Column | Op de korte golf is iedereen gelijk

Als ze vanaf de andere kant van de wereld contact met hem maakten op zijn privé-eiland in Polynesië, noemde hij, zoals het hoort, eerst zijn call sign, „FO5GJ”, en dan zijn naam, „Marty”. Dat is wie je bent op de korte golf: je roepletters, je voornaam en een plaats. Dan wisten ze niet dat ze even met Marlon Brando hadden gepraat, acteur uit The Godfather en Apocalypse Now, die een parallel leven leidde als zendamateur. „Daarin kan ik mezelf zijn”, zei Brando in 1994.

De vorige koning van Jordanië was JY1 en ‘Hussein’. En Priscilla Presley vond haar liefhebberij „verslavend”, maar liet haar zendmachtiging verlopen wegens een te druk leven. Zij was altijd N6Y0S, nooit de vrouw van.

„Onder radioamateurs is iedereen gelijk”, zeggen de mannen die elke donderdag bijeenkomen in een zaaltje in Sassenheim. De afdeling Hollands Midden van de Vereniging van Radio Zend Amateurs (VRZA), is met 137 leden een van de grootste.

In 1901 verzond Guglielmo Marconi het eerste transatlantische draadloze bericht (de letter ‘s’ in morsecode). Hij had twintig zendmasten nodig. Precies honderd jaar geleden bewees de Poolse ingenieur Joseph Tykocinski-Tykociner dat je op de korte golf even ver of verder kon zenden met één mini-antenne.

De mannen in Sassenheim zijn hun erfgenamen. Ze kennen elkaars call sign beter dan hun echte namen. Ze praten over golflengtes, frequentiebanden, signaalsterkte en storingen, en over van alles en niks, behalve politiek. Wat niet erg verschilt van hoe veel van hen ooit begonnen, met een illegaal ‘27Mc bakkie’.

‘Als je contact legt met, zeg, Australië, daar kun je een week op vooruit’

Daar raakten ze op uitgekeken, gingen studeren voor het zendexamen, soldeerden een zendontvanger in elkaar, zetten een antenne in de tuin of op het dak, en nu zitten ze elk vrij ogenblik achter microfoon of morsesleutel om „te werken” met een zielsverwant in de wereld. In een schuurtje dat ze shack noemen, op zolder of in de huiskamer.

Zoals Gert de Jonge (60), voorzitter van de afdeling en met vroegpensioen, omdat hij na een leven op de ambulance „genoeg heeft gezien”. „CQDX”, zegt hij in de microfoon, thuis in Hillegom. „This is PD0CT from the Netherlands.” CQ is ‘seek you’. En DX is ‘lange afstand’. Radiosignalen kunnen via de ionosfeer rond de wereld stuiteren, maar de ionosfeer is al dagen van kaas. „Drama”, zegt hij.

Maar als je dan contact hebt gelegd met, zeg, Australië, liefst met zo min mogelijk vermogen op de antenne, want dat is de sport, „ja, daar kun je een week op vooruit, dan ben je het ventje”. Maar je weet het nooit. Opeens gaat een band open, alsof wolken voor de zon wegschuiven. Of je hebt een prachtige DX en, pats, klapt-ie dicht. „Dat zijn de grillen van de korte golf.”

Er zijn ook vrouwen bij zijn afdeling en twintigers, maar die zijn er die avond in Sassenheim niet bij. De verenigingswebsite heeft een bladzijde die ‘silent key’ heet, naar de morsesleutel die niet meer bediend wordt.

„Ik roep niet vaak zelf, want dan moet je de hele tijd antwoorden”, zegt hij. Gert is iemand die zelf liever reageert, liefst intercontinentaal. En natuurlijk kun je ook bellen of mailen, maar, „het gaat om de ether, dat hij je hoort en dat je dat kunt loggen.”

Hans Steketee doet elke maandag ergens vanuit Nederland verslag.