Er was geen ad hoc aangeplant bos, geen hardloopwedstrijd. Zelfs geen burgemeester die mensen op het gloeiende asfalt in de echt verbond. Maar verder was de situatie in het Friese Zurich zaterdag gelijk aan die in Amsterdam: tientallen kilometers afgesloten rijksweg. De A7 net zo autovrij als de A10.
Ik zat op de veerboot vanaf Terschelling toen ik het hoorde. 48 uur had ik doorgebracht in een vogelwachtershut op de Boschplaat, omringd door wulpen en bruine kiekendieven. Nu zat ik naast uitgebluste Oerolgangers die dingen zeiden als „tot straks, mooie zielen” en „louter liefde voor deze powersmoothie”. Het was gek hoe snel je de mensheid kon ontgroeien.
Toen kwam het ANWB-bericht: Extinction Rebellion blokkeerde de Afsluitdijk. Al het verkeer moest omrijden via Flevoland. De mooie zielen vloekten hartgrondig; direct verdween mijn gevoel van vervreemding. Geen emotie zo verbindend als frustratie. We waren moe, oververhit, we wilden naar huis. Waarom konden die demonstranten niet gewoon alvast een snelweg bij Den Haag bezetten?
Eenmaal in Harlingen, in de pendelbus naar het parkeerterrein, bleek de flitsbezetting alweer voorbij. De demonstranten waren ter hoogte van Den Oever met eieren bekogeld en bliezen de aftocht. Net toen ik ter hoogte van Zurich reed ging de Afsluitdijk weer open – helaas gelijk met de brug voor de pleziervaart. Wachtend op de zeiljachten vol gebruinde torso’s die tergend traag voorbijtrokken las ik waarom Extinction Rebellion juist naar de Afsluitdijk getrokken was.
Terwijl Donald Trump in rap tempo zijn nieuwe motto kill, baby, kill aan de wereld oplegt, blijft Nederland – als zo vaak spuit elf op het wereldtoneel – nog hangen bij die ándere slogan. Boor, kindje, boor: een wiegelied voor VVD-zuigelingen.
Eind april al liet de toen nog niet demissionaire klimaatminister Sophie Hermans weten dat er gezocht zou worden naar méér plekken om naar aardgas te boren. Een gevoelig thema, niet alleen vanwege de Groningse gasbevingen maar ook vanwege het gedraai rondom de Waddenzee.
De Nederlandse Aardolie Maatschappij staat te popelen om naar gas te boren bij het Friese Ternaard – een dorpje vlak bij Holwerd, waar de veerboot naar Ameland vertrekt. Een gasboring onder de Waddenzee welteverstaan, met mogelijk risico op bodemdaling en daarmee verstoring van het kwetsbare ecosysteem. Een slecht idee, volgens het Staatstoezicht op de Mijnen én het Werelderfgoedcomité van de Verenigde Naties. Die instantie dreigt zelfs de beschermde Unesco-status in te trekken als de winning doorgaat, waarmee Nederland op een kort maar notoir lijstje werelderfgoed-losers zou belanden (met onder andere het Belgische Aalst, afgevallen vanwege antisemitische praalwagens op het jaarlijkse carnaval). Intussen blijft de minister de beslissing uitstellen. Keuzestress, een gevallen kabinet: er is altijd wat. En dus liet Extinction Rebellion zaterdag van zich horen.
Of er iemand luisterde? Ik betwijfel het. Nadat de laatste zeilboot was gepasseerd, namen de automobilisten met 130 kilometer per uur de Afsluitdijk weer in.
Hij beloofde Indonesië al een ‘gouden toekomst’ toen hij aantrad. Maar de regering van de Indonesische president Prabowo Subianto, oud-generaal en schoonzoon van autocraat Soeharto, wil ook het verleden hervormen, door dat in een „positiever licht” te zetten, aldus de Indonesische minister van Cultuur Fadli Zon.
De minister wil op 17 augustus bij de viering van tachtig jaar onafhankelijkheid een tiendelig boekwerk over de Indonesische geschiedenis presenteren. De serie moet het nationale bewustzijn aanwakkeren. In januari zijn ruim honderd historici aan het werk gezet om de gewenste geschiedenis in de boeken te krijgen.
