Eén keer per jaar, aan het einde van de meimaand, gaven de leerlingen van het Franse lyceum een voorstelling in het Mohammed-V-theater. Het was hét evenement en alle ouders van de leerlingen haastten zich ernaartoe. Het jaar ervoor had Inès met haar moeder de opvoering van A Streetcar Named Desire bezocht en dat was een van de mooiste en hartverscheurendste avonden van haar jonge leven geweest. Het stuk raakte haar diep. De tram, in die treurige, afgelegen stad, de twee zussen die Mia en zij hadden kunnen zijn. Ze werd een beetje verliefd op de jongen die Stanley speelde, een Marokkaan met een matte huid en paarse lippen, bij wie zijn te krappe T-shirt strak om zijn biceps spande. Het decor was kitsch, de bijrollen weinig overtuigend. Een acteur had een black-out en er was een probleem met een kandelaar. Maar de actrice die Blanche speelde was adembenemend en met haar bevalligheid hield ze het hele publiek in de ban. Nu en dan ging haar gezicht schuil achter haar lange krullen, dan schudde ze haar hoofd en begon ze, met haar handen tegen haar borst en een starende blik, te lachen. Op school was ze een nogal onopvallend meisje dat altijd grote, pluizige truien en een bril droeg. Maar toen was ze niet meer hetzelfde; haar gezicht straalde, ze zag eruit alsof ze andere levens dan het hare had geleid. Het doek viel, het applaus barstte los en de actrice boog. „Bravo!”, riepen de toeschouwers, en een klein meisje stapte het toneel op om haar bloemen te geven. Dat was wat Inès, op haar zeventiende, wilde. Vanaf die dag koesterde ze boven alles het verlangen dat er naar haar werd gekeken, dat de regisseur naar haar toe kwam en haar op het voorhoofd kuste, als een schat die aan de wereld wordt aangeboden.

Neem het vuur mee is op 1 juli is verschenen bij Wereldbibliotheek.
In januari deed Inès mee met de audities. Eric Baillard, de directeur van het gezelschap, bereidde een bewerking voor van My Fair Lady en de leerlingen moesten een lied voorzingen. De letterkundedocent, die felgekleurde jasjes en dassen met kinderlijke prints droeg, was in de hele school bekend. Inès had gehoord dat hij soms in de tuin lesgaf. Dagenlang oefende ze voor de badkamerspiegel. Ze koos een lied van Dalida, Il venait d’avoir dix-huit ans, en toen ze zong ‘goudblond haar’ en ‘bruine ogen’, maakte ze brede, dramatische gebaren. Ze oefende voor haar moeder, die met een gelukzalig gezicht naar haar keek, zoals toen ze als kind onnozele aftelversjes opzei. Ze was aan de beurt na twee jongens die waren gekomen voor de lol en ‘Vader Jacob’ hadden geblèrd, hun ogen rood van de joint die ze op het schoolplein hadden gerookt. Inès stapte het toneel op. Ze had tintelende benen en haar keel was zo droog dat ze dacht dat er geen geluid uit zou komen. „Dichterbij”, beval Baillard. Ze liep naar voren, tot aan de rand van het toneel. „Wanneer je maar wilt.” Haar stem was niet bijzonder mooi, maar ze zong zuiver en met een beetje oefening zou het iets kunnen worden. Dat was wat Baillard die middag zei toen hij de namen van de gekozen leerlingen oplas.
Vanaf die dag dacht ze alleen nog maar aan hem. ’s Ochtends kleedde ze zich voor hem. In haar tas verborg ze rokken en shorts die haar vader haar nooit zou hebben laten dragen en van haar moeder jatte ze een lippenstift. In de les werkte ze harder dan ooit. Ze wilde dat hij haar zag, dat haar aanwezigheid hem iets deed. Voor hem wilde ze presteren. Ze wilde zo graag opbloeien, zich boven de giechelende, domme massa leerlingen uit werken.
