
Na ruim drie maanden vertraging kwam daar het verlossende woord: de uitstoot van broeikasgassen moet in 2040 met 90 procent zijn teruggedrongen ten opzichte van 1990. Dat gaat gepaard met de nodige flexibiliteit, om zo landen aan boord te houden waar de groene wind is afgezwakt.
De vergroeningsagenda staat onder druk door „het huidige economische, veiligheids- en geopolitieke landschap”, aldus de Commissie. „Het is belangrijk om niet dogmatisch te zijn over hoe we tot succes komen”, stelde Eurocommissaris Wopke Hoekstra woensdag tijdens de presentatie van het nieuwe klimaatdoel.
„We moeten ambitieus maar pragmatisch zijn”, vervolgde hij. En dus wordt de manier waarop lidstaten zich aan de afspraak moeten houden versoepeld. Zij kunnen vanaf 2036 via internationale ‘carbon credits’ 3 procent van hun CO2-reductie afkopen in landen buiten de EU.
De Europese Commissie ziet in dit internationale ruilmiddel „potentieel” om de economische en duurzaamheidsrelatie met het „mondiale zuiden” te versterken. Hoekstra: „En laten we eerlijk zijn: de planeet maakt geen onderscheid waar emissies in de lucht terechtkomen”.
De koolstofkredieten zijn controversieel, gaan tegen het advies van de Europese wetenschappelijke raad in en zijn fraudegevoelig.
We moeten ambitieus maar pragmatisch zijn
1
Wat houden de Europese Klimaatwet en de huidige Europese klimaatdoelen precies in?
De Europese Klimaatwet, die in juli 2021 van kracht ging, stelt dat de EU in 2050 klimaatneutraal moet zijn. Het gaat hierbij om een ‘netto nul’ uitstoot: het totaal van de CO2-emissies minus dat wat er lokaal wordt gecompenseerd, door bijvoorbeeld opname via bomen of CO2-opslag.
Om de decarbonisatiedoelstelling te halen, zijn er tussentijdse doelstellingen opgesteld. Zo moet de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met ten minste 55 procent worden teruggebracht ten opzichte van 1990. Om dat te behalen nam de EU het wetgevingspakket ‘Fit for 55’ aan.
Onder Commissie Von der Leyen-1 stond vergroening van de economie hoog op de agenda. PvdA’ers Frans Timmermans en Diederik Samsom stonden aan het roer van het Brusselse klimaatbeleid en waren grotendeels verantwoordelijk voor de ‘Green Deal’. Maar de huidige politieke tendensen laten klimaatmoeheid zien.
2
Het nieuwe credo is ‘meer flexibiliteit’. Wat zijn de grote veranderingen voor 2040?
De Europese Commissie stelt: „We blijven op koers door vast te houden aan de emissiereductie van 90 procent”. Europarlementariër Mohammed Chahim (GroenLinks-PvdA): „Hier hebben we jarenlang voor gestreden. Het is echt een belangrijke stap”.
Maar de EU komt daarbij landen – die moeite hebben met het behalen van hun klimaatdoelen, of deze niet ten koste van de binnenlandse industrie willen laten gaan – tegemoet door regels te versoepelen. Zo moet emissiehandel onder het zogeheten Emission Trading System (ETS) aantrekkelijker worden gemaakt en moet er meer flexibiliteit komen tussen sectoren. Zo kan een land de uitstootproblemen in een specifieke sector (bijvoorbeeld landgebruik) compenseren door betere prestaties op het gebied van emissiereducties in een andere sector (bijvoorbeeld transport of de afvalsector).
De grootste verandering ten opzichte van de eerdere klimaatvisie: lidstaten mogen investeringen buiten de EU doen en die mee laten wegen in hun klimaatdoel.
3
Wat zijn carbon credits, en hoe wil de EU die toepassen?
