Tariq praatte veel, maar gaf ‘nooit een direct antwoord’ op vragen van de rechtbank

De zaak

Daar zit verdachte Tariq (35), een gedrongen man in een lichtgroen poloshirt, met zijn advocaat. Een ‘stekende beweging’ maken met een mes onder de uitroep ‘ik ga je vermoorden’. Plus een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel dus, ofwel mishandeling. Het slachtoffer stuurde ook een advocaat. Diens eis zit Tariq vooral hoog. Ruim 11.000 euro wil de andere deelnemer aan de vechtpartij ontvangen, die de politierechter vandaag probeert te reconstrueren.

Dat geld is vooral compensatie voor het „doen opleven” van een eerder trauma waarvoor Tariq’s tegenstander in behandeling was. Volgens z’n advocaat is z’n cliënt mentaal beschadigd. Hij zag op kantoor een ‘gebroken vogeltje’ tegenover zich. De openingsvraag van de politierechter „Wat is er op die dag gebeurd”, negeert Tariq. Hij legt via de tolk uit dat „ieder toch in z’n eigen onderhoud moet voorzien”. En dat zo’n eis „geen bedoeling heeft”. Zo gaat het de hele zitting. De rechter stelt een vraag, Tariq begint over iets anders. Hij is bitter en boos. Het was juist zijn tegenstander die begon, die hém sloeg, voor wie híj vluchtte, die hem bespuugde, die hem achtervolgde.

Vragen ontloopt hij. De tolk verontschuldigt zich soms voor Tariqs teksten. Een vraag van de officier of hij het achteraf misschien anders had kunnen doen, komt helemaal niet over. Hij vertelt liever over het gedrag van z’n tegenstander. De politierechter, onder tijdsdruk, kapt hem af, waarop de advocaat protesteert. En de rechter hem toch maar laat uitpraten. Hoewel „meneer wel veel ruimte inneemt”.

Op het bureau bleken beiden letsel aan het hoofd te hebben.

Het slachtoffer blijkt de ex van Tariqs vrouw met wie zij één kind heeft. Gaandeweg wordt duidelijk dat er grote spanningen zijn. Dat het kind mishandeld zou worden. En over geld. Bij de laatste overdracht voor de omgangsregeling zou de biologische vader Tariq met een ‘ijzeren staaf’ hebben bedreigd en hem vanuit z’n auto hebben bespuugd. Waarna Tariq met z’n eigen auto op hoge snelheid de ex achtervolgde. Daarna was het vechten, waarbij Tariq met een grote moersleutel ‘bovenhands’ zou hebben geslagen. En met een mes hebben gedreigd.

Op het bureau bleken beide mannen letsel aan het hoofd te hebben. Schrammen, bulten, een snee. Maar het was de ex die aangifte deed. Uit het onderzoek zou een hoofdrol voor Tariq zijn gebleken. Er waren getuigen, een vaag gsm-filmpje, met ‘duwende mannen’, slaan met ‘gereedschap’, een ‘mogelijk mes’ waartegen ‘man 2’ zich moest verdedigen. Tariq schudt heftig ‘nee’ en citeert een Arabische uitdrukking „Darabani wa-bakā, wa-sabaqani wa-ishtakā”. Hij sloeg me, huilde, en was me voor met klagen.

Als de politierechter vraagt of hij zich aan een contactverbod kan houden, zegt hij „dat niks mij met hem verbindt”. Tariq blijkt te zijn afgekickt „van de drugs” en te zijn behandeld door een psycholoog. Hij is ooit vrijgesproken wegens huiselijk geweld. Z’n relatie met z’n vrouw is verbeterd, volgens het dossier ook volgens haar. Werk en gezin, daar draait z’n leven nu om.

De officier constateert dat Tariq geen overlast geeft en dat zijn leven nu beter verloopt dan eerder. Dat Tariq in woede ontstak wil het OM zien als iets „dat ons allemaal wel kan gebeuren”. Maar dat hij achter de ex-man aan scheurde, dat is dus wél mis. De getuigen ondersteunen het relaas van de ex-man: diens feiten kloppen dus. Niet de versie van Tariq. Nu moet er rust komen, „ook in het belang van het kind”. Dat de verdachte op zitting „nooit een direct antwoord” geeft, valt hem tegen.

Verder betwijfelt hij of de mentale terugval van het slachtoffer echt door Tariq is veroorzaakt. 1.000 euro lijkt hem redelijker. De officier eist een contactverbod van twee jaar en een werkstraf 120 uur, waarvan 60 uur „op de plank” (voorwaardelijk). Beide met een proeftijd van 2 jaar.

De advocaat ziet vooral een incident waar „over en weer is gevochten”. Waar ook Tariq „nogal wat letsel” aan overhield – de advocaat maakte er op het bureau zelf foto’s van. Of er een mes in het spel is geweest, bleef onduidelijk. Achteraf had ook zijn cliënt aangifte moeten doen. Dat volgens de reclassering er „geen structurele agressie-problematiek” speelt bij Tariq is belangrijk. „Meer balans” in deze zaak graag, ook met oog voor het uitdagende gedrag van de ex. Wat was nou ieders precieze aandeel? Bij zoveel twijfel hoort de verdachte daarvan het voordeel te krijgen: „in dubio pro reo”.

Het oordeel

De politierechter constateert dat „beide verhalen” recht tegenover elkaar staan. En dat beide vechters er met letsel uit zijn gekomen. Maar ze kiest voor de versie van de ex-man, vooral omdat de vier getuigen diens versie ondersteunen. Die verdedigde zich tegen de klappen met de baco-sleutel door Tariq, wat slecht had kunnen aflopen. Ook vindt de politierechter dat er voldoende aanwijzingen zijn voor het „maken van stekende bewegingen”, die ook zijn gezien. Dat staat daarmee „buiten redelijke twijfel”. Ze betreurt het dat Tariq zijn „aandeel niet erkent”. De impact van de vechtpartij, op straat, is heftig geweest, meent ze. Dat rechtvaardigt de straf die de officier eiste: 120 uur werkstraf, waarvan 60 uur voorwaardelijk. Daar komt een locatie- en contactverbod bij. De vergoeding stelt ze vast op 1.000 euro aan immateriële kosten. Ze ziet geen verband tussen het incident en de verergerde traumaproblematiek van het slachtoffer. Wel rekent ze nog 446,25 euro aan vergoeding van eigen risico en reiskosten van de ex-man.