Bosnische Nederlanders vertellen over de krankzinnigheid van oorlog

In juli van dit jaar is het 30 jaar geleden dat Srebrenica, in Bosnië en Herzegovina, onder de voet werd gelopen door het Bosnisch-Servische leger. Meer dan 8000 mensen werden in 5 dagen tijd vermoord, duizenden anderen werden gedeporteerd.

We kennen deze gruwelijke geschiedenis vrijwel alleen maar door de rol die het Nederlandse bataljon Blauwhelmen speelde, dat de genocide niet wist te voorkomen. Maar wie zijn de Bosniërs die het overleefden, of die elders vanuit Bosnië vluchtten voor het etnische geweld? Elf inmiddels Bosnische Nederlanders vertellen over de krankzinnigheid van oorlog, de haat, de doodsangst, de trauma’s en het opnieuw op moeten bouwen van een leven in een vreemd land. In aflevering 1 vertelt Satko Mujagic over het concentratiekamp Omarska, waarin hij als 20-jarige in het begin van de oorlog terechtkwam. Hij keek er de dood in de ogen, werd gemarteld maar overleefde het. Veel vrienden, klasgenoten en buren van hem niet. Ze zijn er elke dag nog, in zijn hoofd, hij blijft hun namen noemen, hun verhalen en die van al die andere stemmen die we nog gaan horen moeten verteld blijven worden.