De vraag dringt zich op: wat kán het Iraanse regime nog?

De Iraanse leiders dreigden met keiharde represailles als de Verenigde Staten zich alsnog aansloten bij de Israëlische aanvallen op Iran. Opperste leider Ali Khamenei waarschuwde in een vooraf opgenomen toespraak donderdag voor „onherstelbare schade” en verklaarde dat Iran zich „nooit zal overgeven”. De ochtend nadat die Amerikaanse aanvallen inderdaad plaatsvonden schreef de Iraanse buitenlandminister Abbas Araqchi op X dat die „eeuwigdurende gevolgen” zullen hebben. Stoere taal, maar steeds meer dringt zich de vraag op wat de Iraniërs eigenlijk nog kunnen terugdoen nu de Amerikanen het toch al zwaar aangeslagen land ook nog eens bestoken met hun superieure bewapening.

Niet heel veel vermoedelijk, afgezien van het afschieten van hun nog resterende raketten op Amerikaanse bases. Als wanhoopsgebaar kunnen ze de Straat van Hormoez blokkeren, waarlangs een derde deel van ’s werelds over zee vervoerde olie gaat. Of ze zouden de olie-installaties van Saoedi-Arabië en andere Golfstaten kunnen aanvallen. Het zou de olieprijzen opdrijven en voor ongemak in de wereld zorgen maar daarmee zouden de Iraniërs ook de net weer herstelde relaties met Saoedi-Arabië onder zware druk zetten, en hun betrekkingen met andere Arabische staten.

‘Enorme verzwakking’

Hoe het Khamenei ruim een week na het begin van het verwoestende Israëlische aanvallen werkelijk te moede is, valt moeilijk te zeggen. Ook hij zal beseffen dat het islamitische bewind er niet eerder in de 46 jaar van zijn bestaan zo kwetsbaar heeft uitgezien als nu. Ali Fathollah-Nejad, een Iran-expert in Berlijn, sprak afgelopen week tegenover de Frankfurter Allgemeine Zeitung van een „enorme verzwakking” van het regime, die zijn voortbestaan onzeker maakt.

Onzeker is in hoeverre de oude machtsstructuren in Iran nog intact zijn. De 86-jarige Khamenei zelf zit naar wordt aangenomen in een ondergrondse bunker en het is de vraag hoeveel greep hij nog heeft op het beleid en of hij met medewerkers kan communiceren, nu verschillende van zijn belangrijkste militaire en politieke adviseurs zijn gedood of ernstig gewond. Het kostte Israël minder dan een week om na de hoogste Iraanse militair ook diens opvolger te doden.

De verbluffende mate waarin Israël op de hoogte lijkt van de verblijfplaatsen van veel Iraanse politieke en militaire leiders baart de Iraanse leiders duidelijk zorgen. Volgens The New York Times maakt Khamenei ook geen gebruik meer van elektronische communicatiemiddelen. Hij geeft zijn instructies alleen nog door via persoonlijk contact met vertrouwelingen. Voor de zekerheid legden de autoriteiten ook het internetverkeer in Iran woensdagavond grotendeels stil. Dat gebeurde naar hun zeggen omdat Israël hiervan gebruik zou maken. Ook wordt er overal gespeurd naar Israëlische spionnen. In dit verband zijn er de afgelopen dagen al tientallen mensen opgepakt.

Mocht Khamenei gedood worden – en president Trump heeft daarop al openlijk gezinspeeld – dan zou daarmee de spin uit het Iraanse web worden geslagen. Khamenei blijft immers, op papier althans, de man om wie alles draait. Het systeem dat zijn voorganger, ayatollah Khomeiny, invoerde geeft de opperste leider het laatste woord over alle belangrijke besluiten en benoemingen. Ook in het leger en in de Revolutionaire Garde, een elite-eenheid die rechtstreeks onder de leider valt. Er zijn daarnaast een president, ministers en een parlement, maar hun stem weegt altijd minder zwaar dan die van Khamenei.

Uit voorzorg heeft Khamenei inmiddels een aantal ‘reserves’ voor hoge posten benoemd, mochten er mensen wegvallen, meldt The New York Times. Ook voor zijn eigen positie zou hij drie geestelijken hebben voorgedragen. Tot dat drietal zou Khamenei’s zoon Mojtaba, die door sommigen werd gezien als potentiële opvolger, echter niet behoren.

