Chinezen zetten FNsteel in etalage, honderden banen op de tocht

Een poging van de Britse Labour-regering om de staalindustrie in eigen land te redden, dreigt in Nederland juist tot banenverlies te leiden. Omdat de Britse overheid de controle heeft overgenomen bij British Steel, heeft de Chinese eigenaar Jingye, een van de grootste staalbedrijven ter wereld, het zusterbedrijf FNsteel in Alblasserdam te koop gezet. Ook wordt de walserij bij het bedrijf binnenkort stilgelegd, waardoor op korte termijn al honderd banen dreigen te verdwijnen. Dat bevestigt directeur Matthijs van der Schoot aan NRC.

In april nam de Britse Labour-regering de controle over bij British Steel, een stap die sterk lijkt op nationalisering. De Chinese eigenaar Jingye dreigde de hoogovens van het bedrijf uit te zetten, waarna het Verenigd Koninkrijk geen eigen staal meer zou kunnen maken.

FNsteel (meer dan 350 werknemers) in Alblasserdam maakte deel uit van een holding met British Steel, maar valt buiten de ingreep van de Britse regering. De Chinese eigenaar Jingye wil van FNsteel af nu het de controle over de Britse fabrieken kwijt is.

„De stap van de Britse regering heeft bij onze aandeelhouder geleid tot een strategische heroriëntering”, zegt directeur Van der Schoot. FNsteel (omzet rond de 100-150 miljoen euro) bewerkte vooral staal dat het kreeg van British Steel. Daar maakte het draad van, waarmee onder meerschroeven, moeren, gereedschappen en kogellagers zijn te maken. De logische combinatie van de twee bedrijven valt nu weg. „Daarom zijn we nu op zoek naar een nieuwe aandeelhouder.”

Onzekere tijden

Ondertussen zet het bedrijf alvast het proces in gang om de eigen walserij (met 100 werknemers) te sluiten: mocht het niet lukken een koper te vinden, dan is het naar eigen zeggen genoodzaakt dit deel van het bedrijf te sluiten. Deze afdeling „realiseert de minste toegevoegde waarde”, legt Van der Schoot uit, en is bovendien het meest afhankelijk van producten van British Steel.

De verwachting is sowieso niet dat hier bij kopers veel interesse voor is zonder de samenwerking met de Britse hoogovens. Bij de draadverwerkingsafdeling is FNsteel meer onderscheidend en is extern inkopen minder een probleem.

Er zijn al gesprekken gestart met de vakbonden voor een sociaal plan voor de walserijwerknemers. Bowen Orth, vakbondsleider voor FNsteel bij CNV, bevestigt dat er later deze week weer verder wordt gepraat. „Het gaat tot nu toe in goede sfeer, maar we hebben de belangrijkste punten nog niet besproken.”

Wat er gebeurt als er helemaal geen koper wordt gevonden, is nog onduidelijk. Jingye kan besluiten heel FNsteel te sluiten of FNsteel kan zelf in afgeslankte vorm doorgaan.

FNsteel is het enige overblijfsel van de oude staalfabriek van Nedstaal, waar ooit duizenden mensen werkten. In 2020 kocht het Chinese megaconcern Jingye British Steel na een faillissement. Daar zat ook FNsteel bij, dat al enige jaren onder British Steel viel. Jingye beloofde meer dan een miljard pond te investeren, tot vreugde van veel Britse politici.

Het liep anders. Nadat de verliezen zich opstapelden, leek Jingye begin 2025 van plan de Britse fabrieken te sluiten. In allerijl nam de nieuwe Labour-regering in april de controle over. Maar dus niet over FNsteel, dat sindsdien klem zit tussen besluiten die zijn genomen in Londen en Shijiazhuang.

Moeizame communicatie

FNsteel was de afgelopen jaren een van de enige Nederlandse industriële bedrijven in Chinese handen. Wat Jingye precies zag in British Steel en FNsteel is altijd wat onduidelijk gebleven. Ook in Alblasserdam kreeg veel van het personeel er niet de vinger achter. Volgens twee betrokkenen waren er op de werkvloer veel vermoedens dat de koop vooral een politiek besluit was.

Jingye heeft volgens Van der Schoot miljoenen euro’s in FNsteel gestoken en de fabriek altijd goed onderhouden. „Het is zeker niet zo dat ze bij het eerste zuchtje tegenwind van boord springen.”

Volgens twee betrokkenen verliep het contact tussen de aandeelhouder en het bedrijf echter niet altijd even vlot. In Alblasserdam waren twee Chinese directieleden van Jingye aanwezig, de communicatie ging vaak per tolk. Dat er een lokale raad van commissarissen was die zich overal mee bemoeide, vonden ze maar lastig te begrijpen. Dat is in China minder gebruikelijk.

„Je hebt te maken met een andere cultuur”, zegt Van der Schoot. „Dat is af en toe best lastig.” Volgens hem is er echter altijd „een manier gevonden om alles werkend te krijgen”.

Van der Schoot, die twintig jaar geleden zelf begon als directeur bij de walserij, hoopt vurig dat er een goede afloop in zit voor FNsteel. „Er gebeuren dingen compleet buiten onze invloedssfeer die een grote impact hebben. Maar dit is een prachtig bedrijf. We bestaan al sinds voor de Tweede Wereldoorlog, er werken hier veel mensen met een vader die er ook al werkte. Het is heel erg pijnlijk welk scenario’s we nu moeten overwegen.”