Tv-recensie | Tom Egbers leeft steeds meer in zijn eigen werkelijkheid

In werkelijkheid duurde de NAVO-top amper twee dagen, maar op tv duurde de NAVO-top bijna twee jaar. Dat was althans mijn ervaring, en ik vermoed dat NOS-presentator Albert Bos er hetzelfde over denkt. Sterker nog: ik denk dat de NAVO-top zich nog steeds afspeelt in zijn hoofd. Nadat hij de eerste avond van de conferentie had moeten verslaan vanuit Madurodam, mocht hij de tweede dag terugkeren naar de NOS-studio. Daar moest hij wel uren achter elkaar interviews met studiogasten afwisselen met commentaar bij beelden vanuit het World Forum. Dan verscheen zijn hoofd in een vierkantje links onder in het scherm, wat deed denken aan het type content waarin YouTubers hun live reactie op een raar filmpje vastleggen.

In het geval van Bos laveerde die reactie vaak ergens tussen ergernis, schaamte en verslagenheid, want de uitzending verliep niet soepel. Op momenten dat het beeld niet klopte met het geluid of er te snel van de ene naar de andere zaal werd geschakeld, was daar telkens zijn afkeurende blik. „Het is even chaos”, zei hij dan. Of: „Even rust in de tent.” Of, als de camera een wel heel interessante hoek koos: „Ja, dat is het plafond van het World Forum.”

Maar er waren ook momenten dat de aanleiding voor Bos’ grimassen hem waarschijnlijk zat in de teksten die hij de hele dag moest aanhoren. Hij schudde zijn hoofd toen Donald Trump CNN en The New York Times „fake news”, „disgusting” en „terrible groups of people” noemde. Onze huidige premier zat intussen stilzwijgend naast de Amerikaanse president; onze oud-premier had eerder op de dag naar hem verwezen als „daddy”. Ik was blij dat er tenminste nog íémand was die hoodschuddend reageerde op daddy’s aanvallen op de pers, maar dat dat van de pers zelf moet komen en niet van onze politiek leiders kun je best zorgwekkend noemen.

Het tijdsbesef van Dick Schoof is overigens radicaal anders dan dat van mij als tv-kijker. Toen hem ’s avonds in Nieuwsuur (NOS/NTR) werd gevraagd hoe hij het had ervaren dat Trump zich in zijn bijzijn zo uitliet over journalisten, antwoordde hij: „Het duurde gelukkig niet te lang.” Verder wist hij in dit specifieke geval niet wie er gelijk had, zei Schoof. De reden voor Trumps woede was de berichtgeving van CNN en The New York Times over de Amerikaanse bommen in Iran; Schoof beschikte niet over de nodige informatie om daar „een oordeel over te vellen”. Wees dan liever eerlijk en zeg gewoon dat je daddy niet boos wilde maken.

Geel autootje

Zonder de live reacties van Bos werd het interview ondraaglijk, dus schakelde ik voor de afwisseling maar over naar een andere man die in toenemende mate in zijn eigen werkelijkheid leeft: Tom Egbers. Egbers mag sinds vorig jaar weer wat programma’s maken voor de NOS en kiest vooralsnog consequent voor titels die klinken als boekjes voor kinderen in de leeftijdscategorie acht tot tien jaar. Het eerste programma heette Toms sportverhalen, maar de nadruk lag meer op Tom dan op de sportverhalen. Memorabele televisie was het wel. Zo was er een fragment waarin Egbers in zijn gele autootje een lied zong dat ‘I’m scum’ heette en sloot hij het eerste (en enige) seizoen af door heel ‘Sonnet 18’ van Shakespeare te reciteren.

Toms sportverhalen wordt nu opgevolgd door Toms derby’s. Zoals de titel doet vermoeden gaat Tom in Toms derby’s langs bij derby’s, omdat Tom van derby’s houdt. In aflevering twee ging Egbers langs bij een derby op de Schotse Hebriden. Een mooie derby, oordeelde Egbers. „Mooier dan hier is eigenlijk niet mogelijk.” Terwijl hij die conclusie trok keek hij uit op de Atlantische Oceaan. „En dit is waarom ik van voetbal houd”, zei hij, wat me deed afvragen of hij hetzelfde zag als ik. Ik zag namelijk alleen maar water. Maar misschien speelt zich in het hoofd van Egbers altijd een potje voetbal af. Je kunt het erger treffen.