’s Avonds als ze uit school kwam, sloot ze zich op in haar kamer en dacht aan hem. Ze draaide een bandje van Eros Ramazzotti of van Céline Dion, ze haalde zich filmscènes voor de geest – Ghost, Pretty Woman – en droomde ervan dat hij haar in haar hals kuste, dat hij zijn vingers in haar haren duwde. Ze kneep haar benen tegen elkaar, spande haar vagina, stak haar hand in haar broekje, spoelde het bandje terug en speelde het opnieuw af. In een kladschrift schreef ze hem brieven waarin ze hem, in onhandige bewoordingen, de verwarring die ze voelde probeerde uit te leggen. Ze dacht nooit echt dat ze die aan hem zou sturen. Ze was niet zo naïef om te denken dat hij zich voor haar zou interesseren. Soms kreeg ze genoeg van haar eigen fantasieën, ze schaamde zich ervoor en begon gebreken bij hem te zoeken. Ze observeerde hem, nam hem onder de loep in de hoop dat ze iets zou ontdekken wat haar teleur zou stellen, of beter nog, wat haar weerzin zou wekken en de betovering voor altijd zou verbreken.
Op een zaterdagmiddag liet ze zich door klasgenoten overhalen en spijbelde ze van een repetitie. Toch had het plan niets bijzonders. Het ging om rondjes rijden in de auto, met oudere jongens joints roken en biertjes drinken op een parkeerplaats dicht bij het strand. Maar ze had gedacht dat het goed zou zijn om terug te keren naar vertier dat bij haar leeftijd paste en die man die ze geen moment uit haar hoofd kon zetten te ontvluchten. De maandag erna was Baillard in de les kil en kortaf. Alles leek hem te ergeren en hij stuurde een leerling naar de directeur omdat ze haar boek weer was vergeten. Aan het einde van de les vroeg hij Inès te blijven. Ze bleef naast zijn bureau staan wachten tot alle leerlingen de klas uit waren. Haar klasgenoten trokken gezichten naar haar. „Ben je je weer aan het uitsloven?” In de lege klas hield Baillard zijn ogen gericht op zijn schoudertas, waar hij langzaam zijn lespapieren in opborg. „Je bent niet naar de repetitie gekomen, zaterdag.”
„Ik was ziek.”
„Het was een heel belangrijke repetitie en als jij er niet bent, kunnen we niet vooruit.”
„Ik weet het. Maar ik was ziek.”
„Dat is niet waar. Je was helemaal niet ziek. Je ging liever lol maken met je vrienden. Je hebt me bijzonder teleurgesteld, Inès. Ik dacht dat dit stuk belangrijk voor je was.”
„Maar het is belangrijk voor me! Echt waar. Het is zelfs heel belangrijk en als u wilt, haal ik de repetitie-uren deze week in.”
„Dat is het niet alleen.”
Inès zocht de blik van haar leraar, die zijn hoofd gebogen hield. Zehad haar hand op zijn arm willen leggen, hem op haar knieën zweren dat ze dit soort fouten nooit meer zou maken. In de paar tellen dat hij zweeg, stelde ze zich duizend dingen voor. Hij ging haar de rol afnemen en een ander meisje kiezen, talentvoller en mooier dan zij. Of hij zou haar houden, maar zou geen vertrouwen meer in haar hebben en nooit meer die tedere blikken en gebaren voor haar hebben die haar dolgelukkig maakten en de filmscenario’s voedden die ze verzon.
„Dat is het niet alleen”, herhaalde Baillard, terwijl hij zijn gezicht naar haar toe keerde. Toen leek het Inès dat hij bleker was geworden. Uit zijn ogen sprak een treurigheid waar Inès niets van begreep. Hoe kon zo’n stom voorval, een simpele afwezigheid, een klein verraad hem in zo’n toestand brengen? „Weet je, Inès, er is het hart en er is het verstand en soms raken die twee in conflict en willen ze niet hetzelfde. Begrijp je wat ik zeg?”
