dat zijn vader nooit meer terugkeert.
In de muziektheatervoorstelling Zanger zonder volk geeft acteur en toneelschrijver Giovanni Brand een stem aan de woonwagengemeenschap. Het is een wereld die zelden zichtbaar is, laat staan in het theater. Afkomstig uit een Roma-familie, vertelt Brand het verhaal in de rol van Kleine Lien. Hoewel hij zelf nooit op een kamp heeft gewoond, maakt Brand invoelbaar met welke vooroordelen en worstelingen kampbewoners te maken krijgen, maar ook hoe sterk de onderlinge verbondenheid en liefde voor het kamp zijn.
De ‘burgerij’, de buitenwereld, kijkt op ze neer, de gemeente wil hen het liefst wegjagen, laaggeletterdheid maakt het moeilijk om mee te praten met de ouders op het schoolplein en er wordt keihard gewerkt om het hoofd boven water te houden. Het kamp is een afgesloten plek en draait niet mee in de samenleving. Maar voor Jaanie, Kleine Lien en Grote Lien is het ook een plek van trots. Zoals Grote Lien zegt: „Mensen die niet op wielen wonen, snappen het niet.”
Nieuw jasje
De voorstelling ging in 2023 in première en leverde Brand een nominatie op voor de Toneelschrijfprijs. Nu is Zanger zonder volk terug in een nieuw jasje, dankzij de livemuziek van ensemble Black Pencil. Percussie, piano, accordeon, viool en blokfluit ondersteunen de scènes en versterken de krachtige zang van Brand.
Samen met Janneke Remmers (Jaanie) en Steven Ivo (Grote Lien) vormt Brand een hechte drie-eenheid op het podium. Hun samenspel toont de complexe dynamieken binnen het gezin. Naarmate Kleine Lien ouder wordt, breekt hij zich los van zijn moeder, broer en het kamp. Op de havo streeft hij zijn moeder en broer al snel voorbij en na zijn eindexamen verlaat hij het kamp voorgoed om te gaan studeren.
Naarmate Kleine Lien ouder wordt, breekt hij zich los van zijn moeder, broer en het kamp
Waar Kleine Lien aan het begin van de voorstelling tien jaar oud is, is hij aan het eind een jongvolwassene. Toch is het niet altijd duidelijk in welke levensfase hij zich bevindt. Zijn kleding blijft de hele voorstelling onveranderd, als tienjarige en als jongvolwassene draagt hij nog steeds hetzelfde paarse joggingspak, alleen de badslippers zijn ingeruild voor leren instappers.
Zo langzaam als de tienerjaren van Kleine Lien aan het begin voorbij kruipen, zo plotseling voelen de laatste scènes. Jaanie ligt ongeneeslijk ziek op haar sterfbed en na ruim anderhalf uur snellen de spelers zich naar een afronding. Toch weet Brand de voorstelling overtuigend af te sluiten met een krachtig laatste nummer waarin hij zingt: „Ik ben een zanger zonder volk.”
In dit zonnige zomerweekend deel ik graag felicitaties uit. Allereerst aan president Trump die door zijn vriend Netanyahu is voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede. De manier waarop Bibi dit grote geschenk aan Donald gaf was teder en oprecht. Wat mij vooral raakte was de ontroerende reactie van de onschuldige Donald, die door dit aanbod volledig overvallen werd en daardoor zeer spontaan en oprecht aangedaan reageerde. Toen ik dit zag dacht ik: de Derde Wereldoorlog is voorlopig nog ver weg.
En ik feliciteer voormalig NSC-Kamerlid Jelle Soepboer die net op tijd van het zinkende partijschip is gesprongen, waardoor hij de totale ondergang van deze splinter eind oktober niet hoeft mee te maken.
Ook proficiat voor de gemeente Coevorden die de komst van veertien minderjarige meisjes heeft weten tegen te houden met brandbommen en openlijke geweldpleging. Echt fantastisch. Zo doen we dat. Ik feliciteer ook de vluchtelingetjes dat hen een verblijf in deze ongeletterdenstam bespaard is gebleven.
Verder feliciteer ik de Turkse president Erdogan, die het wederom gelukt is om in zijn land een aantal corrupte burgemeesters achter de tralies te krijgen zonder dat een westers land daar tegen protesteert. Echt heel knap.
En natuurlijk gaan mijn felicitaties ook naar Vieze Jeroentje Rietbergen die definitief niet vervolgd gaat worden voor verkrachting van de toen negentienjarige Nienke Wijnhoven. Het met lenige pianovingers betasten van een minderjarig meisje door een vunzige muzikant op leeftijd is inderdaad iets heel anders dan verkrachten en daarom inderdaad niet strafbaar.
Wie ik niet mag vergeten te feliciteren is de redactie van het NOS Journaal, die waren deze week zo vriendelijk om het wederom gênante nieuws over hun directeur Renate Eringa, de Geitenpaadjeskoningin des Vaderlands, niet uit te zenden en te gunnen aan hun collega’s van RTL. Echt een journalistiek hoogstandje. Ik denk dat jullie op opslag kunnen rekenen. En jullie weten: Renate is niet lullig met salarissen. Uiteraard feliciteer ik Renate zelf ook omdat ze ondanks alles schaamteloos aan het omroeppluche blijft plakken. Dat noem ik pas karakter lieverd.
En ik feliciteer een straatje in Zwolle omdat het gelukt is om het studentenhuis van Noor Visser tegen te houden. Noor is een meisje dat niet zo lang geleden haar vader verloor en van de erfenis een huis kocht. Daar wilde ze met een paar vriendinnetjes in gaan wonen. De buren kregen daar lucht van en maakten bezwaar bij de gemeente. De argumenten waren uiteraard: overlast, lawaai, drukte, feestjes. Allemaal vrolijkheid waardoor de zure zulten in Noor haar straatje te veel herinnerd zouden worden aan hun eigen baldadige jeugd. Dit soort zit liever gezapig te dommelen in hun verantwoorde laadpalenjungle terwijl het denkt aan de hypotheekrenteaftrek, de zonnepanelenweelde, de elektrieke bakfietsen en het heerlijke verkeersdrempelsucces. Ze willen niet geconfronteerd worden met hun eigen vroeger. Toen hun leven nog leuk was en zin had.
De gemeente verbood het studentenhuis, waarop Noor naar de rechter stapte. Dat leek mij een gelopen koers voor onze Noor. Wie bepaalt wie je in je eigen huis haalt? Zeker bij rechters die zelf ook gestudeerd hebben en daardoor alles weten van alcohol, grensoverschrijdend gedrag en nachtelijke lol. Dus die gaven Noor vast gelijk. Ik rekende op een studentikoos briefje van de president van de rechtbank aan de Zwolse reservaatbewoners waarin uitgelegd werd hoe gezond het is om wakker gehouden te worden door jong spul dat de nachten nog gebruikt voor vrijen en dromen. En niet door snurkende zoutzakken die over relatietherapie liggen na te denken.
Maar helaas. De licht demente rechters zijn hun eigen jeugd vergeten. Dus Noor verloor.
En daarom feliciteer ik ook Noor Visser. Al is het maar omdat ze op tijd gewaarschuwd is. Ik mag hopen dat ze het huis kan verkopen aan een of ander aanleunechtpaar dat in het zeikerige straatje zielsgelukkig gaat worden.
En ik ga de jongens en meisjes van de studentenhuizen hier om mij heen feliciteren met de zomer waarin ze op afgetrapte bankstellen op de stoep bier kunnen drinken. Koud bier. Kortom: proost!