Bij een deel van de historici gingen direct alarmbellen rinkelen. Ze vrezen dat misstanden uit het verleden zullen worden uitgewist en autocratische tijden verheerlijkt. Volgens de minister zijn zorgen niet nodig. Het wordt „een correcte versie,” lichtte Zon in mei in een interview met persbureau Reuters toe.
Zo vond hij de omschrijving ‘driehonderd jaar Nederlandse koloniale overheersing’ overdreven. Koloniale heersers waren immers niet continu en niet overal aan de macht. Het boekwerk zal meer nadruk leggen op het verzet, zoals de heldendaden van de Javaanse prins Diponegoro die vanaf 1825 een militaire campagne tegen het Nederlands-Indische regime leidde.
Zon, vertrouweling van Prabowo en prominent van diens partij Gerindra, steunt plannen om ook oud-president Soeharto uit te roepen tot nationale held. Zijn regime wordt beschouwd als een van de meest corrupte ter wereld. Volgens schattingen van de organisatie Transparency International had de familie in 1998 dertig miljard dollar verzameld. Tegenstemmen werden niet geduld. Media stonden onder zijn controle.
Eerste versie
Sinds recent een eerste versie naar buiten is gekomen, is de vrees dat het boekwerk een propaganda-instrument zal worden, toegenomen. Indonesische machthebbers willen het zwarte verleden witwassen, stelde mensenrechtenadvocaat Marzuki Darusman tijdens een actie van de Alliantie voor Transparantie van de Geschiedschrijving (AKSI).
Eind mei spraken leden van de gelegenheidsalliantie tijdens een parlementaire sessie hun zorgen uit over het boekproject. Zo worden vermoedelijke oorlogsmisdaden van Prabowo in Oost-Timor en zijn rol bij de moord en verdwijning van activisten tijdens de val van Soeharto in 1998 niet genoemd.
Ook wordt niet ingegaan op de vermoedelijke betrokkenheid van Safrie Sjamsoeddin, de huidige minister van Defensie. Daarbij blijft de nog altijd onverwerkte geschiedenis van de massamoorden van 1965-66 onbeschreven. In deze periode zijn tussen de vijfhonderdduizend en één miljoen Indonesiërs die van communistische sympathieën werden verdacht vermoord door lokale milities, geleid door militaire en islamitische leiders.
De moordpartijen vonden plaats na 30 september 1965. Op die dag werden zes generaals, verdacht van een coupcomplot, ontvoerd en vermoord. In de chaos die volgde nam generaal Soeharto de leiding, waarna hij 32 jaar aan de macht bleef. De couppoging werd toegeschreven aan de Indonesische Communistische Partij, destijds een van de grootste communistische bewegingen ter wereld. Nog altijd is de exacte toedracht van de gebeurtenissen, zoals de rol van de Amerikaanse CIA, niet opgehelderd.
Lees ook
Lees ook: De geschiedenis van Indonesië: tussen taboe en trauma
Minister Zon heeft al aangegeven dat betrokken historici van het boekwerk geen pogingen zullen doen om de ware toedracht te achterhalen. Volgens AKSI-lid en historicus Asvi Warman Adam is het tevens omineus dat de rol van president Soekarno, die in 1966 het veld moest ruimen voor Soeharto, weinig ruimte krijgt in het boekwerk. Ook ontbreekt vermelding van de vermaarde Bandung Conferentie uit 1955, waar Indonesië onder Soekarno’s leiding een belangrijke rol speelde in antikoloniale bewegingen op het wereldtoneel.
„Dit project is een herhaling van de Nieuwe Orde (zoals de dictatoriale periode van Soeharto wordt genoemd), toen geschiedschrijving in dienst stond van de verheerlijking van Soeharto en de verworvenheden van Soekarno werden geminimaliseerd,” zei Adam, terwijl hij samen met AKSI-leden een kritisch manifest aan de parlementariërs overdroeg. „Het boekwerk is een historische manipulatie. Een selectieve geschiedenis die wordt geschreven om het Nieuwe Orde-regime te bewieroken.” AKSI-voorzitter Darusman waarschuwde voor verder afglijden naar een dictatuur. „Een eenvormige staatsgeschiedschrijving is typisch iets van een totalitair regime. Dit project is een gevaarlijke stap in de richting van een autocratie.”
