Jonas Vingegaard zit in zijn eentje op de fiets. Hij heeft de rollerbank waarin zijn fiets vastzit achter de teambus laten zetten, uit de zon die op het asfalt op de Mûr-de-Bretagne aan het branden is. Teamgenoten of ploegleiders zijn er niet, met zijn spiegelende zonnebril nog op zijn neus en een strak gelaat trapt Vingegaard stoïcijns zijn pedalen in het luchtledige rond.
Alleen is Vingegaard echter niet. Aan beide uiteinden van de bus, op het gras aan de andere kant van de greppel naast de bus, zelfs ín de greppel verzamelen zich steeds meer mensen. Twee jongens zetten klapstoelen in het gras neer en zitten op enkele meters afstand in stilte te kijken hoe de Deen zijn spieren lostrapt. Tientallen telefoons leggen elke beweging vast.
De meeste besproken renner van de eerste Tourweek is zonder twijfel Jonas Vingegaard. De Deense kopman van de Nederlandse ploeg Visma-Lease a Bike (LAB) viel allereerst op door zijn prestaties; de eerste vier dagen was hij geweldig in vorm, vervolgens verloor hij woensdag verrassend veel tijd in de tijdrit. De dagen erna leek hij weer hersteld; zowel donderdag als vrijdag kwam hij in dezelfde tijd als zijn rivaal Tadej Pogacar over de finish. Vingegaard staat nu vierde in het algemeen klassement, op 1 minuut en 17 seconden van leider Pogacar.
Ook buiten de koers trok Vingegaard alle aandacht, door een interview dat zijn vrouw Trine Marie Hansen aan de Deense krant Politiken gaf. Ze verweet Visma-LAB dat het team haar echtgenoot uitknijpt. „Ik vrees dat hij zijn kaarsje aan beide kanten opbrandt”, zei ze.
Hansen gaf aan dat hij te veel van huis is, en vroeg zich hardop af waarom de ploeg niet alleen inzet op de gele trui van Vingegaard, maar ook etappes wil winnen met andere renners. Van Wout van Aert is bekend dat hij zijn tiende ritzege wil winnen deze Tour. „Daardoor neem je middelen weg die je ook voor Jonas in kunt zetten”, zei ze, waarna ze haar bewondering uitsprak voor de manier waarop Pogacar wel alle ondersteuning krijgt van zijn ploeg UAE Team Emirates-XRG.
Het is een groot contrast met de afgelopen maanden, toen je vrijwel niks van of over Vingegaard hoorde. Na een wonderbaarlijk jaar waarin hij hard viel in april, razendsnel revalideerde en boven verwachting presteerde in de Tour, verdween hij lang van de radar.

Tadej Pogacar houdt Jonas Vingegaard vrijdag achter zich op de Mûr-de-Bretagne en herovert de gele trui op Mathieu van der Poel.
Foto Loic Venance/AFP
Nu de Tour komende maandag voor het eerst de bergen ingaat, is de vraag: hoe is het hem sinds de vorige Tour de France vergaan, en hoe is het na de eerste Tourweek met Jonas Vingegaard?
Snelkookpan
Een vergaderzaaltje in een hotel langs de snelweg in Lille puilt uit van de journalisten. Het is de vrijdag voor de Tour, de persconferentie van Visma-LAB gaat beginnen. Iedereen wil weten hoe Vingegaard zijn kansen inschat, nu Pogacar het wielervoorjaar heeft gedomineerd en als topfavoriet aan de Tour begint. „Ik hoop beter te zijn dan ooit”, zegt hij tegen de wereldpers.
Bij de Nederlandse ploeg hebben ze er vertrouwen in; ze zien een hele andere Vingegaard aan de start dan vorig jaar, toen de Deen weliswaar knap tweede werd maar kansloos was in zijn tweestrijd met Pogacar. „Een verschil van dag en nacht”, zegt ploegbaas Richard Plugge over zijn kopman.
