Kotsen, watten eten en een lintworm inslikken: speelfilm ‘Toxic’ laat zien hoe ver Litouwse tienermeisjes gaan om model te worden

Alles is grauw en treurig in het Litouwse plaatsje waar tiener Marija door haar moeder in Toxic wordt achtergelaten. De industrie die boven de huizen uittorent, de roestplekken die de muren vanbinnen en vanbuiten bedekken, de jeugd die alles wat verdooft slikt, snuift of naar binnen giet. Tegelijkertijd zijn de jonge vrouwen er volgens hedendaagse schoonheidsidealen vaak bloedmooi: mager, met opvallende jukbeenderen en eindeloze benen.

Hun uiterlijk zien ze dan ook als een van de weinige ontsnappingsmogelijkheden uit deze roestige vergeethoek. Een louche modellenschool maakt daar gebruik van en claimt een opstapje te bieden naar een internationale carrière. Het programma bestaat uit rondjes lopen, controleren of je slank genoeg bent én geld betalen aan de oprichters. Marija mankt en zag zichzelf nooit als modellenmateriaal, maar begint – om in de buurt te zijn van haar frenemy Kristina – deel te nemen aan het programma.

Saule Bliuvaite (1994) won met dit regiedebuut het Gouden Luipaard, de hoofdprijs van het filmfestival van Locarno, met strak gecomponeerde en bevreemdende beelden van cameraman Vytautas Katkus (1991). Die geven alle treurigheid in het stadje en het verhaal geregeld iets humoristisch en zelfs esthetisch, net als de absurde en videoclipachtige momenten. Het schept ook een soort afstand die helpt om niet volledig afgestoten te worden door een personage als Kristina, die snoeihard en onaardig is en – terecht waarschijnlijk– alleen bezig met haar eigen ontsnapping.

Kristina (Leva Rupeikaite) is in ‘Toxic’ alleen bezig met haar eigen ontsnapping uit grauw en treurig in het Litouws plaatsje.

Bruut en pijnlijk

Langzaam ontwikkel je toch enige sympathie voor de twee ‘vriendinnen’ en in hun slipstream de andere tieners in dit plaatsje die volhardend doen alsof ze volwassen zijn en enige controle hebben over hun toekomst. In de praktijk blijkt hun gewicht een van de weinige dingen waarop ze echt invloed hebben. Dus zien we hoe er wordt gekotst, watten worden gegeten en een lintworm ingeslikt.

Je voelt vanaf het begin dat dit onmogelijk goed kan aflopen. De overstap van het pijnigen van hun jonge lichaam om af te vallen naar andere manieren om het in te zetten om vooruit te komen, is niet groot. Hoewel het verlies van naïviteit en jeugdigheid in Toxic bruut en pijnlijk is om te zien, voelt Bliuvaite’s film toch als een verademing tussen andere rauw-realistische films over volwassen worden op de verkeerde plek of moment. Met haar beelden toont ze dat er tussen alle tragedie ook humor en schoonheid te vinden is – en af en toe een sprankje liefde. Zo sluit Toxic aan bij het poëtische sociaal-realisme van onder andere de Britse regisseur Andrea Arnold, die nooit opzichtig naar medelijden hengelt voor haar personages, ondanks al hun tragiek. Saule Bliuvaite en Katkus zijn makers om in het oog te houden.