Alles is schijn en gekte in het verstripte leven van keizerin Charlotte

Charlotte (1840-1927) was de enige dochter van koning Leopold I van België. Door haar huwelijk met de Oostenrijkse aartshertog Maximiliaan, een jongere broer van keizer Frans Jozef I, groeide de statuur van de prinses van België: achter haar naam stond daarna hertogin van Saksen, aartshertogin van Oostenrijk en keizerin van Mexico. Met name vanwege die keizerlijke titel is ze bekend. Of althans, het is de reden dat er nu een prachtige strip van haar tragische leven is gemaakt. Van het Franse duo Fabien Nury (scenario) en Matthieu Bonhomme (tekeningen) verscheen vanaf 2019 een vierdelige stripreeks, waarvan het afsluitende deel onlangs verscheen.

Het huwelijk van Maximiliaan en Charlotte was bepaald niet rimpelloos. Hoewel naar buiten de schijn werd opgehouden, was al snel duidelijk dat het niet goed kon gaan. Eenmaal getrouwd, was Maximiliaan vaak de hort op, kende hij alle bordelen van binnen en dronk hij veel. Charlotte bleef achter en met name in de eerste helft van het verhaal zien we haar langzaam veranderen; van een gedweeë en zachtaardige jonge vrouw in een geslepen dame, die meedogenloos kon zijn als haar dat uitkwam.

Stuitend en achterbaks

De makers vermelden dat hun verhaal is geïnspireerd op feiten, een mix van authentieke gebeurtenissen, veronderstellingen en fantasie. Zo staan historische figuren naast karakters die zijn gebaseerd op meerdere personen en fictieve personages. Een gelukkige keuze, want hoewel de complete geschiedenis wordt verteld in meer dan 320 pagina’s is het beslist geen droog levensverhaal: Nury schreef een meeslepend verhaal dat op meerdere continenten speelt, met onvoorstelbare intriges en samenzweringen. Het stuitende gekonkel van de Rooms-Katholieke Kerk, de achterbakse spelletjes en het steeds weer gladstrijken van hufterig gedrag is prachtig uitgewerkt. Het is even echt als spannend.

Mooi is de rol van Charlotte hierin. Zij lijkt van buiten te komen; Het Belgische hof wordt aanvankelijk neergezet als een aimabele familie, in ieder geval anders dan de gehaaide Habsburgers. Als ze Maximiliaan leert kennen, is zij het zuivere, gewetensvolle meisje. Tijdens de eerste jaren van haar huwelijk is er de eerste verandering. Ze wordt geconfronteerd met het hofleven en gaat het spel meespelen, steeds fanatieker. Ze heeft de sympathie van de lezer, vooral omdat ze allang weet van de escapades van haar man – die er een druiper aan overhoudt en nooit voor nageslacht kan zorgen.

Als Maximiliaan wordt gevraagd om keizer van Mexico te worden (onder voorwaarden die achteraf zo intens laf én geniaal tegelijkertijd zijn) stemt hij in. Eenmaal daar ziet het keizerlijke paar waarin ze terecht zijn gekomen: een politiek en militair broeinest, met een lokale tegenstander, president Benito Juárez, die niets van de keizerlijke poespas wil weten. En toch probeert Charlotte, in afwezigheid van haar man, enige verlichting te brengen voor het Mexicaanse volk, uiteraard tegen de zin van de conservatieve krachten die haar tevergeefs in toom proberen te houden.

Juiste snaar

Fraai is hoe alles wordt verteld: het klinkt als geschiedschrijving, maar de stemmen en de brieven van de hoofdrolspelers bepalen voor een groot deel de schwung en de diepgang van het geheel. Het onvoorstelbare gedrag van de aristocratie is op het walgelijke af. De tegenwerking is hemeltergend. Terecht dat onze arme Charlotte, zoals de lezer haar blijft zien, doordraait en zich steeds onaangepaster gaat gedragen.

Bonhomme heeft heus al knappe strips afgeleverd, maar met Keizerin Charlotte heeft hij zijn aansprekendste werk gemaakt. De filmische perspectieven en de grandeur van de vorstenhuizen tot en met de kleinste emoties zijn prachtig uitgewerkt. Zonder in klassiek stripidioom te vervallen, raakt hij steeds de juiste snaar: hij toont het geniepige zonder met de ogen te knijpen, laat minachting zien in een tred. Juist in een entourage waar decorum zo beeldbepalend is, ontmaskert Bonhomme figuren die slecht in de zin hebben – ook al groeten ze met alle egards en drinken ze met de pink omhoog. En alle lof voor Isabelle Merlet, die de inkleuring verzorgde: het is contrastrijk, smaakvol en geeft de pagina’s een fraaie diepte en sfeer. Nooit eerder gezien hoe het noodlot zich in het kleurpalet nestelde.


Djilian Deroche & Eldiablo: Carcajou

Niet bepaald zomers: Carcajou is een angstaanjagende thriller bij -21 graden, over olie, macht en een vervloekte berg waar de geest van een indiaan zint op wraak. Een sterk avontuur over een machtsbeluste oliemagnaat die alles en iedereen in zijn val meesleurt; een verhaal waarin de personages groots acteren, de emotie echt van de grond komt en de suspense tot grote hoogten wordt opgestuwd. Carcajou, dat speelt in 1895, beneemt de adem: de dreiging uit de bergen, het gemene spel en de wraakoefeningen, alle twijfels en angsten zijn schitterend in beeld gebracht.


Lucas Harari & Arthur Harari: De zaak David Zimmerman

Een onenightstand loopt bepaald niet goed af: David wordt de volgende ochtend wakker in het lichaam van de vrouw met wie hij seks had. Hij/zij blijkt een onderdeel van een kettingreactie, maar hoe het in elkaar zit, weet niemand. Met een ander slachtoffer gaat David de waanzin te lijf. In een afgemeten, ijzige tekenstijl duikt de lezer in de menselijke psyche, met een beetje sciencefiction en veel suggestie. Een staaltje dramatisch op je handen zitten.


Alix Garin: Ondoordringbaar

Ondoordringbaar is een baanbrekende en openhartige autobiografie van de jonge stripmaker Alix Garin, die in 2021 debuteerde met het fraaie Vergeet-mij-niet over een jonge vrouw die met haar oma een roadtrip maakt, nadat bij oma alzheimer werd geconstateerd. In Ondoordringbaar blijft Garin dicht bij zichzelf en vertelt ze eerlijk en voluit over haar vaginisme. Geen luchtig thema en toch weet Garin er met haar naturelle grafische stijl en paginaopmaak, maar vooral met haar beheerste vertelstem, een indrukwekkend verhaal van te maken.