Europa blafte even naar Israël, maar is weer terug bij af

Emmanuel Macron gelooft nog in de diplomatie. Vrijdag, na een week van aanvallen over en weer tussen Israël en Iran en vlak voordat een Europese delegatie in Genève met een Iraanse delegatie in gesprek zou gaan, zei de Franse president dat Europa werkte aan een „uitgebreid onderhandelingsbod”. Dat bod zou Iran moeten verleiden geheel te stoppen met het verrijken van uranium voor alle doeleinden en zou zo een oorlog met Israël en de VS moeten voorkomen.

Maar hoe realistisch is die rol voor de diplomatie – en voor Europa? De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken had al voor de gesprekken in Genève weinig twijfel laten bestaan hoeveel vertrouwen hij had in een goede afloop van deze diplomatieke aanpak. Zeg maar gerust: nul.

„We hebben duidelijk gezegd dat praten geen zin heeft zolang er geen einde is gekomen aan deze [Israëlische] agressie”, zei Abbas Araghchi op de Iraanse staatstelevisie.

De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Abbas Araghchi, vrijdag in Genève, heeft weinig vertrouwen in een diplomatieke oplossing. Foto German Federal Foreign Office via AFP

Een week na de eerste aanval van Israël op Iran, en bijna twee jaar nadat de Hamas-aanval van 7 oktober een uiterst gewelddadig Israëlische oorlogscampagne in Gaza ontketende, kunnen twee conclusies getrokken worden over het Europese optreden op het wereldtoneel. Ten eerste: de EU staat opnieuw aan de zijlijn in een groot geopolitiek conflict in zijn buurregio. En ten tweede: als het over Israël gaat, lukt het Europese toppolitici amper om zelfs maar de schijn van eensgezindheid op te houden. Lang oogde Europa niet zo verdeeld als deze week.

Neem de woorden van Ursula von der Leyen, de hoogste baas in de Europese Commissie, en die van Kaja Kallas, de buitenlandchef in diezelfde Commissie, deze week. Waar Kallas alle partijen opriep „af te zien van acties die de situatie verder doen escaleren”, zei Von der Leyen kortweg dat „Israël het recht heeft om zichzelf te verdedigen”. De Commissievoorzitter voegde daar nog aan toe dat „Iran de hoofdverantwoordelijke voor de regionale instabiliteit is”.


Lees ook

Carte blanche geven aan Israël is een blunder van formaat

Carte blanche geven aan Israël is een blunder van formaat

Geen twijfel

De onwrikbare steun van Von der Leyen aan Israël leidde tot frustratie en ergernis bij menig Europese diplomaat. Want juist komende week zullen de Europese regeringen kleur moeten bekennen en zich uitspreken over het Israëlische optreden in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever.

Dat gebeurt eerst op maandag, als de ministers van Buitenlandse Zaken uit de hele EU in Brussel bijeenkomen. En dan op donderdag, als ook de 27 regeringsleiders direct na de NAVO-top naar Brussel afreizen voor een topoverleg.

Een diplomaat uit een van de Europese landen die hopen dat de EU zich fel uitspreekt en er consequenties aan verbindt, kijkt er met scepsis naar. „Je kunt je voorstellen dat er landen zijn die over maatregelen tegen Israël zullen zeggen: niet in deze context, niet nu.”

Op de vergadertafel zal één document liggen waar reikhalzend naar is uitgekeken: het onderzoek naar de vraag of Israël zich wel houdt aan de mensenrechtenvoorwaarden van zijn handelsverdrag met de EU. Dat onderzoek, dat werd geïnitieerd door het Nederlands kabinet bij monde van minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) en steun van een meerderheid van EU-landen kreeg, zou wel eens tot sancties kunnen leiden, is de verwachting.

Wat er precies in het rapport staat, is officieel nog onbekend. Maar vrijdagavond, vlak voor een eerste overleg waarbij het document door topdiplomaten uit alle lidstaten besproken zou worden, bevestigt een Brusselse bron aan NRC dat er volgens het onderzoek „indicaties zijn dat Israël de mensenrechtenbepalingen zou schenden”.

Vooraf twijfelde al niemand aan die uitkomst. „Als je televisie kijkt en de krant leest is het niet moeilijk om te anticiperen op welke conclusie ze uitkomen”, liet EU-president António Costa, die de bijeenkomsten van de regeringsleiders voorzit, zich deze week ontvallen.

Palestijnse slachtoffers na een Israëlische aanval in Gaza. Foto Jehad Alshrafi/AP

Bovendien verrichtte de buitenlandse dienst van de EU, die dit onderzoek uitvoert, vorig jaar ook al een onderzoek naar het Israëlische handelen in Gaza, op de Jordaanoever en in Libanon. Al stond het toen niet expliciet in de tekst, de lezer kon niet anders dan concluderen dat Israël keer op keer het internationaal humanitair recht heeft geschonden.

