Alwéér een boek over een protestantse jeugd?


De boekverkoper In de ramsj zijn heus goede boeken te vinden. Maar ook veel slechte. Olaf Leeuwis, die de stapels nieuwe boeken moet versjouwen, roept uitgevers op kritischer te zijn.


Illustratie Kwennie Cheng

Er zijn van die woorden die alleen binnen één vakgebied gebezigd worden maar daarbuiten nergens. Stratenmakers hebben het bijvoorbeeld over de troittoirband, terwijl leken alleen de stoeprand kennen en columnisten hebben het dikwijls over tikfoutjes terwijl ze het eigenlijk over taalfouten hebben.

In het boekenvak hebben we het steevast over ramsj terwijl in geen enkel ander vakgebied dit woord gebruikt wordt. Met dit jiddische woord worden slecht verkopende boeken bedoeld, die voor een verminderde prijs aangeschaft kunnen worden. Voor de koper is ramsj een zegen die, vooral gezien de vaste boekenprijs van Nederlandse boeken, al snel neerkomt op het equivalent van een avondje café dan wel twee avondmalen.

Als boekhandelaar weet ik het zo net nog niet. Er zitten goede boeken tussen, dat moet ik toegeven, waarbij het een raadsel is waarom ze in de ramsj eindigen. Alleen het woordje ramsj is soms net even te lief om de net wat mindere boeken aan te duiden. Schrijven is schrappen, maar soms wordt dat vergeten en redacteuren hebben ook wel eens een verkeerde dag (of hebben te maken met een tiran als baas, dat kan ook). Dan is het niet zo gek dat iets niet zo lekker loopt.

Daar komt bij dat bij de ramsj niet alleen rommel zit, maar dat veel boeken ook gewoon al geschreven zijn. Menigmaal loop ik weer te zeulen met al die stapels en dan lees ik onderwijl naar de stapelbestemming de achterkant van het boek en dan denk ik: maar dit was toch al geschreven? Weer een boek over de eigen protestante jeugd, over het leven in de ontwortelde moderne wereld of over het ontdekken van de eigen homoseksualiteit. Die natuurlijke drang om per se een boek te willen schrijven, komt op mijn bordje terecht. (Lees: rugklachten door het sjouwen van stapels ramsj.)

Één balletje

Een mooi voorbeeld van die drang las ik laatst in NRC toen de memoires van Boris O. Dittrich gerecenseerd werden. Er stond op een saaie affaire na niets nieuws in, het was te gedetailleerd en bovenal is Boris Dittrich net even niet interessant genoeg om een egodocument over te lezen. Ergo: het boekje kreeg maar één balletje.

Er was blijkbaar weinig nodig om dit gepubliceerd te krijgen. Binnen de academische wereld gelden striktere regels. Iets wordt pas onderzocht en gepubliceerd als dit nog niet gedaan is én dit wordt pas gedaan als het academisch relevant is.

Ik zou vooral uitgevers willen aanraden om met deze criteria ook eens aan de haal te gaan, helemaal omdat voor het fabriceren van die uiteindelijke ramsj toch wel wat bomen gekapt moeten worden, deze stapels van busjes naar busjes gaan en er een papiertekort heerst. Bovenal: die zielige stapeltjes ongelezen boeken worden er ook niet echt kleiner op door die publicatie-overvloed.