Een verdwaalde vedette in het Stade de Tourbuillon in Sion

Hoe leuk is het een stadion van een onbekende voetbalclub te bezoeken? Om dan te zien hoe enthousiast het thuispubliek is, en hoe wild het uitvak. En vooral: blijken er geweldige spelers mee te doen?

Twee jaar geleden bezocht ik tijdens een vakantie FC Sion tegen FC Zürich. Ik kende en herkende niemand. Tot ineens mijn oog op een imposante speler viel, rugnummer 45. Hij deed nauwelijks mee met de warming up, wandelde wat in z’n eentje aan de zijlijn. Was dat niet…? Jawel, Mario Balotelli!

De Italiaanse superspits bleek in de nadagen van zijn carrière een contract te hebben getekend bij de subtopper uit Zwitserland. Het werd geen succes. De voormalige ster van Manchester City beschikte niet meer over de kracht, het tempo en doelgerichtheid van weleer. In de (verloren) wedstrijd tegen Zürich raakte hij geen bal. Hij werd ook nauwelijks aangespeeld en foeterde voortdurend op zijn teamgenoten. Toen hij werd gewisseld gingen toeschouwers juichen.

Na één teleurstellend seizoen – Sion was roemloos als laatste geëindigd – werd z’n contract ontbonden. Balotelli had zich voor de club een slechte prof betoond. Hij kwam te laat, of dronken, op de training. Er gingen verhalen over seksfeesten in zijn hotel.

Donderdagavond spelen er opnieuw Italiaanse voetbalsterren in het kleine maar prachtig gelegen Stade de Tourbuillon in Sion: Italië tegen België. Het is te hopen dat de Azzurre in hun eerste EK-duel een enthousiastere en fittere houding aan de dag leggen dan hun ooit gevierde – maar uiteindelijk verfoeide – landgenoot.