Lejla Dervisic (23) is een van de vele jonge Bosnische Nederlanders bij de herdenking van de genocide van Srebrenica, vrijdagmiddag op het Lange Voorhout in Den Haag. Ze komt ervoor uit Roermond, met haar vriendin Selma Spahic (19) uit Venlo. Ze hebben de leeftijd van Lejla’s vader ten tijde van de genocide, precies dertig jaar geleden. In juli 1995 werden ruim achtduizend Bosnische moslims vermoord door Bosnische Serviërs, het dieptepunt van drie jaar oorlog in Bosnië en Herzegovina (1992-1995). Lejla: „Ik heb mijn vader gevraagd of hij me in Bosnië alle plaatsen wil laten zien waar vreselijke dingen zijn gebeurd. Als hij het aankan natuurlijk.”
De grootste moordpartij in Europa na de Tweede Wereldoorlog wordt jaarlijks herdacht, maar een jubileumjaar is bijzonder. Ook vanwege een onthulling die aan de herdenkingsplechtigheid vooraf ging. Op het Haagse Churchillplein, voor het voormalige Joegoslaviëtribunaal, onthulden overlevende Midheta Husejnovic, 28 dagen oud op 11 juli 1995, en Olaf Nijeboer, voorzitter van de Vereniging Dutchbat 3, de ‘plaatsmarkering’ voor een nationaal Srebrenica-monument. De witte steen is gevuld met 8.372 stukjes van dezelfde steen waar ook de grafstenen op de grote begraafplaats in Potocari van zijn gemaakt, en geeft aan waar het echte monument moet komen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134844635-380c18.jpg|https://images.nrc.nl/QAaexJKvyr6_qkWImKsEy44SpgQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134844635-380c18.jpg|https://images.nrc.nl/H3HrnMNlqNLuyRm34LYTX5lvKfg=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134844635-380c18.jpg)
Onthulling van de plaatsmarkering voor het Srebrenica-monument op het Haagse Churchillplein door Dutchbat-veteraan Olaf Nijeboer (l) en overlevende Midheta Husejnovic. Foto Merlin Daleman
Relatie met Gaza
Voor Samir Hajdarevic, voorzitter van de stichting Nationaal Monument Srebrenica Genocide ’95, is de onthulde steen „het begin van een groter geheel, een eerste fase van een breder project”. Of het Srebrenica-monument, inclusief een kenniscentrum annex herdenkingsruimte in het Joegoslaviëtribunaal, er daadwerkelijk komt, hangt af van de toekomst van het wederopbouwmonument. De nieuwe gebruiker, bij voorkeur een internationale organisatie, moet bereid zijn om een deel van het gebouw af te staan of te delen.
Lees ook
Lees ook over de moeizame weg naar een Srebrenica-monument
Hajdarevic was duidelijk bij de onthulling: „Onze wens – en onze hoop – is dat dit historische gebouw en deze omgeving behouden en toegankelijk blijven. En dat hier in de toekomst een informatiecentrum over Srebrenica en de genocide komt. Zodat we niet alleen gedenken, maar ook blijven leren, onderwijzen en waarschuwen.”
Het laatste punt is een belangrijk argument van de pleitbezorgers voor blijvende aandacht voor Srebrenica en voor een kenniscentrum over genocide. Laten we leren van die tragedie, opdat het niet weer gebeurt, is de gedachte. Meerdere sprekers bij de herdenking verwezen naar Gaza, als wrang bewijs dat de lessen niet zijn geleerd.
Aldin Sahbazovic, hoofdimam van de islamitische vereniging van Bosniakken in Nederland, verwoordde het zo: „In Srebrenica, en ook vandaag in Gaza, Oekraïne, Soedan en vele andere plaatsen, herhaalt de wereld hetzelfde patroon: onrecht wordt eerst genegeerd, daarna gerelativeerd en tenslotte gerechtvaardigd door koude geopolitieke berekeningen. En de prijs betalen altijd dezelfden – onschuldigen. Kinderen, moeders, hulpelozen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134844578-9fe2cd.jpg|https://images.nrc.nl/Pp9gSB0p0Rhe7jv91OGHxv6gh7U=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134844578-9fe2cd.jpg|https://images.nrc.nl/dLFlxXqo2Ntan-8E57SQE1IL-as=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134844578-9fe2cd.jpg)
Bloemen (met elf blaadjes, verwijzend naar 11 juli) bij het voormalige Joegoslaviëtribunaal in Den Haag. Zolang het nationale monument er nog niet is, zullen er jaarlijks bloemen worden geplaatst. Foto Merlin Daleman
Tweede generatie
Veel aanwezigen bij de herdenking in Den Haag namen deel aan de Mars Mira (Mars van Vrede), een wandeling van elf kilometer van Wassenaar via de gevangenis in Scheveningen en het Churchillplein naar het Lange Voorhout. De mars verwijst naar de ‘echte’ Mars Mira in Bosnië, die duizenden nabestaanden deze week liepen om hun dierbaren te eren.
Lees ook
Lees ook deze reportage over de vredesmars in Bosnië
Amila Emic (22) uit Deventer en Sara Strkonjic (19) uit Maastricht vinden dat Nederlandse leeftijdsgenoten te weinig weten over Srebrenica. Voor henzelf was het ook niet makkelijk om er meer over te weten te komen, hun ouders praten er niet graag over. Amila: „Mijn vader heeft PTSS, dat is pas kort geleden ontdekt.” Sara: „Het past ook wel bij de Bosnische cultuur, om trauma’s te ontkennen.”
De ouders van Sara en Amila zijn er niet bij in Den Haag, ze vinden het te zwaar. De tweede generatie, veelal in Nederland geboren twintigers, lijkt het stokje over te nemen. Hoe Nederlands ze ook zijn, de jongeren houden van Bosnië en gaan er elke zomer heen. Ze hullen zich bij de herdenking zowel in de oude als de nieuwe vlag van Bosnië en Herzegovina. Sara: „Ik zie voor mezelf een toekomst met een Bosnische man, zodat we samen de Bosnische cultuur aan onze kinderen kunnen doorgeven.”
Bij de herdenking in Potocari, nabij Srebrenica, heeft minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) vrijdag opnieuw excuses aangeboden aan de nabestaanden namens de Nederlandse regering. Defensieminister Ollongren deed dat in 2022 ook al. Nederlandse VN-militairen konden de val van Srebrenica niet voorkomen. Veldkamp: „Ik voel me beschaamd, dat Nederland als deel van de internationale gemeenschap een morele en politieke verantwoordelijkheid draagt voor het niet kunnen voorkomen van de genocide.”