Verleden onderzoeken
Ook mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty International, hekelen het project. „Een democratie moet haar verleden onderzoeken. Onrecht en onderdrukking erkennen. Als je dat verzuimt, dan is er geen rechtvaardigheid,” aldus Amnesty directeur Usman Hamid tijdens de presentatie van het manifest.
Een pijnpunt van het project is het verbloemen van de vervolging van de Chinees-Indonesische gemeenschap, waaronder een massaverkrachting van zeker tachtig vrouwen tijdens rellen in mei 1998 bij protesten tegen Soeharto. De verkrachtingen zijn in 2003 bevestigd door een officiële Indonesische onderzoekscommissie. Vermoedens dat de aanvallen op de Chinees-Indonesische gemeenschap werden aangewakkerd door elementen binnen het leger die anti-Chinese sentimenten koesterden en hun eigen rol wilden legitimeren, zijn nooit onderzocht.
In een podcast van het nieuwsmedium IDN Times trok minister Zon afgelopen week in twijfel dat er überhaupt verkrachtingen hadden plaatsgevonden. „Het zijn slechts geruchten,” stelde hij. „Nooit bewezen.”
Lees ook
Lees ook: Deze boeken tonen de lange schaduw van de oorlog in Indonesië
Andere versies illegaal?
Bonnie Triyana, historicus en lid van oppositiepartij PDI-P, is bezorgd over de gevolgen op de lange termijn als het boekwerk als officiële versie van de geschiedenis zal worden gedoceerd. „Een officiële geschiedschrijving ontmoedigt kritisch denken,” licht hij toe aan de telefoon. „Andere historische interpretaties kunnen worden weggezet als illegaal.” En dan kan tegenspraak moed vergen.
Afgelopen week bleek dat sommige critici al te maken hebben met intimidatie. Activist Ita Fatia Nadia, die de verhalen van de verkrachtingsslachtoffers documenteert en in 1998 lid was van de officiële onderzoekscommissie, sprak minister Zon in verschillende media aan op zijn ontkenning. Donderdag berichtte The Jakarta Post dat de activist dreigtelefoontjes had ontvangen. „Precies zoals ik destijds dreigementen ontving. Het geeft aan dat dezelfde machten deze verkrachtingen in de doofpot willen stoppen.”
Lees ook
Lees ook: In deze Indonesische klassieker symboliseert een jonge vrouw de ware geschiedenis van het land
Nee, Eric de Vroedt, artistiek leider van het Nationale Theater, zag niet meteen een theaterstuk voor zich bij het lezen van de vier romans van de Britse auteur Ali Smith: Herfst, Winter, Lente, Zomer. „Ik las ze in de zomers dat ze uitkwamen, vanaf 2016. In vakanties, wanneer je tijd hebt voor dat soort ingewikkeld proza. Ik bewonderde het bouwwerk, het over alles tegelijk willen hebben.”
Dat alles tegelijk was wel de trigger om met de boeken aan de slag te willen, want dat wil De Vroedt ook graag: theater over alles tegelijk, alle grote onderwerpen van deze tijd.
En dus gaat komend weekend, na een seizoen dat hij helemaal inrichtte op het maken van deze productie, de zeven uur durende theatermarathon De seizoenen in première op het Holland Festival. Een voorstelling gebaseerd op die schitterende boeken van Smith, met hun talloze personages en losjes aan elkaar verknoopte verhalen. Waarom toch? En hoe?
In zijn kantoortje in het pand van Het Nationale Theater, naast de Koninklijke Schouwburg in Den Haag, begint de 53-jarige theatermaker aan een antwoord, bij het begin: „In mijn megalomanie bedacht ik vijf jaar geleden dat ik in 2025, dat toen klonk als een magisch jaar, een voorstelling over alles zou maken. Ik wilde een Toren van Babel bouwen in het theater.”
Zelfspot is De Vroedt niet vreemd, maar met die ‘megalomanie’ refereert hij in eerste instantie aan eerdere marathonprojecten, zoals het legendarische The Nation in 2017, De eeuw van mijn moeder in 2021 en de Leedvermaak-trilogie in 2023. Hij denkt graag in het groot. Zijn Mightysociety-project, waarmee hij zijn naam vestigde, was een reeks van tien voorstellingen in bijna tien jaar tijd (2004-2012). In 2016 werd hij in Den Haag artistiek leider naast Theu Boermans en toen die vertrok in 2018 werd hij artistiek directeur: als het aan hem lag zou „het hele bedrijf, alle acteurs en alle regisseurs” aan die Toren meewerken.