Trainer Tim Heemskerk stond in april vorig jaar in een Baskisch ziekenhuis aan de rand van het bed van Vingegaard. De Deen ging in een afdaling in de Ronde van Baskenland hard onderuit en hield er een klaplong, gebroken sleutelbeen en gebroken ribben aan over. „Het eerste wat hij zei toen hij van de IC gereden werd”, zegt Heemskerk, „was dat hij naar de Tour wilde”.
Binnen een maand zat Vingegaard weer op de fiets. In de Tour won hij verbazingwekkend een etappe en werd tweede in het algemeen klassement. „Hij was daar enorm trots op”, zegt Nathan Van Hooydonck, oud-ploeggenoot en vriend van de Deen, „dat hij dat binnen drie maanden had kunnen bereiken.”
Omdat hij door zijn val nog weinig gekoerst had, wilde Vingegaard na de Tour per se meedoen aan de Ronde van Polen. „Maar eigenlijk zag je daar al dat Jonas moe was”, zegt Heemskerk. „Je zag het aan zijn gezicht, aan zijn waarden. Ik zat thuis te kijken en dacht meermaals: als je nu wegrijdt, dan beslis je de wedstrijd. Maar dat deed hij niet.” Dankzij een sterke tijdrit in de tweede etappe won Vingegaard alsnog de koers. „Puur op wilskracht”, zegt Heemskerk.
Na Polen stuurde de ploeg Vingegaard naar huis. „Jonas besloot na zijn val in een soort snelkookpan te springen om op tijd klaar te zijn voor de Tour”, zegt Mathieu Heijboer, prestatiemanager van de Nederlandse ploeg. „Je kunt je voorstellen dat er daarna een enorme decompressie volgde.” Van half augustus tot half september lieten ze hun kopman met rust.
Spiermassa
Of hij nu een sprinter is? Vingegaard laat de vraag even op zich inwerken. Hij is zojuist derde geworden in de etappe naar Boulogne-sur-Mer, achter Mathieu van der Poel en Pogacar. Het is de tweede dag op rij dat de Deen meesprint in de finale; in de openingsrit was hij een van de aanstichters van waaiervorming in een hectische finale, waardoor hij direct tijd pakte op concurrenten als Remco Evenepoel en Primoz Roglic.
Toen Vingegaard zich half september meldde voor de voorbereidingen op het nieuwe seizoen, zagen ze bij het team een frisse, gemotiveerde kopman. „Hij had de vermoeidheid uit zijn systeem gekregen”, zegt Heemskerk. Terwijl het seizoen 2024 nog bezig was, begonnen ze de trainingen voor 2025. Dat was nodig, zegt Heemskerk. „Eigenlijk wil je dat renners elk jaar meer trainingsuren maken, en Jonas liep door zijn val flink achter.”

Jonas Vingegaard maandag in Valenciennes, voor de start van de etappe naar Duinkerken.
Foto Benoit Tessier/Reuters
Door zijn val en revalidatie was Vingegaard 2,5 kilo aan spieren kwijtgeraakt. „Hij moest sterker en explosiever worden”, zegt Heijboer. Dus ging het team in het krachthonk aan de slag met zijn benen, bovenlichaam en achillespezen, waar Vingegaard in het verleden snel last van kreeg.
Die blessures moesten maar eens verleden tijd zijn, vond de ploeg. En als Vingegaard een kans wilde maken tegen Pogacar, moest de Deen de explosieve versnelling van de Sloveen kunnen bijhouden. Het is een zwakke plek waar Vingegaard mee aan de slag wilde. „We wilden hem sneller maken bergop en in korte sprints”, zegt Heijboer.
In Frankrijk blijkt dat gelukt te zijn. „Jonas is huge”, zegt ploeggenoot Matteo Jorgenson in Lille, doelend op diens spiermassa. In Boulogne-sur-Mer krijgt Vingegaard de definitieve bevestiging dat zijn voorbereiding heeft gewerkt. „Ik heb nu twee massasprints gedaan”, zegt hij met een glimlach op zijn gezicht, „dus je kunt me wel een sprinter noemen.”
Mentale energie
Het is tijdverspilling. Op gepikeerde toon laat Vingegaard voor de start van de derde etappe blijken hoe hij over het interview met zijn vrouw Trine Marie Hansen denkt. „Het is uit zijn verband gerukt”, zegt de Deen tegen de NOS. „Mijn vrouw heeft iets verteld en de media hebben van niets een verhaal gemaakt.”
