Betoverende zang laat in ‘Star Returning’ tijd en ruimte verdwijnen

Samen een moment van verstilling en bezinning beleven. Daar gaat het om in het theater, vindt Lemi Po-nifasio. In de eerste scène van Star Returning trekt hij de toeschouwer dan ook resoluut de dagelijkse realiteit uit, om hem te laten neerdallen in een balsemende vertraging. En verwondering: in een zee van vuur zingt de Bimo, een schriftgeleerde van het Chinese Yi-volk, een lied dat wordt gezongen tijdens het jaarlijkse Toortsfestival, betoverend, puur en doordringend.

Zang is belangrijker dan ooit dit jongste werk van Ponifasio en Star Returning biedt bijna een soort opera-ervaring. Voor deze voorstelling werkte hij, zoals vaker, samen met een etnische minderheid. Dit keer zien we zangers en dansers van de Yi, een bergvolk met eeuwenoude rituelen waarin de verbinding met gemeenschap, natuur en de kosmos voorop staan. Ponifasio laat ze versmelten met zijn hedendaagse esthetiek, duister en ceremonieel, traag en precies.

Als altijd gaat het bij Ponifasio over leven en dood, over de levenscyclus. Zo ook in de poëzie van Yi-dichteres Jidi Majia en het Toortsfestival, waarin de Yi geboorte, welvaart en een rijke oogst afsmeken. Ponifasio transformeert dit naar zijn uiterst gestileerde stijl. In plechtige processies trekken figuren in lange zwarte jurken met vlaggen voorbij, terwijl de melodiën (práchtig gezongen) met in grillige slingers van laag naar hoog kronkelen, met soms scherp verspringende registers, altijd loepzuiver.

In een van die liederen wordt de adelaarsschedel bezongen die uit de hemel neerstort; op het toneel ligt een astronautenhelm. De as die eruit valt, wordt bewaard met het respect dat een voorouder toekomt. Perfect synchroon zijn de precies afgemeten bewegingen van de dansers, ook als ze, op de grond gezeten, in gebaren het werk van de landarbeiders en ambachtslieden tonen. Een bijna naakte man symboliseert de dood. Op zijn witte vlag is de vernietiging te zien die de mens zijn woonplaats, de aarde, aandoet. Tegen het einde keert hij als astronaut terug naar de vruchtbare moederschoot, de kosmos. Een witte kosmos, die scherp contrasteert met het schemerduister waarin het toneel langdurig is gehuld – het sterke lichtontwerp is van Helen Todd.

Voor de kenners is dit alles thuiskomen in de wereld van de Samoaan Ponifasio. Het is niet voor iedereen en vraagt aandacht en concentratie, maar voor wie die kan opbrengen, kan als een astronaut los van tijd en ruimte rondzweven in dit wonderlijke universum.