Hij vertelt: „In brainstormsessies werd het plan een steeds veelkoppiger monster. Dan denk je: jezus, hoe kunnen we hier ooit toneel van maken? Dan moest klimaatverandering er opeens in, weer duizend invalshoeken. Ali Smith was een van de inspiratiebronnen, tot ik dacht: waarom doen we die boeken zelf niet? Daar staat alles al in.”
Ik dacht: oké, ik regisseer nu 25 jaar, ga ik de komende 20 jaar zo door? Het was een artistieke midlifecrisis
Maar waarom zou iemand een voorstelling over ‘alles’ tegelijk willen maken? „Omdat ik vijf jaar geleden dacht: we hebben zo’n megabedrijf, en zoveel talent, zoals destijds regisseurs Eline Arbo, Erik Whien en Noël Fischer, terwijl ik steeds in mijn eentje marathonvoorstellingen maak. Laten we dat talent bundelen.”
Maar, belangrijker, voegt hij er in zijn typerende, jachtige spreekstijl aan toe, is de vraag waarom Smith over alles tegelijk schrijft. „Om dezelfde reden dat ik The Nation maakte: in de werkelijkheid komt het ook allemaal tegelijk op je af. Al die lagen wilde ik tonen. Dat zag ik bij Smith: én vluchtelingenproblematiek én populisme én klimaatcrisis én Brexit. Dat is de drang die ik als maker heb: wat we op het toneel zetten, moet de gekte waarin we leven reflecteren. De gekte én de schoonheid.”
Met ‘alles’ kun je ook een bruine brij krijgen. Hoe blijf je gefocust?
„Als je de boeken verspreid over jaren leest, kun je de onderlinge verbanden misschien over het hoofd zien. Maar die zijn er wel degelijk. Op het toneel, in de vier delen achter elkaar, zie je ze duidelijk voorbijkomen.”
Bewerkers die gevraagd waren een toneeltekst te maken op basis van de romans, gaven de opdracht terug, omdat de opgave te complex was.
„Ze zeiden: prachtig, maar niet voor toneel. Ze waarschuwden ons: doe het niet. Als je de boeken eer wil aandoen, kan het inderdaad niet. Maar ik dacht: ik haal brutaal alleen eruit wat ik mooi vind. Gewoon aanstrepen: wat raakt me, wat doet me niks. Spelenderwijs. Wat de vraag opbracht: vindt Ali Smith dit goed?”
En?
„Haar agent liet weten dat ze vereerd met ons plan was, maar er over wilde praten. Afgaand op de foto leek het me een strenge vrouw, serieus, ik had allerlei vooroordelen. Maar ze bleek warm en open. En doordat ze zo levendig en fantasievol sprak, begreep ik haar ook beter. Ze is iemand die spelenderwijs materiaal creëert, niet intellectualistisch of vanuit een doorwrochte structuur. Dat gaf me het vertrouwen ook zo vrij de bewerking te doen. Ze zei: ‘Eric, ik snap niet hoe je het wil doen, maar ik ben benieuwd.’ Ze gaf me carte blanche.”
Heb je gezegd hoe rigoureus je haar boeken wilde bewerken?
„Nee, ik zei eufemistisch dat er veel zou moeten sneuvelen. Maar ze heeft zelf toneel geschreven, dus ze weet wat theater is, en hoe het werkt.”
Wat is de lijn geworden die je aansprak?
„Ali Smith wilde oorspronkelijk sensitieve, poëtische boeken schrijven over de seizoenen, de blaadjes, de bomen, en over haar herinneringen. Maar toen ze begon met schrijven, in 2014-2015, raakte haar land in de meest hysterische fase van de laatste decennia: de Brexit-discussie en alle shit die volgde. Ze dacht: waar ben ik mee bezig, de wereld stort in, dat moet ik gebruiken. Maar haar oorspronkelijke idee zit nog in de boeken: de cyclus van de natuur als tegenwicht voor de actualiteit. Dat ontroert en raakt me.”