Ook ploegleider Grischa Niermann van Visma-LAB zegt dat de teksten „een beetje uit proportie getrokken zijn”. Hij benadrukt dat de banden tussen de ploeg en het echtpaar Vingegaard goed zijn.
Bij het Nederlandse team zijn ze niettemin onaangenaam verrast. Ze weten hoe belangrijk zijn familie voor Vingegaard is. Dat hij graag thuis is, ook al is het vlakke Denemarken niet de beste plek om zich op zware bergetappes voor te bereiden. En dat thuis zijn alleen maar belangrijker is geworden sinds de geboorte van Vingegaards tweede kind, na een dochter nu een zoontje, half september vorig jaar.
Volgens Van Hooydonck was dat een belangrijk moment voor zijn vriend. „Jonas is echt iemand die er als vader voor zijn kinderen wil zijn. Ik denk dat de geboorde van Hugo ook een fijne afleiding is geweest van al die moeilijke momenten die hij afgelopen seizoen heeft gehad.”
Dat Vingegaard graag bij zijn jonge gezin wilde zijn, speelde een belangrijke rol bij de beslissing hem in februari niet mee te nemen naar het jaarlijkse trainingskamp op het Spaanse eiland Tenerife. „We wilden hem dit seizoen niet te snel opbranden”, zegt Heijboer. „Jonas was bang dat hij anders al snel moeite zou hebben zich op te laden voor alle hoogtestages die nog zouden komen. Hij wilde mentale energie overhouden voor de rest van het seizoen.”

Vingegaard met zijn echtgenote Trine Marie Hansen en hun dochter Frida, in 2023 na zijn eindzege in de Tour de France.
Foto Marco Bertorello/AFP
Dichter bij de Tour nodigde Visma-LAB alle familieleden van de renners uit in het Franse Tignes, toen het team zich daar op hoogte voorbereidde. „Dit is iets waar we het met de renners heel vaak over hebben in aanloop naar het nieuwe seizoen”, zegt Heemskerk. Het schema voor Vingegaard was eind vorig jaar al duidelijk, geeft zijn trainer aan.
De andere kopman van de ploeg, Wout van Aert, is teleurgesteld na het interview. Voor de Belg voelt het alsof zijn toewijding om met Vingegaard de gele trui te winnen in twijfel wordt getrokken, terwijl juist hij een groot aandeel had in de twee Tourzeges van Vingegaard in 2022 en 2023. Er volgt een gesprek tussen de twee renners. „We zijn nog steeds vrienden, het was ook niet Jonas die iets heeft gezegd”, zegt Van Aert daarna tegen de Belgische zender Sporza. „We willen hier de gele trui winnen en ik wil een rit winnen. Dat is voor iedereen duidelijk, ook voor Jonas.”
Lullige val
Hij heeft er geen verklaring voor. Ploegleider Grischa Niermann stapt woensdagmiddag in Caen de bus uit en een meute media in. Vingegaard heeft net meer dan een minuut verloren op zijn voornaamste concurrenten Pogacar en Evenepoel. „Dit is niet de tijdrit waarop we gehoopt hadden”, zegt Niermann.
De verrassing is groot omdat Vingegaard een paar weken eerder, in het Critérium du Dauphiné, in de tijdrit vóór Pogacar was geëindigd, en maar net achter Evenepoel. Vingegaard leverde die prestatie in zijn eerste wedstrijd in drie maanden tijd.
Dat was aan het begin van het seizoen niet de planning. Vingegaard wilde juist meer gaan koersen na afgelopen jaar. Maar na een val in Parijs-Nice kon er een streep door die plannen. „Dat was een hele grote tegenslag”, zegt Heijboer.
Het was een lullige val: bergop ging een renner voor hem onderuit, Vingegaard kon nergens heen. Hij kneusde zijn hand en liep een hersenschudding op. Een week mocht hij niet op de fiets zitten. De ploeg besloot dat Vingegaard niet meer in actie zou komen tot de Dauphiné. „We hebben wel nagedacht over de Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik, en de Ronde van Baskenland of Romandië, maar daar ging hij nooit 100 procent aan de start staan”, zegt Heijboer. „Dat vonden we het niet waard.”