De grote vraag is dus niet zozeer of Israël de voorwaarden overtreedt – dat doet het land, zo zal het onderzoeksrapport concluderen – maar of de EU daar ook consequenties aan verbindt. En daarbij zouden de spanningen die Israël met de aanval op Iran heeft ontketend ertoe kunnen doen.

Kentering

De afgelopen weken was een kentering zichtbaar in de Europese houding tegenover Israël. Een handjevol kritische stemmen, uit landen als Spanje en Ierland, was er altijd al. Toen begon een groter aantal regeringsleiders gestaag nadrukkelijk afstand te nemen van de Israëlische regering.

Zelfs Duitsland, naast de VS van oudsher de trouwste bondgenoot van de staat Israël, sprak zich voor het eerst, zij het met enige aarzeling, uit. „Dat wat het Israëlische leger op dit moment in Gaza doet, kan niet langer gerechtvaardigd worden als een strijd tegen het terrorisme van Hamas”, zei Friedrich Merz, de verse Duitse Bondskanselier, eind mei.

Maar deze week klonk Merz weer als een echo van zijn land- en partijgenoot Von der Leyen. De Bondskanselier hekelde het Iraanse regime, keurde Amerikaanse militaire inmenging in de oorlog niet bij voorbaat af en toonde zich zelfs dankbaar aan de regering van Benjamin Netanyahu in een interview met de Duitse omroep ZDF: „Israël knapt het vuile werk voor ons op.”

De escalatie van het conflict met Iran hangt zo als een donkere wolk boven het Israël-oordeel. Critici van de Israëlische regering van Benjamin Netanyahu, die even de wind mee leken te hebben, vrezen dat sommige regeringsleiders nu zullen terugdeinzen om Netanyahu te straffen.

Dat zou zonde zijn, zeggen deze critici, omdat zowel het onderzoek als eventuele consequenties voor het handelsverdrag een duidelijk signaal richting Israël zou zijn. Bronnen in Israël bevestigen tegenover NRC dat het onderzoek daar in regeringskringen inderdaad hoog wordt opgenomen. Niet alleen omdat de EU de grootste handelspartner is van Israël, maar ook vanwege de symboliek van zo’n scherpe veroordeling.

Gescheiden zaken

De hoop onder de voorstanders van het onderzoek is nog niet verdwenen. „Dit zijn twee gescheiden zaken”, aldus een diplomaat uit een van de EU-landen die het onderzoek steunden. Een ander: „Ik denk dat het de EU niet helpt om beide zaken te veel met elkaar te vermengen.”

Welke consequenties de EU zal verbinden aan een kritisch onderzoeksrapport is nog uiterst onzeker. De bal ligt bij de Europese Commissie, maar die zal pas met een voorstel komen nadat er uitgebreid met de nationale regeringen in de EU-landen is gesproken.

Het opschorten van het hele handelsverdrag is hoe dan ook onwaarschijnlijk. Daarvoor heeft de Commissie de unanieme steun van alle EU-landen nodig, en die ontbreekt. Om het verdrag deels op te schorten volstaat een meerderheid van landen.

Daarnaast zinspelen diplomaten op het afkondigen van losse sancties. Zo zal Zweden komende week naar verwachting aandringen op het straffen van de extremistische Israëlische kabinetsleden Itamar Ben-Gvir en Bezalel Smotrich, in navolging van onder meer het Verenigd Koninkrijk, Canada en Noorwegen. Onder aanvoering van België dringt een groep landen daarnaast aan op het volledig verbieden van alle handel met de illegale nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Nederland zit daar niet bij.

Het afstemmen van sancties zal „een extreem delicaat proces” worden, zegt een Brusselse ingewijde, net zoals de totstandkoming van een meerderheid voor het onderzoek dat was. En dan is er nog de kans op verdere escalatie, bijvoorbeeld door inmenging van de VS in de oorlog.


Lees ook

Trump heeft vooral redenen om Iran níét te bombarderen – toch kan het voor hem voelen als een uitgelezen kans

President Trump liet tijdens de installatie van een vlaggenmast bij het Witte Huis in het  midden  of hij Iran wil bombarderen.  Foto Brendan Smialowski/AFP

Het Witte Huis beslist in de komende twee weken of het zich in de strijd zal mengen, zei president Donald Trump deze week. Een concreet debat over consequenties vanwege het onderzoek wordt pas verwacht bij de volgende ministeriële top in Brussel, half juli.

Wie weet wat er nog kan gebeuren in de tussentijd, verzucht een diplomaat wiens land pleit voor steviger actie vanuit de EU tegenover Israël. „Dat is een eeuwigheid weg.”