Wat zeggen die romans ten tijde van de Brexit over Nederland in 2025?
„Veel. De Brexit staat symbool voor een complottheorie die politiek wordt. Het idee was dat de EU regels oplegde aan het Verenigd Koninkrijk waar het land aan ten onder ging. En dat het zonder de EU veel rijker zou worden. In die onwaarheid leven we hier nu ook. De duizenden nareizigers, de tsunami aan migranten: niet aan de hand, complottheorie. Wat in het VK gebeurde, is wereldwijd verspreid.
„Smith beschrijft een kapotte wereld, waar de politieke discussie gepolariseerd is, waar een surveillancesamenleving wordt opgetuigd, waar de vluchteling wordt opgesloten, dan wel met angst en argwaan wordt bekeken. Impliciet is haar vraag: hoe kun je menselijk blijven, en hoe hou je jezelf mentaal gezond? En haar antwoord is: door open te staan voor de onverwachte ontmoeting. In al die boeken vinden ontmoetingen plaats tussen mensen uit totaal verschillende bubbels. Die praten met elkaar en veranderen daarmee elkaars leven, soms een beetje, soms heel erg.”
Hoe kan een toevallige ontmoeting dat doen?
„Wat een grote rol speelt, is dat veel personages uit het buitenland komen. De een is een Joodse migrant uit de jaren dertig, de ander een meisje uit Kroatië of een kersverse vluchteling. Het zijn buitenstaanders, die mensen die vastgeroest zitten in beweging brengen.
„Om die ontmoeting, dat openstaan, gaat het voor mij. Kunnen veranderen, durven veranderen, is het antwoord op de verrotte wereld van nu, met dat frame van links tegen rechts en met steeds dezelfde discussies.
„Ik herken het uit mijn eigen leven. Ik heb cruciale ontmoetingen en gesprekken gehad die mijn leven een bepaalde richting hebben opgedreven. Zoals ooit met een docent bij wie ik een toneelcursus had gedaan. Na een etentje – ik waste af, hij droogde – vroeg hij wat ik later wilde worden. Ik zei: ‘Politicus: met idealen de wereld veranderen’. Hij vroeg wat ik met politiek had. Ik was een groot fan van Joop den Uyl, zei ik: hoe hij een zaal stil kreeg en kon opzwepen. Hij zei: dat is toneel. Politiek is draagvlak vinden, compromissen sluiten, vergaderen. Het was geen toevallige ontmoeting, maar hij voerde het gesprek dat mijn ouders eigenlijk met me hadden moeten voeren. Het bracht me bij wie ik wilde zijn.”
Eric de Vroedt (rechts) met acteurs van het Nationale Theater.
Scènefoto van ‘De seizoenen’.
Midlifecrisis
Over durven veranderen gesproken: wie De Vroedt als regisseur wilde zijn veranderde het afgelopen jaar, vertelt hij. In 2018 volgde ik hem maandenlang tijdens repetities. De kop van de reportage, ‘Ze worden wel eens gek van me’, was een opmerking waarmee hij erkende te beseffen hoe intens zijn manier van regisseren voor zijn acteurs was: veel pratend, veel onderbrekend, veel voordoend, totale controle. Hij zegt: „Mensen lezen dat stuk nog steeds ter voorbereiding op werken met mij, zoals nu weer gastacteur Nur Dabagh. En dan is er altijd de grap, omdat dit voorkwam in het artikel: ‘Je mag zelfs niet gaan plassen tijdens het repeteren.’ Maar vorig jaar raakte ik met die werkwijze op een eindpunt, tijdens het maken van Brown Sugar Baby. Dat stuk ging over de jazzbands van mijn opa en dat wilde ik zó perfect brengen, dat ik bijna al het leven eruit had gezogen. Ik wist zó precies wat ik wilde, dat het voor mijzelf voorspelbaar werd. Ik dacht: oké, ik regisseer nu 25 jaar, ga ik de komende 20 jaar zo door? Het was een artistieke midlifecrisis.” En in één adem door: „O, dat wordt zeker de kop straks?”
Waaruit maar weer eens blijkt dat die controledwang nog niet helemaal is gesleten. Hij koos dit seizoen wel een andere aanpak.