Zoon van de verdreven sjah

De onzekerheid bij de leiders betekent niet dat er nu onmiddellijk een volksopstand zal uitbreken, zoals de Israëlische premier Netanyahu en ook Reza Pahlavi, de zoon van de verdreven sjah van Iran, hopen. Beiden speculeren daarbij op de impopulariteit van het regime bij het merendeel van de bevolking. Feit is dat ook een Iran-specialist als Karim Sadjadpour, die voor de Amerikaanse Carnegie-denktank werkt, schat dat hooguit 15 tot 20 procent van de Iraniërs nog achter het bewind staat. De overgrote meerderheid heeft weinig tot niets op met de islamitische ideologie van de bejaarde leiders en zeker jonge Iraniërs snakken naar nauwere banden met het Westen.


Lees ook

Angstige Iraanse burgers voelen zich in de steek gelaten. ‘Terwijl Israël woonwijken bombardeert, is het regime druk met propaganda’

Rookwolken hangen boven Teheran na een Israëlische luchtaanval op 14 juni 2025. Op een nabijgelegen heuvel kijken mensen toe.

Maar voor zover ze de hoofdstad Teheran en andere steden niet zijn ontvlucht, piekeren de Iraniërs er momenteel niet over de straat op te gaan voor protestdemonstraties. Ze hebben andere zorgen aan hun hoofd, in de eerste plaats hun veiligheid. Bij velen overheerst ook boosheid over de brute Israëlische aanvallen en ontluiken vaderlandslievende gevoelens. „Ik ben geen fan van de Islamitische Republiek”, verwoordde een inwoner dit tegenover de correspondent van de Financial Times in Teheran, „maar nu is de tijd om solidariteit met Iran te tonen.”

Veel georganiseerd verzet was er toch al niet binnen Iran, mede als gevolg van de keiharde repressie door het regime. Wie ook maar enigszins lijkt op een leider van welk verzet dan ook, belandt doorgaans snel in de gevangenis. Deze omstandigheid speelde ook de laatste grote protestbeweging in 2022 al parten, toen mensen massaal de straat opgingen om meer vrijheid en vrouwenrechten te eisen onder de leus ‘Vrouw, leven, vrijheid’. Mede door een gebrek aan leiders, zakte die beweging uiteindelijk weg. In het buitenland zitten wel veel uitgesproken tegenstanders van het regime maar de meesten daarvan genieten weinig aanhang in Iran zelf. Dat geldt ook voor Pahlavi.


Lees ook

Omverwerping van het Iraanse regime vergt organisatie en leiderschap

Brand op straat in Teheran, 8 oktober. „De energie op straat wordt agressiever” aldus academica Negar Mottahedeh.

Geduchte factor

Ook zijn er nog geen tekenen dat het veiligheidsapparaat binnenlands de controle over de bevolking kwijt is. Vooral de machtige en strak georganiseerde Revolutionaire Garde van bijna tweehonderdduizend man, waarop ayatollah Khamenei door de jaren heen steeds meer leunt voor de handhaving van zijn gezag, blijft een geduchte factor.

De Garde, die los staat van het reguliere leger, speelt niet alleen een cruciale rol bij de buitenlandse én binnenlandse veiligheid. De organisatie heeft door de jaren heen ook steeds meer greep gekregen op de Iraanse economie. Dat geldt voor de oliesector, aanleg van infrastructuur, transport en ook de financiële sector. Sommige Garde-officieren zijn hierdoor uitgegroeid tot schatrijke oligarchen.

Ook belanden veel ex-Gardisten zelf in de Iraanse politiek. In het huidige Iraanse parlement heeft ruim een kwart van de leden een achtergrond in de Revolutionaire Garde. Het zijn doorgaans aanhangers van de harde lijn.

Sommige analisten gaan er ook van uit dat leidende figuren uit de Garde het bewind zullen overnemen, mocht Khamenei van het toneel verdwijnen. De leidende rol van de geestelijkheid van de afgelopen decennia zou in dat geval vermoedelijk flink worden ingeperkt. De nieuwe machthebbers zouden de Iraniërs vermoedelijk niet meer lastig vallen met anachronistische voorschriften over verplichte hoofddoeken voor vrouwen – een obsessie van Khamenei – maar of ze de Iraniërs veel meer vrijheid zouden gunnen is twijfelachtig. Een militaire dictatuur is dan waarschijnlijker.


Lees ook

Nu de ‘As van Verzet’ in duigen ligt, is Iran terug bij af

Een Iraanse politieagent loopt voorbij een woongebouw dat vrijdag is verwoest door de Israëlische aanvallen op Teheran. Foto Morteza Nikoubazl/NurPhoto via Getty Images