Miljoenen lijden door oorlog, ontheemding, honger, gebrek aan zorg – maar ‘Soedan krijgt nauwelijks aandacht’

Wie Al-Fashar wil verlaten, riskeert de dood. Wie blijft, sterft langzamer. Zo omschrijft een bewoner de situatie in de belegerde hoofdstad van Noord-Darfur, in het westen van Soedan, waar 800.000 mensen sinds mei vorig jaar volledig zijn omsingeld door de paramilitaire groepering Rapid Support Forces (RSF). Vluchten is onmogelijk, de aanvoer van voedsel en medische voorraden is afgesneden en hulpkonvooien worden beschoten. De details staan in een deze week verschenen rapport van Artsen Zonder Grenzen (AzG), waarin de hulporganisatie spreekt van een „etnisch gemotiveerde en genocidale” belegering. „Bovendien lijkt de RSF zich voor te bereiden op een definitieve aanval op de stad”, zegt Michel-Olivier Lacharité, hoofd noodhulp bij AzG.

Terwijl die dreiging al ruim een jaar boven de stad hangt, verandert elders in het land het karakter van de oorlog. Die wordt sinds 2023 uitgevochten tussen de RSF van generaal Hemedti en het regeringsleger van president Abdel Fattah Burhan. De twee waren ooit bondgenoten: in 2021 pleegden ze samen een staatsgreep om de burgerrevolutie te onderdrukken. Sindsdien verschuiven de machtsverhoudingen voortdurend.

Sinds de herovering van Khartoem door het regeringsleger in maart verplaatst de strijd zich steeds nadrukkelijker naar de lucht. Zeker nu het regenseizoen de wegen onbegaanbaar maakt en grondtroepen moeilijk te bevoorraden zijn. Geholpen door een toename van wapenleveringen uit de Verenigde Arabische Emiraten, schakelde vooral het RSF over op de inzet van langeafstandsdrones.

RSF is verjaagd uit Khartoem, maar de angst is niet verdwenen

De luchtaanvallen richten zich op doelen in het oosten en zuiden van het land, terwijl de RSF in het oostelijke Al-Fashar (ook geschreven als Al-Fashir) volhardt in een andere strategie: verstikking, uithongering en etnische zuivering. De stad is volgens AzG inmiddels het „epicentrum van de humanitaire crisis” in Soedan. Getuigen beschrijven gruweldaden die pijnlijk herinneren aan eerdere episodes van etnische zuivering elders in het land, zoals het geweld in 2023 tegen de Masalit-gemeenschap in West-Darfur.

In Noord-Darfur maakt AzG zich vooral zorgen om de Zaghawa, een niet-Arabische gemeenschap, die door de RSF en geallieerde Arabische milities expliciet als doelwit wordt genoemd. De RSF doet geen enkele moeite haar intenties te verhullen, blijkt uit het rapport van AzG. Zonder omhaal verklaren strijders: „We zullen Al-Fashar zuiveren van de Zaghawa, zoals we met de Masalit hebben gedaan.”

Rondom Al-Fashar worden humanitaire faciliteiten voortdurend aangevallen. Personeel wordt bedreigd, mishandeld of verjaagd en ziekenhuizen worden geplunderd of moeten hun activiteiten ondergronds voortzetten. In het hele land is inmiddels 70 procent van alle medische infrastructuur gesloten of nauwelijks operationeel.

De RSF gebruikt uithongering als oorlogswapen, waardoor de voedselsituatie volgens Lacharité „ronduit rampzalig” is. „Om de stad heen heeft de RSF loopgraven gegraven om te voorkomen dat voedselvoorraden binnenkomen. De prijzen zijn geëxplodeerd. Een kilo suiker is zeven keer zo duur geworden. De prijs van olie is zelfs vertienvoudigd.”

Wat zegt dit rapport over de aard van het geweld van de RSF?

„De uitgesproken en duidelijke intentie van het RSF is om Al-Fashar weg te vagen en etnisch te ‘zuiveren’ van de Zaghawa-gemeenschap. En vergeet niet, dit werd niet gezegd door topcommandanten of generaals. Dat het gewone strijders waren, toont hoe diep de overtuiging is ingebed. Bewoners die ontsnappen via vluchtwegen worden tegengehouden en gevraagd: ‘Tot welke stam behoor je?’ Vooral jonge mannen worden eruit gepikt en geëxecuteerd. Het is onderdeel van een structurele geweldscyclus. In West-Darfur is vrijwel geen Masalit meer te bespeuren. Die gemeenschap is ofwel naar buurland Tsjaad verdreven of gedood. De Zaghawa staan mogelijk hetzelfde te wachten.”

Mensen zijn gevlucht uit het Zamzam-ontheemdenkamp na aanvallen door de Rapid Support Forces.