„De wens om te veranderen kwam ook van de acteurs. Omdat ik mijn acteurs goed ken, kunnen we snel werken. Maar dat ging ten koste van hun spontaniteit en eigenaarschap. Ik laat acteurs ter inspiratie de eerste week van de repetities acht documentaires zien en maak een reader met artikelen. Maar dat was niet hun manier van geïnspireerd raken.”
Wat was hun manier?
„Op hun verzoek gingen we wandelen in het bos, naar het museum. En na zo’n eerste week zijn we elk van de vier delen meteen met een doorloop begonnen, met het script in de hand. Heel anders dan wat jij destijds zag, waarbij ik op de vierkante centimeter werkte.
„Op een gegeven moment vroegen ze alsnog of ik een scène kon indelen. Ik ging aftasten waar ze structuur nodig hadden. En toen merkte ik: waar ik soms weken aan werk kunnen ze, als ze het zelf doen, binnen drie dagen.
„Ook bij de montage, waarbij licht en decor normaal gesproken minutieus zijn voorbereid, werkte ik intuïtief en liet ik impulsen toe, om maar tot beelden te komen die ik niet vooraf zou hebben bedacht. En dat werd heel mooi, met dank aan scenograaf Julian Maiwald.”
Het klinkt als de werkwijze van een collectief.
„Het was open en vrij. Met elkaar. Maar we merken, nu we nog maar enkele weken hebben, dat we toch ook precies moeten zijn. Maar de basis is anders, omdat de acteurs zich eigenaar voelen van het materiaal. Ze weten waar het vandaan komt. Mijn oude methode kan ik alsnog inzetten, en dan is de controlfreak er weer, en dat mag ook van de acteurs, maar die staat naast een nieuw ontdekte wereld. Ik kan schakelen tussen die rollen.”
Actrice Mariana Aparicio zei vanmiddag dat ze de Eric terugzag met wie ze vijftien jaar geleden bij Mightysociety werkte. Alsof je jezelf hebt teruggevonden.
„Maar toen was het onkunde. Ik moest me nog ontwikkelen als regisseur en dus liet ik de regie soms open. Dat was fijn voor acteurs: een regisseur die het even niet weet. Want dan kunnen zij hun gang gaan. Nu weet ik het, tussen aanhalingstekens, ‘heel goed’, maar kan ik die openheid bewust opzoeken en toelaten.”
Nog een vraag over de complexiteit van de romans van Smith. De surrealistische wendingen die ze toepast: hoe breng je die op het toneel?
„Het makkelijke antwoord is: Shakespeare. Smith baseert zich op Shakespeare. En in zijn werk barst het van de rare, magische momenten: geesten, heksen, betoveringen. Omdat het zo sprookjesachtig is, kan publiek daar goed in mee, zeker als je dat openlijk doet, met lichtheid en ironie.”
Hoe openlijk doe je dat?
„De acteurs spelen dat ze spelen. Samen fantaseren ze dit verhaal, als het ware. ‘Stel je voor dat jij een man bent, een filmregisseur, dat je op een perron staat. Stel je voor dat ik een meisje ben dat jou kan betoveren.’ Zo komt het stuk tot stand. Eigenlijk is het de basis van toneel: elkaar een verhaal vertellen.”
Van president Macron kreeg Trump een diner op de Eiffeltoren.
Bondskanselier Merz bracht hem de geboorteakte van zijn Duitse grootvader.
En premier Starmer kwam naar Washington met een uitnodiging van koning Charles op zak.
Nederland gaf andere pluimstrijkers gisteren het nakijken met een appje. Daarin overlaadde Mark Rutte Trump met lof voor de vrede die hij in het Midden-Oosten had gebracht en de discipline waar de NAVO zo naar snakt. En daarna mocht hij bij de koning en koningin thuis logeren; AI heeft de beelden al gegenereerd.
Hoe spontaan Rutte dat bericht op zijn mobieltje had getikt valt te bezien, al was het alleen al om het bijna foutloze Engels. En of hij de enige auteur was, is ook de vraag. Hoe dan ook is het een knappe tekst met sublieme timing die precies de goede genotsknoppen indrukt, niet te kort, niet te lang, met eenvoudige zinnen en door het subtiel spiegelen van Trumps stijl met hier en daar een WOORD in kapitalen. Hoe kon Trump dat bericht niet op zijn Truth Social zetten?
