Bij festival Julidans is het collectief de bron van kracht en inspiratie

Deel zijn van een groter geheel, lotsverbondenheid, de troost, steun en hoop van gelijkgestemdheid, een collectief zonder groepsdwang en mét ruimte voor het individu: in een opmerkelijk aantal voorstellingen in Julidans, het jaarlijkse festival voor internationale hedendaagse dans in Amsterdam, is collectiviteit, en daaraan verbonden synchronisatie, een kenmerkend aspect.

Waar dat voorheen vaak werd voorgesteld als benauwend, vieren de choreografen van editie 2025 juist de inspirerende kracht van de gezamenlijkheid. Hoe, dat verschilt. De een zoekt het in een abstractie – ook al is er een diepere, politieke laag – de ander is persoonlijk en concreet. Soms stroomt de lichamelijke energie in woeste golven over de rand van het toneel, dan weer is sprake van een ongelooflijke concentratie en beheersing.

In de openingsvoorstelling My fierce ignorant step neemt de Griek Christos Papadopoulos het publiek mee in een gestaag aanzwellende groepsbeweging; een stevige uitdaging voor de uitstekende dansers. Vanuit subtiele pas op de plaats, begeleid door een statische tik, groeit zowel de (bijna) voortdurend synchrone choreografie als de soundscape uit tot een meeslepend, bezield slotakkoord, een soort Yes, we can! dat resoneert in de zaal.

Vergelijkbaar, maar ook weer helemaal niet, is Weathering van Faye Driscoll. Haar dansers, zeer divers van fysiek en outfit, nemen positie in op de XXL-kingsize matras waar het publiek omheen zit. Lange tijd lijken ze daar bevroren in een tableau, maar wie goed oplet, ziet hoe die beeldengroep minimaal beweegt. De hand die eerst nog in de lucht zweeft, blijkt minuten later naar de borst van een ander te zijn verplaatst, een tas verhuist, nauwelijks waarneembaar, van schouder naar vloer. Van uiterst traag naar steeds heviger ontwikkelt de interactie zich op de matras, dat vlot van Medusa. Gaandeweg ontdoen de ‘opvarenden’ zich van hun kleding, waardoor Weathering eindigt als een bevrijdend en opwindend ritueel, met de steeds sneller ronddraaiende matras als symbool voor de cyclus van het leven.

De choreografie ‘Weathering’ van Faye Driscoll. Foto Maria Baranova

Jeugdige energie

Levensdrift spreekt ook uit Join, de massachoreografie die Ioannis Mandafounis, artistiek leider van de Dresden Frankfurt Dance Company, creëerde voor zijn dansers en veertig studenten van de Academie voor Theater en Dans. Het is een tsunami van jeugdige energie die helaas uitmondt in meer van hetzelfde. Mandafounis’ ‘live choreografie’, met veel ruimte voor improvisatie, is voortdurend intens en uitbundig, maar al die rondgeslingerde lichamen en ledematen doen de aandacht verslappen. Bovendien komt het verschil tussen prille studenten en rijpere gezelschapsdansers nauwelijks uit de verf.

Mandafounis’ bijdrage aan de Double Bill van Dresden Frankfurt Dance Company, Lisa, lijdt (in iets mindere mate) aan hetzelfde euvel, waardoor het contrast met Undertainment van William Forsythe in hetzelfde programma des te groter is. Forsythe zet met dit kraakheldere werk een punt achter zijn loopbaan als choreograaf, mooi symbolisch bij het gezelschap, toen nog Ballett Frankfurt geheten, waarmee hij in de jaren tachtig een revolutie in de dans veroorzaakte.

Met Undertainment speelt hij nog één keer magistraal met alle losse onderdelen waaruit een beweging kan worden opgebouwd, met hier en daar een knipoog naar zijn eigen oeuvre. Met dat arsenaal aan exacte, heldere passen en gebaren houden de dansers een gedreven pleidooi voor de pure esthetische kracht van dans – in al zijn abstractie ontroerend.

Scène uit ‘Join’, de massachoreografie van Ioannis Mandafounis. Foto Stephan Floss

Schot in de roos

Forsythe (75) sluit zijn carrière af, de Franse Leïla Ka begint net en met Maldonne schoot zij meteen midden in de roos. In de voorstelling glijden vijf vrouwen van de ene jurk in de andere en nemen daarbij telkens een ander cliché over de vrouw op de korrel, startend vanuit een synchrone sequentie op vijf ritmische ademstoten. De sloof, het kijvende wijf, de moeder: geen enkel beeld blijft intact in scènes die sterk van karakter verschillen; soms romantisch, dan weer grotesk of cartoonesk.

Ook in When the bleeding stops van Lovísa Ósk Gunnarsdóttir staat de ‘vrouwelijke ervaring’, in dit geval de menopauze centraal. De IJslandse vertelt in een geestige monoloog over haar wederwaardigheden, waarna filmpjes volgen waarin vrouwen van zekere leeftijd zich tonen in alle kwetsbaarheid en in dans empowerment vinden. De Amsterdamse deelneemsters aan het project zorgen voor een heerlijk, ook weer bevrijdende finale op het toneel.

Zoals in elk festival is er dit jaar ook een klinkklare misser. Romeo & Juliet – Up Close van Erna Ómarsdóttir en Halla Ólafsdóttir, ‘de internationale podiumhit’ van de Iceland Dance Company, is een voorstelling over de liefde als meedogenloze bron van ellende, lust en conflict, maar zó puberaal en overdreven campy dat het stomvervelend wordt. Met een dergelijk ergerlijke voorstelling completeert Julidans, dat nog tot en met zondag duurt, zijn brede blik op de internationale danswereld.