Inès knikte. Ja, ze begreep het. Ze begreep het heel goed en haar hart ging zo tekeer dat ze moeite had haar kalmte te bewaren. Ze voelde dat ze het soort moment beleefde waarvan je je later elk detail wilt kunnen herinneren. Ze concentreerde zich volledig op de woorden die hij gebruikte, op de manier waarop hij zijn lange vingers op de tafel had gelegd. „Ik zou dit niet tegen je moeten zeggen. Ik ben volslagen gek, begrijp je? Jij maakt me gek. Ik denk alleen daaraan en ik weet dat het niet goed is, ik weet dat het nergens op slaat, maar ik kan niet meer…”
Inès legde haar hand op de arm van Baillard. Ze kwam dichterbij en drukte haar lichaam tegen het zijne. Ze zei niets, maar ze ademde hem in, haar neus tegen het witte overhemd van de docent. Ze dacht: hoe kan dit? Ze wilde lachen, schreeuwen van vreugde. Hoe heeft die ongenaakbare man mij opgemerkt? Dit soort dingen gebeurde dus niet alleen in boeken of films. Mannen van wie je dacht dat ze voor anderen waren bestemd, konden van ons houden. Selma had gelijk. Verlangen kon van invloed zijn op de wereld en uiteindelijk kon je wat je werkelijk wilde laten buigen.
Ze was geflatteerd dat hij zich niet kon ‘inhouden’ en zag in die onbedwingbare lust het onweerlegbare bewijs dat hij van haar hield
Hij drukte haar tegen zich aan, zo stijf als hij kon, en heel voorzichtig tilde hij haar op en zette haar op het bureau. Ze sloot haar ogen en deed ze toen weer open. Ze observeerde de vreemde scène, als van buiten zichzelf. Baillard boog zich naar haar toe, zijn lippen op de hare. Wat een vreemde manier om te kussen. Doen volwassenen dat dus zo? Zijn kussen waren bloedserieus en gewichtig. Hij kuste haar alsof hij nooit meer zou kussen.
Toen begon voor hen een leven van stille hints, van leugens en listen. Een leven waarin ze elkaar met een blik geheimen vertelden, tijdens een les of een repetitie, of zelfs als ze elkaar tegenkwamen in de gang op school. Inès verloor haar verstand niet. Integendeel, in de weken daarna was ze vervuld van trots, ervan overtuigd dat ze een volwassen mens was geworden, en ze dwong zichzelf zich ook zo te gedragen. Ze begon jasjes en overhemdblouses te dragen, en ze smeekte haar moeder om een paar schoenen met hakken voor haar te kopen. De andere leerlingen liepen er grunge of gothic bij. Het was de mode van gescheurde broeken en zwarte lippenstift, en Inès vermomde zich als een secretaresse uit de jaren vijftig.
Ze werkte nog harder dan gewoonlijk, want ze wilde zich niet vernederen tegenover de man die ze aanbad. Hij was tenslotte haar leraar. Hij kuste haar, streelde haar borsten, duwde zijn middelvinger in haar vagina en keek vervolgens haar opstellen na en besprak haar cijfers met de andere docenten. Soms was hij onaangenaam, zoals toen hij eraan had getwijfeld of zij, net als Mia, met de onderscheiding ‘zeer goed’ voor haar eindexamen kon slagen. Hij wilde niet dat ze haar haar afknipte en vaak spotte hij met haar naïviteit en haar gebrek aan ontwikkeling. Vreemd genoeg vond ze dat fijn. Die manier van hem om haar af te snauwen of een standje te geven. Die neerbuigende manier waarop hij haar soms aansprak. Bij herhaling zei: „Wat weet jij ervan?” of „Dat zul je nog wel zien.” Ze was niet gegriefd, ze mokte niet tegen hem. Ze wilde reageren als vrouw en ze had de indruk dat ze bij dat soort gesprekken vadertje en moedertje speelden. Zij was geen klein meisje meer, want een man, een veel oudere man, had haar opgemerkt. Baillard was 37 en zij had geen idee wat dat wilde zeggen. Wat had je meegemaakt als je 37 was?