Toch is het op zichzelf weinig nieuws onder de zon. Lord Ismay, de eerste secretaris-generaal, zei al dat de NAVO was opgericht „to keep the Soviet Union out, the Americans in, and the Germans down.” De Duitsers zijn intussen iets minder timide, het rode gevaar is weer springlevend, maar de Amerikanen aan boord zien te houden is een vaste waarde.
De Amerikaanse president Wilson, aanvankelijk isolationistisch en neutraal, won in 1916 nog verkiezingen met de slogan ‘He Kept Us Out Of The War’. Mede onder Brits-Franse druk en smeekbeden stapten de VS in 1917 alsnog in de Eerste Wereldoorlog en maakten aan het westelijke front wel het verschil.
Een wereldoorlog later moest Churchill weer hemel en aarde bewegen om de Amerikanen duidelijk te maken dat hij het niet alleen met hun economische steun afkon. ‘Pug’ Ismay had volkomen gelijk dat de NAVO, opgericht in 1949, de Amerikaanse betrokkenheid institutionaliseert.
President Franklin D. Roosevelt en premier Winston Churchill praten op het gazon van de villa van de president tijdens de conferentie van Casablanca in 1943.
Foto Bettmann Archives/Getty Images
Special relationship
Individueel hebben Europese landen altijd alles op alles gezet om de betrekkingen met de VS goed te houden. Voor Britse regeringen, ongeacht hun kleur, is de special relationship het belangrijkste politieke kapitaal. Sir Christopher Meyer, Brits ambassadeur in Washington van 1997 tot 2003, schrijft in zijn memoires: „[Premier] Tony Blair gaf mij te verstaan dat het mijn werk was to get up the President’s arse and stay there.” De huidige ambassadeur, Lord Peter Mandelson, heeft ongetwijfeld – zij het in andere bewoordingen – eenzelfde instructie gekregen.
Toch kraakt de transatlantische brug af en toe. Denk Suezcrisis (1956), Vietnam (vanaf 1964), de Falklandoorlog (1982) en Irak (2003). Of de ‘kwestie’ Nieuw-Guinea (1962), waarin president Kennedy Nederland de facto dwong die kolonie aan Indonesië af te staan.
Maar de eenheid van de NAVO stond op zulke momenten nooit ter discussie. Sinds generaal De Gaulle in 1966 eenzijdig de liefde opzegde en nucleair een eigen weg ging, is het bondgenootschap nooit zo overgeleverd aan de grillen van één man.
De top in Den Haag is, in tijd en breedte van de agenda, toegesneden op Trumps aandachtsspanne en zijn belangrijkste eis: Europa moet een groter deel van de militaire lasten dragen. En nu dat gebeurt, om dat resultaat als puur en alleen Trumps verdienste te presenteren. In Rutte-Engels, dinsdag op een persconferentie: „And let me be clear, I do not want to slime. But I do want to sincerely thank the United States and President Trump for their leadership and for pushing us to do more.”
Secretaris-generaal van de NAVO Mark Rutte samen met president Trump bij het NAVO-diner in Huis ten Bosch.
Foto Remko de Waal/ANP
Geslijm of niet, ook dat is op zichzelf geen heel nieuwe gedachte. De prijs van invloed is dat we de VS de lastige dingen niet alleen laten opknappen, zei Tony Blair in 2003. Lastig betekent: „Dingen waarvan mensen willen dat de VS ze oplost, en tegelijkertijd de luxe wensen om de VS daar kritiek op te geven.”
Toen ging het om Irak, de vermeende massavernietingswapens van Saddam Hussein en diens eveneens vermeende connectie met het internationale terrorisme. Steun de VS in het openbaar, in de hoop dat je achter de schermen invloed hebt, was toen in elk geval de Britse (en Nederlandse) houding, die misschien niet goed heeft uitgepakt, zonder dat je het alternatief hebt kunnen testen.
De grootste olifant in de kamer is nu wat Artikel 5 uit het NAVO-handvest waard is als het erop aankomt. Een iets kleinere slurfdrager is Oekraïne, een dossier waarop Trump niet beweegt. Hem nu een goed gevoel bezorgen is misschien de enige hoop om daarin iets te veranderen. Diplomaten hebben er een uitdrukking voor: hug them close.