Nu haar arsenalen zijn uitgebreid, zet de RSF het regeringsleger steeds verder onder druk, van het drielandenpunt met Egypte en Libië in het noorden tot diep in het zuiden. Ook strategische plaatsen in het oosten zoals Port Sudan, die tot voor kort buiten haar bereik lagen, raken door de drones in het vizier van de RSF. Het regeringsleger, dat op zijn beurt leunt op wapenleveringen van Turkije, Iran en Egypte, ziet dat gevaar en probeert de smokkelroutes via buurlanden Tsjaad, Oeganda en Kenia te blokkkeren.

Soedan, twee jaar later: een oorlog zonder genade, zonder einde

Vredesinitiatieven liggen sinds de machtswisseling in Washington stil. Toch lijken de VS geïnspireerd door hun recent bemiddelde vredesakkoord tussen Rwanda en Congo. President Donald Trumps Afrika-adviseur Massad Boulos en architect van die vredesdeal zei vorige week in een interview met The Africa Report dat zijn volgende vredesproject Soedan is.

Satellietbeeld uit april toont de verwoesting die de RSF aanrichtte in vluchtelingenkamp Zamzam in Noord-Darfur.

Het rapport uit scherpe kritiek op de diplomatieke onverschilligheid wereldwijd. Hoe zou een rechtvaardige internationale reactie eruitzien?

„Wat wij eisen is duidelijk: het geweld tegen burgers moet stoppen. Daarnaast moet er een grootschalige humanitaire respons komen, zodat burgers naar veilige gebieden kunnen vluchten, zonder te worden opgejaagd door de RSF. Vergeet ook de rest van het land niet. Ontheemding, honger en het instorten van het zorgsysteem, schetsen een catastrofaal beeld. De helft van de 50 miljoen Soedanesen kampt met voedselonzekerheid, 700.000 mensen verkeren in acute hongersnood . Veertien miljoen mensen zijn intern ontheemd en zeker vier miljoen mensen zijn gevlucht naar buurlanden.

„Als humanitaire hulpverleners zijn we werkelijk wanhopig. Soedan krijgt nauwelijks aandacht. Het begint allemaal met zichtbaarheid en alerte mediaverslaggeving. Die is essentieel om wereldleiders en de bredere internationale gemeenschap in beweging te krijgen. Maar de afgelopen twee jaar hebben die zelf ook gefaald. VN-resoluties om burgers te beschermen worden niet uitgevoerd. De internationale gemeenschap komt haar eigen verplichtingen simpelweg niet na.”

Wiens stilte hekelt u in het bijzonder?

„We weten wie de belangrijkste spelers zijn. We kennen degenen die betrokken zijn en belangen hebben in de regio. De Britten, de Amerikanen en Europese landen, ze zijn allemaal in staat om in te grijpen. Dat gebeurt nu niet. Tegelijkertijd zijn de bondgenoten van de RSF en het regeringsleger ook bekend. De drukmiddelen zijn voorhanden, de bondgenoten van de strijdende partijen, namelijk de Emiraten, Saoedi-Arabië en Egypte, zijn stuk voor stuk strategische partners van het Westen in andere conflicten.”

De internationale gemeenschap komt haar eigen verplichtingen simpelweg niet na, zegt Artsen zonder Grenzen

U heeft meer dan tachtig getuigenissen verzameld over ernstige mensenrechtenschendingen. Wat moet er met dat bewijsmateriaal gebeuren?

„Als organisatie houden wij ons niet bezig met rechtspraak. Onze verantwoordelijkheid is het documenteren van wat zich afspeelt, zeker wanneer het gaat om mogelijke misdaden tegen de menselijkheid. Het is vervolgens aan rechtbanken of onderzoeksinstanties om dat materiaal te gebruiken, eigen onderzoeken te beginnen en eventueel juridische stappen te ondernemen. We zijn niet bezig met de schuldvraag. Maar we hopen wel dat ons werk bijdraagt aan waarheidsvinding en verantwoording.”

Een ondergrondse schuilplaats in Al-Fashar, in maart dit jaar.

Het internationaal recht en humanitaire principes staan onder druk. Leidt de toenemende straffeloosheid tot een intern debat binnen AzG over de grenzen van afzijdigheid?

„Ja, die spanning bestaat zeker. We komen vaak op plekken waar niemand anders nog kan komen. Dat maakt onze plicht van témoignage, het documenteren van onrecht, nog belangrijker. Tegelijkertijd blijven de risico’s van het humanitaire werk bestaan. Van Gaza tot Soedan: voedselkonvooien, hulpverleners, artsen en medewerkers worden onder vuur genomen. Dat is niet nieuw, net zomin als de stilte die erop volgt. Zelden wordt serieus opgeroepen tot onafhankelijk onderzoek. Zelden is sprake van echte verantwoording.

„Toch blijven we beschrijven wat we zien, zonder politieke positie in te nemen. Dat is voor sommigen al aanleiding om ons als te activistisch te bestempelen. Dat blijft een moeilijke balans.”

Correctie (10 juli 2025 om 11.49 uur): In een eerdere versie van dit artikel werd Al-Fashar per abuis in het oosten van Soedan gesitueerd. Dat moet het westen zijn en is hierboven aangepast.