Bang voor een nieuw trauma na zijn val in Parijs-Nice was de ploeg niet. Op Vingegaards linkerschouder herinnert weliswaar een groot litteken aan de val in Baskenland, zegt Heemskerk, maar van mentale restanten van zijn crash is geen sprake meer. „Als je ziet hoe hard Jonas in de Dauphiné afdaalde, op een halfnatte weg – dat toonde dat hij geen angst meer heeft om te vallen.”
De ploeg gebruikte de wedstrijdloze weken om in het Deense Aalborg, onder leiding van Heijboer, windtunneltesten uit te voeren. „We hebben zijn positie op de fiets bekeken, waar hij zijn handen moet houden, hoe het materiaal en de fietskleding optimaal ingezet kon worden”, zegt Heijboer.

Jonas Vingegaard woensdag tijdens de tijdrit in en om Caen.
Foto Christophe Petit Tesson/EPA
Daarom was het vertrouwen vóór de tijdrit in Caen groot bij de ploeg. Maar naderhand moet Vingegaard concluderen dat hij een slechte dag had. „Ik had geen goede benen en dat heeft me verrast. Maar dat hoort bij wielrennen.”
Een dag later komt Vingegaard in Vire Normandie netjes in het wiel van Pogacar over de streep. „Ik voelde me vanochtend alweer een stuk beter”, zegt de Deen na afloop van de zesde etappe. Maar hij en zijn ploeg weten niet wat er gebeurd is. „Dat zijn onze mensen aan het onderzoeken”, zegt Niermann. „Maar daar zijn we nog niet achter.”
Mooie herinneringen
Terwijl Pogacar op de top van de Mûr-de Bretagne zijn vuist in de lucht steekt, kijkt Vingegaard achterom. Hij is opnieuw bij zijn grote rivaal gebleven, óók in de zevende etappe, en wil nu weten of de rest op achterstand is gezet.
Het verschil is klein, maar het gaatje is er: Evenepoel verliest twee seconden, net als Kévin Vauquelin en Oscar Onley, twee andere renners in de top-10 van het algemeen klassement. Het goedmaken van de achterstand van Vingegaard is begonnen.
Ondanks het verschil van meer dan een minuut met leider Pogacar geven Vingegaard en Visma-LAB de strijd nog niet op. Ze weten dat ze er dicht bij zitten: kijk maar naar de uitslagen van Vingegaard en Pogacar in de eerste zeven ritten: 20 om 18, 3 om 2, 70 om 71, 3 om 1, 10 om 9 en 2 om 1. Alleen de tijdrit valt uit de toon: de Sloveen wordt daar tweede, de Deen dertiende.
Bovendien moeten de etappes met zware beklimmingen nog komen; dat is het terrein waarop Vingegaard Pogacar in eerdere Touredities wist te verslaan. „Luchon-Superbagnères, de Mont Ventoux, de Col de la Loze en naar La Plagne, dat zijn de allerzwaarste ritten en daar liggen kansen voor ons”, zegt Niermann.
Eind april ging Niermann met Vingegaard de belangrijkste bergetappes van de Tour verkennen. Op de Hautacam hadden ploegleider en kopman een discussie over waar Wout van Aert, met Vingegaard in zijn wiel, Pogacar losreed en daarmee de Tour van 2022 besliste. „Er kwamen mooie herinneringen boven”, zegt Niermann. „Jonas was daar zo gefocust, zo strijdbaar. Hij gelooft er echt in dat hij het Pogacar moeilijk kan maken.”
Hij voelt zich sterker dan ooit, zegt Vingegaard tegen het einde van de eerste Tourweek. Maar of het genoeg is om de gele trui te winnen, weet hij niet. De Deen bekent dat toen hij het routeboek voor het eerst zag, hij dacht dat het een makkelijke eerste week zou worden. Vingegaard: „Ik moet eerlijk zeggen: dat is het niet geweest.”
