Opinie | Het is tijd voor wat e-bikeschaamte

Een fiets is een tweewielig voertuig dat wordt aangedreven door spierkracht. Zo luidt de definitie. Dat betekent dat als je een eind wil fietsen, je voortdurend je spieren moet gebruiken. Haal je iemand in, dan moet je daar een extra beroep op doen. Heb je tegenwind dan vergt dat meer van je spieren. Wil je hard of harder fietsen, dan moeten ze flink aan de bak.

En bergop vraagt helemaal veel van ze. Dat leidt tot hijgen en puffen, verhoogde hartslag en zweten. Voordeel is dat je conditie met sprongen vooruitgaat. Daar kan je bij een volgende fietstocht alleen maar van profiteren. Ander voordeel: je kunt met je partner of vriendengroep met trots terugkijken op de dag; die 50 kilometer, dat hebben we samen toch even geflikt!

De e-bike, die steevast valselijk een fiets genoemd wordt, is niet afhankelijk van die spierkracht. Heb je tegenwind, wil je harder, ga je bergop, wordt besloten tot een langere rit; je zet je ‘fiets’ op turbo. Spieren in ruststand. Je kunt gewoonweg niet moe worden en je gaat nooit over een grens; ver voor dat moment schakel je op 100 procent accu.

Vijf miljoen Nederlanders hebben een e-(toer)bike. Het bezit hiervan is begrijpelijk als je bijvoorbeeld niet meer met de auto naar het werk wil, 25 kilometer verderop. En voor een 85-jarige die zich er 75 jaar doorheen heeft geslagen, door weer en wind, zonder versnelling, is zo’n e-tweewieler een uitkomst.

Maar op een zondag dat iedereen eropuit trekt, zie je juist andere mensen, met hele andere leeftijden. Zo stond ik op zo’n zondag ergens in Friesland samen met mijn vrouw te wachten op een pontje om een rivier over te steken. Van de twaalf tweewielers waren er tien zeer nieuw uitziende e-bikes. Wij vormden de minderheid. En wat denkt u, allemaal oude mensen die eigenlijk niet meer gewoon kunnen fietsen? Niks daarvan. Tien gezonde en vitale mannen en vrouwen met geld tussen de 40 en 65. Vrolijk en goedgemutst, geen schaamte te bekennen.

Bewegingsarmoede

Dat laatste is logisch. Maak je deel uit van een meerderheid dan schaam je je niet. Nee, je kon zien dat ze er aan het einde van de pontvaart weer zin in hadden hun bike in de turbo te zetten om de dijk op te ‘fietsen’. Deze mensen willen niet moe worden, maar wel juist heel veel meer kilometers ‘fietsen’. Om daarvoor eerst maar eens wat aan de conditie te doen, wordt gezien als een vervelende inspanning en een omweg die bovendien niet nodig is. Zo bezien is de turbogroei van e-bikes niet verrassend. Wat me juist weer wel verbaast is dat er zo weinig aandacht is voor het maken van al die accu’s, waarvoor zeldzame grondstoffen nodig zijn.

En vanuit het oogpunt van volksgezondheid valt er toch ook wat over te zeggen. Er is namelijk sprake van ‘bewegingsarmoede’, vastgesteld onder jongeren. Die neemt alleen maar toe als massaal van jongsaf aan gerijwield wordt met de nep-fiets.

We kennen het fenomeen vliegschaamte. Iemand die dit opgelopen heeft, vliegt niet meer, of mindert, en kiest voor bijvoorbeeld de trein. E-bikeschaamte zou eenzelfde effect kunnen sorteren. Deze schaamte zou geactiveerd kunnen worden door vanaf nu niet meer te spreken van een e-bike, maar van een elektrische bromfiets. Dat lijkt me niet iets om op een verjaardagsfeestje hardop te vertellen; „Ik fiets al een tijdje niet meer, ik rij op een elektrische bromfiets”. Mensen van boven de 40, gevoelig voor imago, die op het punt staan elektrisch te gaan, zouden er weleens vanaf kunnen gaan zien. „Elektrische bromfiets? Kom op zeg, waar zie je me voor aan! We gaan fietsen, echt fietsen!”