Een carbon credit, of koolstofkrediet, is een verhandelbaar certificaat (emissievergunning) dat staat voor de vermindering of verwijdering van broeikasgassen. Hiermee wordt de eigen uitstoot elders, in dit geval buiten de EU, gecompenseerd. In het Klimaatakkoord van Parijs zijn er vorig jaar regels over ingevoerd. Een carbon credit staat gelijk aan één ton koolstofdioxide of de equivalente hoeveelheid van een ander broeikasgas dat is verminderd of verwijderd. Er bestaat geen vaste prijs per eenheid.
De EU wil „high-quality” internationale carbon credits invoeren vanaf 2036, waarbij landen tot 3 procent van hun uitstoot kunnen verminderen in het buitenland. De kredieten moeten volgens Hoekstra „een verifieerbaar, certificeerbaar en additioneel vangnet” zijn om de klimaatdoelen te behalen. Aankoopregels over de oorsprong, kwaliteitscriteria, timing en het gebruik van de carbon credits moeten nog worden vastgesteld.
De Commissie berekende dat er met de carbon credits jaarlijks ongeveer 150 miljoen ton CO2 meer kan worden uitgestoten op het eigen continent (vergelijkbaar met de jaarlijkse Nederlandse uitstoot). Critici stellen dat die berekening achterhaald is: de werkelijke hoeveelheid CO2 die met carbon credits kan worden afgekocht zou neerkomen op maximaal 750 miljoen ton.
We kopen hiermee voor veel geld onze verantwoordelijkheid voor klimaatactie af in het buitenland
4
Is CO2-uitstootvermindering ‘afkopen’ in het buitenland een duurzaam toekomstmodel?
Het is een „onnodig en duur geitenpaadje”, vindt Europarlementariër Chahim. „We kopen hiermee voor veel geld onze verantwoordelijkheid voor klimaatactie af in het buitenland. In plaats van het geld te geven aan elektrolysers bij staalfabrieken in Marokko, zouden we moeten zorgen dat Tata Steel in Nederland verduurzaamt.”
Carbon credits zijn controversieel vanwege de fraudegevoeligheid. Ook gaat het gebruik in tégen de aanbevelingen van de (onafhankelijke) Europese Wetenschappelijke Adviesraad voor Klimaatverandering. Die pleitte begin juni voor een CO2-reductie van 90 tot 95 procent op eigen grondgebied. „90 procent is een absolute ondergrens”, zegt Detlef van Vuuren, hoogleraar mondiale milieuveranderingen aan de Universiteit Utrecht. „Voor het klimaat geldt simpelweg dat elke ton CO2 die we uitstoten, meetelt in de badkuip die steeds verder volloopt…”
Gerben-Jan Gerbrandy, Europarlementariër voor D66 en vicevoorzitter van de Europese liberalen, betreurt het dat „Europa, dat altijd ambitieus is geweest op het vlak van klimaatbeleid, nu het wetenschappelijke pad voor het eerst verlaat”. Gerbrandy wijst daarnaast op een reactie die hij recent kreeg vanuit de Afrikaanse Unie: „Met een strekking van ‘mooi is dat, dan komen ze onze goedkope reducties wegnemen en blijven de moeilijkere reducties voor ons over’”.
Chahim besluit met zorg: „Het geitenpad mag geen olifantenpad worden. We moeten de wetgeving in Europa blijven richten op het halen van 90 procent”.
5
Hoe staat de EU er nu voor?
Bij een recente analyse van het 2030-doel bleek dat Europa ‘collectief aardig op weg’ is om het aanstaande 55-procentdoel te behalen. Maar de weerstand tegen klimaatbeleid groeit. Verschillende lidstaten – waaronder Frankrijk, Polen en Hongarije – rebelleren tegen een ‘strenge Brusselse aanpak’, bang voor economische schade in de binnenlandse industrieën.
6
Wat zijn de volgende stappen?
Zowel de Europese Raad (de regeringsleiders) en het Europees Parlement moeten nog akkoord gaan met het voorstel van de Commissie. De verwachting is dat dat een proces van maanden gaat zijn. EU-voorzitter Denemarken hoopt in september koppen met munten te slaan, als ook de klimaatdoelstelling voor 2035 moet worden bepaald, in aanloop naar de Klimaattop eind dit jaar in Brazilië (COP30).
