Kunstacademies zijn steeds internationaler: soms ligt voor Nederlanders ‘de lat te hoog’

Kunstonderwijs De kunstacademies zijn de meest internationale hogescholen in Nederland. Nu het kabinet het aantal buitenlandse studenten wil inperken, is de vraag of dat zo kan blijven.

Student aan het werk op de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, aan deze kunstopleiding is bijna 65 procent internationaal.
Student aan het werk op de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, aan deze kunstopleiding is bijna 65 procent internationaal.

Foto Simon Lenskens

Er is een moestuin op de binnenplaats van de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam Zuid. Zucchini & melons, staat op een bordje naast een vers geschoffeld bed. Ernaast, op het bordes bij de ingang, kletsen twee studenten met elkaar in het Engels, elk met hun eigen accent. Een bordje waarschuwt hen: Smoking is forbidden.

Engels is hier de voertaal, want net als veel andere kunstacademies en conservatoria in Nederland is de opleiding sterk internationaal. Van de studenten aan de Gerrit Rietveld Academie komt bijna tweederde uit het buitenland. Bij enkele andere kunsthogescholen zijn het er nog meer: de Design Academy Eindhoven is met bijna 80 procent buitenlandse studenten zelfs de meest internationale instelling voor hoger onderwijs van Nederland.

De academies roemen hun cultureel diverse studentengemeenschap en hun plek in de internationale kunstwereld. Maar die ‘internationalisering’ leidt momenteel ook tot onrust, nu de landelijke politiek neigt naar beperking van het aantal buitenlandse studenten aan universiteiten en hogescholen. „Dan wordt de pluriformiteit van deze plek ingeperkt”, zegt collegevoorzitter Maaike Lauwaert van de Gerrit Rietveld Academie.

Wervingsstop

In de Tweede Kamer wordt stevig gedebatteerd over internationale studenten in het hoger onderwijs. De toestroom van buitenlandse studenten naar universiteiten en hogescholen is de afgelopen acht jaar verdubbeld; een kwart van de eerstejaars is nu niet-Nederlands.

Een tendens die gold als een verrijking voor de Nederlandse economie en cultuur begint inmiddels te knellen in vooral de universiteitssteden, onder meer door gebrek aan woonruimte. Ook vragen Kamerleden zich af waarom Nederland meebetaalt aan de opleiding van studenten uit andere landen. „Waarvoor is het Nederlandse onderwijsstelsel er? Dat is om goed onderzoek te doen en om je eigen bevolking goed te onderrichten”, zei onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt eind januari.

Eind vorig jaar kondigde minister Dijkgraaf (OCW, D66) als tijdelijke maatregel een ‘wervingsstop’ aan: onderwijsinstellingen mogen zichzelf niet meer promoten op buitenlandse onderwijsbeurzen. Medio maart zal de minister de Tweede Kamer een brief sturen met voorstellen voor structureel beleid om de internationalisering af te remmen.

„Het is een onderwerp dat ik dagelijks volg”, zegt directeur Raf De Keninck van de Design Academy Eindhoven (DAE). Sinds The New York Times de kleine academie in 2003 bejubelde als ‘A School for New Dutch Masters’ trekt de Design Academy steeds meer buitenlandse studenten: de hele website van de opleiding is in het Engels.

„Die internationale groep met die kwaliteit is heel belangrijk voor ons en dat moet zo blijven”, zegt De Keninck. Hij benadrukt dat de academie (circa 800 studenten) veel minder buitenlanders trekt dan een universiteit met tienduizenden studenten. Bovendien wordt de toestroom naar de academies sinds 2011 beperkt door de KUO-(Kunstonderwijs)-afspraken, die de kansen voor kunstenaars op de arbeidsmarkt op peil moeten houden.

De Design Academy ziet zelf echter ook een nadeel van zijn sterke internationale reputatie: Nederlandse aspirant-studenten aarzelen zich aan te melden. Ze „kijken vaak tegen de academie op en verwachten dat de lat voor hen te hoog zal liggen”, staat in het meest recente jaarverslag.

Nederlandse havisten of vwo’ers hebben een „achterstand” ten opzichte van buitenlandse studenten, die vaak ouder zijn en al een (kunst)opleiding achter de rug hebben. De Keninck zoekt de oorzaak in het Nederlandse middelbaar onderwijs, waar volgens hem, zo zei hij onlangs in een interview met de Eindhovense omroep Studio040, alle creatieve vakken op school zijn „wegbezuinigd”.

Vooropleiding

Niet alle kunstacademies blijken De Kenincks mening te delen. Woordvoerder Marieke de Boer van kunstacademie en conservatorium ArtEZ (Arnhem, Enschede, Zwolle; 22 procent buitenlandse studenten) benadrukt juist dat áls er al „een lacune” zou zijn in de vooropleiding van Nederlandse studenten – iets wat ze niet kan bevestigen – de kunstopleidingen die kunnen overbruggen. „Met een complete vooropleiding kun je de talentontwikkeling van leerlingen vormgeven. Daar zetten we ons voor in.”

Studenten aan het werk op de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam.
Foto’s Simon Lenskens

Lector kunsteducatie Emiel Heijnen van de Amsterdamse kunstacademie AHK doet onderzoek naar het Nederlandse kunstonderwijs en zegt: er is formeel niet op bezuinigd. Hij ziet wel dat op de basisschool kunstvakken „geen hoge status” hebben – er gaat steeds meer aandacht naar rekenen en taal. Maar zeker in het middelbaar onderwijs heeft beeldende kunst wel een vaste plek.

Heijnen: „In de onderbouw krijgen alle leerlingen verplicht kunstvakken. In de bovenbouw is het aantal leerlingen dat examen doet in een kunstvak ongeveer stabiel.” Uit een inventarisatie die in 2017 voor het laatst is uitgevoerd, blijkt ook dat scholen voor voortgezet onderwijs vinden dat er genoeg geld en steun is voor het kunstonderwijs.

„Het zal mijn gevoel geweest zijn”, zegt directeur Raf De Keninck van de Design Academy Eindhoven over de vermeende bezuinigingen op het kunstonderwijs. „In andere landen is er meer aandacht voor het creatieve, voor Bildung. Wij selecteren mensen die kunnen omdenken.”

De Design Academy Eindhoven had lange tijd geen vooropleiding voor middelbare scholieren, maar is in 2020 toch begonnen met zo’n zaterdagse cursus om de aansluiting te verbeteren. Het ‘Foundation Year’ kost 1.650 euro. „Om die mensen ook een basis te geven, om een stukje voortraject te doen. Maar we zien wel degelijk verschil met de buitenlandse studenten.”

Expat-eiland

Collegevoorzitter Maaike Lauwaert van de Amsterdamse Gerrit Rietveld Academie was blij dat er laatst op de open dag ook veel Nederlanders waren, maar maakt zich zorgen over de kosten van de vooropleiding: die van de Gerrit Rietveld Academie kost 2.088 euro. Volgens Lauwaert kan dat door subsidieregels van de overheid niet lager worden. „We proberen met ‘Rietveld op Proef’ ook een laagdrempelige cursus aan te bieden.”

Ze spant zich in, kortom, om te zorgen dat de academie niet nóg minder Nederlands wordt dan nu. „Als je alleen maar internationale studenten zou hebben, word je een expat-eiland. We willen geworteld blijven in Amsterdam, en in de Nederlandse cultuur van een open, democratische samenleving.”


Lees ook over de internationalisering van de universiteiten: De ‘internationals’ blijven komen naar de universiteiten, maar de weerstand groeit