Om zijn minnares te zien nam de docent risico’s. Hij had het rooster van alle schoollokalen bemachtigd en sprak met haar af in een leeg lokaal dat hij afsloot. Om niet door het raam gezien te worden gingen ze op de vloer liggen en dwongen ze zich zo stil mogelijk te zijn. Baillard knoopte Inès’ overhemdblouse open en trok haar rok omhoog. Hij deed haar broekje uit dat hij altijd in zijn zak stopte. „Om het niet te verliezen.” De eerste keer dat hij haar likte, begon ze bijna hard te lachen. Ze geneerde zich verschrikkelijk en wist niet wat ze met haar handen of benen moest doen. Moest ze die strekken, ze spreiden of ze juist om het hoofd van meneer Baillard klemmen? Hij had zijn handen om haar billen gelegd en algauw verdween de neiging om te lachen. Ze sperde haar mond open en begon te zuchten zoals vrouwen die bevallen. Ze duwde haar handen in het haar van Baillard, wilde hem pijn doen, wilde dat hij helemaal in haar kwam. Ze kwam klaar en toen ze haar ogen opende, was hij daar, boven haar, met glanzende ogen en een nat gezicht.
De seks maakte hem gek. Zijn lust was elke keer heftiger, hartstochtelijker, en soms kon hij bijna niet praten zolang hij haar slipje niet had uitgetrokken en zijn hand tussen haar benen had geduwd. Zij vond het geweldig en zó onwaarschijnlijk om zo’n avontuur mee te maken. Ze voelde zich bijzonder en het kwam niet bij haar op dat het voor hem ook bijna een wonder was om de borsten en de dijen van een 17-jarig meisje te kussen. Ze was geflatteerd dat hij zich niet kon „inhouden” en zag in die onbedwingbare lust het onweerlegbare bewijs dat hij van haar hield. Wanneer ze vrijden, wond het haar op om naar zijn gezicht te kijken, naar de grimas als hij klaarkwam. Vaak vond ze dat het te lang duurde, dat het pijn deed.
Soms was hij somber, bangig, schrok bij het minste geluid op, zag overal vijanden. De obstakels die ze het hoofd moesten bieden leken op Inès niet zo’n uitwerking te hebben als op hem. Ze kon het niet begrijpen, ze was te jong en wist niet wat het was om getrouwd te zijn en twee kinderen te hebben. Hij legde zijn handen tegen zijn voorhoofd, trok zijn haar naar achteren en verdroeg die tussendoorafspraakjes niet meer. In de winter ontmoetten ze elkaar meermaals op het strand. Baillard parkeerde zijn auto op een verlaten weg en deed de verwarming aan. En als de zon scheen, liepen ze over het zand en zeiden tegen elkaar dat als ze werden betrapt, ze alleen maar in het koude water hoefden te springen en zo ver moesten zwemmen als hun krachten toelieten.
Een andere keer had Baillard, die zwaar geïrriteerd was door de stiekeme afspraakjes op school, het idee om een hotelkamer in de buurt van het station te nemen. Inès was bang. Voor het eerst voelde ze angst en dat bekende ze hem. Nee, natuurlijk sprak ze niet over haar angst om zwanger te worden of een van die afschuwelijke ziektes op te lopen waarvan ze foto’s had gezien in de medische tijdschriften van haar moeder. Maar ze wees hem erop dat niet-getrouwde stellen zich in Marokko niet in een hotel mochten bevinden, zelfs zij wist dat en ze wilde niet achter in een bestelwagen belanden, zoals verschillende van haar vriendinnen was overkomen.
Maar Baillard stelde haar gerust. Hij had de receptionist een beetje geld gegeven om zich van zijn discretie te verzekeren. Hij zou als eerste naar de kamer gaan en zij zou bij hem komen zonder dat iemand er aandacht aan zou schenken. En die middag, toen ze in een bed in het Ibis-hotel lag, zei ze bij zichzelf dat ze er goed aan had gedaan om naar hem te luisteren en dat er niets verrukkelijkers was dan witte lakens, een bed, luiken die je sloot en een naakt, warm lichaam waartegen je siësta hield.
Ze zou er met iemand over hebben willen praten. Ze had graag een vriend gehad, zoals Hakim voor Mia was, een vertrouweling met wie ze haar ontdekkingen kon delen. Ze zou hebben verteld over de tijd die was verstreken voordat hij haar voor het eerst had gekust. Nauwelijks een paar seconden. Een paar seconden waarover ze zoveel zou kunnen zeggen. Een paar seconden waar ze uren over zou hebben kunnen praten en die haar leven hadden veranderd.
