Klimaatverschuiving: die lange hete Franse zomers uit de jaren 70 vind je nu in Nederland

Het waren vaak kleine, tweedehands Kevers of Dafjes die in de zomermaanden in de file aan de grens stonden. Volgeladen tot de nok, soms grote pakken bagage op het dak. Veilig waren ze allerminst. De autootjes waren speciaal voor vakantie gekocht en mochten niet te veel kosten. Er mankeerde vaak van alles en nog wat aan. Maar toch waren ze op weg naar de Côte d’Azur, op weg naar het avontuur, de glamour van de Franse kust, en natuurlijk het mooie weer.

Waar Nederlanders in de jaren zeventig massaal zuidwaarts trokken, is het weer de andere kant op gereisd. De huidige Nederlandse zomer is steeds meer op de Franse zomer van weleer gaan lijken. In De Bilt, aardig representatief voor Nederland, lag tussen 2010 en 2019 de gemiddelde temperatuur van een etmaal – dus gemeten van 0:00 tot 24:00 uur – op 17,6 graden. Dat komt overeen, blijkt uit onderzoek van NRC, met de temperatuur in grote delen van Midden-Frankrijk in de jaren zeventig.

Voor de analyse gebruikte NRC gegevens van Copernicus, het aardobservatieprogramma van de EU. Dat verdeelt werelddeel Europa in vakjes van zo’n 30 bij 30 kilometer. Per vakje berekent het Copernicus-programma onder meer de gemiddelde temperatuur en de hoeveelheid gevallen neerslag in 24 uur. Die gegevens zijn beschikbaar voor de periode vanaf 1950 tot afgelopen jaar.

NRC berekende voor het gebied rond De Bilt de gemiddelde temperatuur en neerslag voor de zomermaanden tussen 2010 en 2019. Die zijn vergeleken met alle vakjes van heel Europa van de jaren zeventig: in welke gebieden leek het toenmalige weer het meest op dat in De Bilt van de afgelopen jaren? Hoe verschoof het zomerweer door klimaatverandering?

Eindeloze campingzomers in La douce France van de jaren 70.

Foto Richard Phelps/Getty Images

Deze week was een toonbeeld van die verandering. Wie in Nederland naar buiten moest, vooral dinsdag, zocht de schaduw op, van badgasten die zich naast de Scheveningse pier het water in lieten zakken, tot de schilder die een parasol meenam de hoogwerker in. In De Bilt mat men temperaturen van boven de 35 graden; sinds het begin van de metingen in 1901 kwam dat maar negen keer eerder voor. De kans op zulke warme dagen neemt toe door klimaatverandering, zegt KNMI-klimaatonderzoeker Peter Siegmund. Dat is niet alleen een gevolg van de directe opwarming door broeikasgassen, vertelt hij. „In de zomer is er ook een toename van de hoeveelheid zonnestraling in Nederland, doordat het minder vaak bewolkt is. Zo neemt de temperatuur ook toe.”

Verkoeling in de fontein

Nu is het niet zo dat de jaren zeventig geen warme zomers kenden. Wie het digitaal archief doorzoekt van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, vindt snel de beelden van volle stranden, van campings waar de tenten en caravans volgens het Polygoonjournaal „hutje bij mutje” stonden, van „stadsjeugd” die verkoeling zocht in vijvers en fonteinen. Soms was het zo warm dat „ook ouderen niet aarzelden” om de fontein in te duiken. „Eén ding staat vast”, klonk het op het Polygoonjournaal, „de zomer van 1975 zal de geschiedenis ingaan als een van de warmste sedert er in De Bilt begonnen werd met klimatologische waarnemingen.”

Maar zo goed was het weer niet altijd. Nederlanders mogen inmiddels gewend zijn geraakt aan warme zomers, klimaatonderzoeker Siegmund – zelf scholier in de jaren zeventig – zegt zich vooral „verregende jeugdvakanties” te herinneren. „We gingen altijd op vakantie in Nederland, naar Zeeland, of Bergen aan Zee. Altijd regen.”

Met 16,3 graden was de gemiddelde dagtemperatuur in het Nederland van de jaren zeventig 1,3 graden Celsius inderdaad lager dan in de jaren tien van deze eeuw. Maar het is juist meer gaan regenen in de zomermaanden: van dagelijks gemiddeld 1,9 millimeter toen naar 2,7 millimeter in de jaren tien.

Hoe dan ook: je kunt niet zomaar zeggen dat de Nederlandse zomers ‘dus’ natter zijn nu, stelt Siegmund van het KNMI. Ja, gemiddeld vallen er meer millimeters. Maar: het regent niet per se vaker, de intensiteit van de buien is vooral toegenomen. „Dat komt doordat het warmer is geworden. In warme lucht past meer waterdamp.” Gevolg: meer stortbuien, minder druilerige dagen.

Reis naar het zuiden

Ruim één graad is de zomerse temperatuur in Nederland dus gestegen in die vijftig jaar. Je zou ook kunnen zeggen: de warmte is vijfhonderd kilometer naar het noorden gereisd. En dat is niet alleen gebeurd in Nederland. In heel Europa is de temperatuur naar het noorden getrokken. In Midden-Frankrijk – dat in de jaren zeventig dus leek op het huidige Nederland – zijn de zomers nu grofweg zo warm als in het Noord-Spanje van de jaren zeventig, dat op zijn beurt de temperatuur van Zuid-Spanje heeft gekregen.

Bij regen ligt dat gecompliceerder. Ook daar zijn veranderingen te zien, maar die gaan niet allemaal één windrichting op. Met name rond de Noordzee valt er meer regen – van Bretagne tot Noorwegen, en ook in Nederland. Verder naar het binnenland is het droger geworden, terwijl het rond bergketens even nat blijft. Niet vreemd, zegt Peter Siegmund van het KNMI. „De wind slaat lucht met waterdamp tegen de bergen, waardoor het omhoog wordt geduwd. Hoger in de lucht koelt de waterdamp af, en dan gaat het regenen.”

Het KNMI verwacht dat Nederland de komende decennia nog warmer wordt: het land zal over dertig jaar lijken op het Frankrijk van nu. De zomers worden langzaam droger – het regent weliswaar wat meer, maar door de warmte verdampt nog meer vocht. „Als de grond droger wordt, neemt die meer warmte op. Als er een hittegolf overheen komt, betekent dat nog hogere temperaturen dan bij een minder verdroogde grond”, zegt Siegmund. Dat gebeurde ook in Frankrijk, waar het sneller opwarmt dan in het nattere Nederland. In 2050 is het klimaat in Nederland over het hele jaar – dus niet alleen in de zomer – als dat van het Bordeaux van nu.

Video: Polygoon-Profilti/Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid


Lees ook

NRC geeft tips