Als de training vordert, komt het plezier terug bij Oranje

Even voor half 1 arriveert de veelkleurige spelersbus bij het trainingscomplex in Thun, een kwartiertje rijden van het Belvédère Strandhotel in het naburige Spiez waar het Nederlands elftal verblijft.

Een voor een stappen de speelsters uit en sjokken over de blauwe sintelbaan naar de dug-out. Ze zijn stil en in gedachten gekeerd. Het zijn er maar twaalf, want alleen de reserves hoeven de dag na wedstrijd een fysieke inspanning te doen. De elf basisspelers van gisteren, plus invaller Lineth Beerensteyn, zijn achtergebleven in het hotel voor een eigen herstelprogramma na de beschamende nederlaag (0-4) tegen Engeland.

Is aan de matte lichaamstaal van de reserves af te leiden dat de afstraffing van woensdagavond in Zürich er mentaal heeft ingehakt? Bij andere open trainingen, zoals die van vorige week na de eerste, wel gewonnen wedstrijd tegen Wales (3-0) was de selectie een stuk opgewekter. Toen was er ook publiek bij. Spelers gingen na afloop uitgebreid met hen op de foto en deelden handtekeningen uit.

Die vrolijkheid is weg deze donderdagmiddag in Thun. Geen fans met oranje vlaggetjes, alleen een handjevol journalisten zit op de tribune.

Afscheidscadeau

Uitschakeling is nabij. Zeer waarschijnlijk kan Oranje na de laatste groepswedstrijd, zondag tegen Frankrijk, naar huis. Dan heeft het EK voetbal voor Nederland maar drie wedstrijden geduurd en is de missie mislukt. Het Nederlandse elftal zou de vertrekkende bondscoach Andries Jonker zo graag hebben getrakteerd op het ultieme afscheidscadeau: de Europese titel.

Voetballen blijkt de beste remedie tegen neerslachtigheid. Als de training vordert, wordt de sfeer zichtbaar energieker en vrolijker. Er wordt geklapt, gejoeld na mooie acties – een krul met links in de kruising bijvoorbeeld door middenvelder Danielle Van de Donk. Na afloop van een klein uurtje trainen feliciteren ze elkaar en delen high fives uit. Dan weer: zwijgend de bus in, terug naar het hotel.

Opvallend genoeg waren de eerste reacties van speelsters en coach woensdagavond na het debacle tegen Engeland vooral relativerend, hoopvol zelfs. Het spel was niet best en Oranje speelde niet als team, beaamden ze, maar het bereiken van de kwartfinale is nog niet kansloos. „In het voetbal kan alles gebeuren”, zei Van de Donk bijvoorbeeld tegen de NOS. „Als wij er al niet meer in geloven, kunnen we beter nu al onze koffers pakken en dat gaan we niet doen.”

Ook bondscoach Jonker probeerde lichtpuntjes te zien. Hij put hoop uit de nederlaag met dezelfde score tegen Duitsland, eind mei in de Nations League. „Toen hebben we laten zien dat dit team zich kan herpakken en veerkracht heeft.” Daarbij: „Onze ambitie is brandend, we willen niet naar huis.”

Jonker benadrukte ook weer de eenheid van zijn team – „We gaan dit samen doen, ik zie één groep.” Toch ontstond er woensdagavond laat een scheurtje in die eenheid. De bondscoach had Van de Donk buiten de basis gehouden, want ze was niet fit genoeg om een hele wedstrijd te spelen.

Maar de creatieve middenvelder, die als spelbepaler en aanjager tegen Engeland werd gemist, weersprak dat. Ze baalde ervan, zei ze. „Ik voelde me vandaag goed genoeg om te starten, maar het besluit [om mij niet op te stellen] is gisteravond al genomen.” Van de Donk mocht in de tweede helft invallen maar kon geen verschil meer maken. Een minuut later kwam Engeland op 4-0.

Herstelvermogen en mentale veerkracht zijn nodig om de dreun van woensdag weg te spoelen, maar de klus die zondagavond in het Sankt Jakob-park in Bazel wacht is immens. Nederland zal met minimaal 3-0 van Frankrijk moeten winnen, om dan op doelsaldo nog tweede te worden in de poule – ervan uitgaande dat Engeland in de laatste groepswedstrijd van Wales weet te winnen. In dat onwaarschijnlijke scenario gaat Frankrijk naar huis en speelt Nederland dinsdag de kwartfinale tegen Duitsland of Zweden.