Een keer, toen hij haar na een repetitie thuis zou brengen – „Bedank je hem hartelijk”, had Aïcha gezegd – besloot Baillard een paar minuten extra liefde te stelen en reed hij naar het bos aan de rand van de golfclub Dar Es Salam. In de auto deed ze haar beha uit, hij kuste haar in haar hals, hij zei hoe mooi ze was. Inès legde haar hand in het kruis van Baillard en streelde zijn testikels door de stof heen. Ze hield zijn geslacht tussen haar duim en haar middelvinger en volgde toen met haar hand de vorm, omhoog, omlaag, en zijn geslacht werd hard. Onder haar vingertoppen voelde ze het bloed in de eikel kloppen. Op dat ogenblik zou ze een compleet stille wereld hebben gewild, ontdaan van woorden. Een wereld waarin alleen het lichaam en de geluiden ervan bestonden.
Hij had de gewoonte met zijn duim en wijsvinger in haar tepel te knijpen en zachtjes te drukken tot ze begon te kreunen. Ze had haar ogen dicht toen ze iemand op het raampje hoorde kloppen. Ze herkende meteen het uniform en las op de auto die onder een boom geparkeerd stond: gendarmerie royale. Ze knoopte haar bloesje dicht, zei alsmaar: „O, mijn god, o, mijn god”, en Baillard, die ook verlamd was van schrik, hield zijn handen op het stuur. Uiteindelijk deed hij het raampje omlaag. „Papieren.” De agent was een man van een jaar of vijftig, dun en met een zeer donkere huid. Net als zijn collega, die in de wagen was blijven zitten, had hij een dikke snor.
Baillard opende het handschoenenvakje, waarbij hij ervoor zorgde dat hij Inès’ blote benen niet aanraakte. Hij gaf de politieman de papieren en Inès hoorde een stem die ze niet kende. Een kinderstem, trillend en poeslief.
„Alstublieft, meneer.” De politieman liep terug naar de wagen en Inès en Baillard wachtten zonder een woord te zeggen. Inès had gloeiende wangen. Hij kwam terug met de papieren. „Wat doen jullie hier met z’n tweeën?” Hij sprak Frans met een sterk accent.
„Ze is mijn leerling. We komen terug van een toneelrepetitie en ik ging haar thuisbrengen.”
De politieman keek naar Inès. Hij peilde haar benen, de vloer van de auto, de kleine witte beha. „Ben je Marokkaans?” Nu richtte hij zich tot Inès in het Arabisch. „Wat voer je uit met die ouwe Fransman? Je ziet er niet uit als een hoer.”
„Hij is mijn leraar, we kwamen terug van een repetitie…”
„De papieren van het meisje.”
„Luister, we hebben niets verkeerds gedaan en we gaan meteen weg. Ik weet zeker dat we tot een schikking kunnen komen.” Baillard beefde.
„Er is geen schikking.” De politieman draaide zich om naar zijn collega die voor de auto stond en in de portofoon praatte. „We nemen jullie mee naar het bureau. Het is niet normaal wat jullie hier doen. In Marokko is dit verboden. We zijn niet in Zweden.” Toen liep hij weg alsof hij ze de tijd wilde geven om na te denken. Inès smeekte haar minnaar ze geld te geven. Baillard opende het portier en stapte uit. Ze zag hem weglopen met de politieman. Ze praatten onder een kurkeik en Inès dacht: ze hebben het over mij, ze verhandelen me en met z’n tweeën beslissen ze over mijn lot. Ze begon te huilen. Ze dacht aan haar ouders wanneer die het telefoontje van de politie zouden krijgen. Aan de teleurstelling van haar moeder, de woede van haar vader. Ze zag zichzelf, zoals in de films, op een bank in een cel liggen, omgeven door hoeren en schooiers. Baillard stapte in de auto. Hij stak de sleutel in het contact, zijn vingers trilden maar hij deed een poging om naar de politieman te glimlachen en te zwaaien.
„Heb je hem geld gegeven?” Hij antwoordde niet.
